Oefenen voor toets BLOK 4

Het os coxae bestaat uit de volgende botten;
A
os ilium, os ischium en os pubis
B
os ilium, os pubis en os calcaneus
C
os ilium, os sacrum en os frontale
D
os pubis, os sacrum en os femur
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het os coxae bestaat uit de volgende botten;
A
os ilium, os ischium en os pubis
B
os ilium, os pubis en os calcaneus
C
os ilium, os sacrum en os frontale
D
os pubis, os sacrum en os femur

Slide 1 - Quiz

Zitbeenknobbel
malleolus medialis
trochanter major
flexor van de knie
anteflexor van het been
os ischii
tibia
femur
m. gastrocnemius
m. rectus femoris

Slide 2 - Drag question

De fibula ligt aan de laterale zijde van het onderbeen en vormt o.a. de buitenenkel
Waar
Niet waar

Slide 3 - Poll

Uit welke twee botstructuren bestaat het art. Coxae?

Slide 4 - Open question

Het bovenste spronggewricht wordt gevormd door:
A
calcaneus, talus en os naviculare
B
calcaneus, talus en os cuboideum
C
tibia, fibula en calcaneus
D
tibia, fibula en talus

Slide 5 - Quiz

De fibula doet NIET mee aan de vorming van het kniegewricht,
Waar
Niet waar

Slide 6 - Poll

laterale meniscus

Slide 7 - Mind map

Welke spier is de belangrijkste ANTEFLEXOR in de art. Coxae?
A
de m. Rectus femoris
B
de m. Iliopsoas
C
de m. Sartorius
D
de m. Tensor fasciae latae

Slide 8 - Quiz

Hoeveel, en welke bewegingen zijn er mogelijk in het kniegewricht?

Slide 9 - Open question

ligamenta cruciata
tuber ossis ischiï
tuber ischiadicum
spina iliaca anterior superior (SIAS)
m. gluteus maximus
kruisbanden
aanhechtingsplaats hamstrings (semi's)
aanhechtingsplaats m. biceps femoris
m. sartorius
retroflexie

Slide 10 - Drag question

De m. Gracilis heeft GEEN functie over de knie
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

Wat kun je vertellen over de
m. gluteus medius en minimus

Slide 12 - Mind map

Wat gebeurt er bij het voorover kantelen van het bekken?

Slide 13 - Open question

Bij een myositis ossificans is er sprake van BOTVORMING in een SPIER
Waar
Niet waar

Slide 14 - Poll

Een fasciescheur zorgt ervoor dat een sportactiviteit langdurig gestaakt wordt
Waar
Niet waar

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Slide

Aan welke kant van de pols kan de hartslag het beste worden waargenomen?
A
dorsale kant van de pols, aan de radiale zijde
B
dorsale kant van de pols, aan de ulnaire zijde
C
volaire kant van de pols aan de radiale zijde
D
volaire kant van de pols, aan de ulnaire zijde

Slide 17 - Quiz

Geef aan wat de juiste volgorde is van handelen bij een acute enkeldistorsie

Slide 18 - Open question