What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
TA6 4.2.9 komma
doel:
Ik leer wat een komma is.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 6
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
doel:
Ik leer wat een komma is.
Slide 1 - Slide
1) Je gebruikt een komma in een opsomming.
Bijvoorbeeld: Luuk, Stijn en Jens bouwen een boomhut.
Tip: Tussen de namen die je schrijft staat een komma. Let op voor het woord
'en'
komt geen komma!
2) De komma voor of na een naam.
Je gebruikt de komma als iemand aangesproken wordt in een zin. Je zet de komma dan voor of na de naam.
Bijvoorbeeld:
'Sid, wil je de tas dragen?'
'Pas op, Jurre!'
Slide 2 - Slide
3) De komma voor sommige voegwoorden.
Je gebruikt een komma voor sommige voegwoorden zoals: omdat, want, maar, terwijl, zodat en indien.
Bijvoorbeeld:
Ik moet lopen,
want
mijn band is lek.
Hij gaat naar huis,
omdat
hij ziek is.
4) De komma tussen twee persoonsvormen.
Je gebruikt een komma als er twee persoonsvormen achter elkaar in een zin staan (tip: een persoonsvorm is altijd een werkwoord).
Bijvoorbeeld:
Nadat ik gepoetst
had
,
ging
ik iets leuks doen.
Slide 3 - Slide
Wat is een komma, en wanneer gebruik je een komma?
Slide 4 - Slide
Zijn jullie er klaar voor?!
Slide 5 - Slide
Waar zie je een opsomming?
A
Ik vind alle sporten leuk.
B
Ik vind voetbal, honkbal en dammen leuk.
C
Mijn broer vindt sporten niet leuk.
Slide 6 - Quiz
Waar staat de komma goed in de opsomming?
A
Kies jij voor zwart, rood of paars.
B
Kies jij voor zwart rood of, paars.
C
Kies jij, voor zwart rood of paars.
Slide 7 - Quiz
A
A
B
B
C
C
Slide 8 - Quiz
Waar staat de komma goed?
A
Pas op voor de auto, Andy!
B
Pas op, voor de auto Andy!
C
Pas op voor, de auto Andy!
Slide 9 - Quiz
Waar staat de komma goed?
A
Juf Anne, niet spieken!
B
Britte wat zit, jouw haar leuk.
C
Evelien vind, jij dit moeilijk?
Slide 10 - Quiz
A
A
B
B
C
C
Slide 11 - Quiz
A
A
B
B
C
C
Slide 12 - Quiz
Waar staat de komma goed?
A
Wil jij tekenen, of lezen.
B
Ik wil tekenen, maar ik heb geen potloden.
C
Wil jij tekenen, en iets te drinken?
Slide 13 - Quiz
A
A
B
B
C
C
Slide 14 - Quiz
Aan de slag........
Thema 4 les 9
Daarna: 2x plussen en Shuffle.
Slide 15 - Slide
GOED GEOEFEND!!!!
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Taal Thema 4 les 20 komma's
October 2022
- Lesson with
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
TA6 4.2.9 komma
September 2024
- Lesson with
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
7.2 Spelling
April 2025
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Voegwoorden
March 2025
- Lesson with
12 slides
Nederlands
ISK
TA6. 1.2.20
August 2022
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
TA6. 1.4.20 dubbele punt
May 2024
- Lesson with
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6,7
Taal een komma opsommng en na een naam
January 2024
- Lesson with
17 slides
Taal
Basisschool
Groep 5,6
Groep 7-8 | taal | komma
August 2024
- Lesson with
25 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E