oefen vragen 1.1, 1.2 en 1,3

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
determineren
1 / 23
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
determineren

Slide 1 - Quiz

In welke vier rijken kunnen we de organismen indelen?
A
insecten, wormen, zoogdieren enplanten
B
planten, zoogdieren, schimmels en bacteriën
C
planten, schimmels, bacteriën en dieren
D
dieren, schimmels, reptielen en bacteriën

Slide 2 - Quiz

Als we kijken naar de celkenmerken kunnen we organismen indelen in vier rijken; bacteriën, schimmels, planten en dieren
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Horen de SPONZEN bij het plantenrijk of bij het dierenrijk?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk

Slide 4 - Quiz

Tot welke afdeling van het
dierenrijk behoort dit dier?
A
Tot de holtedieren
B
Tot de weekdieren
C
Tot de wormen
D
Tot de stekelhuidigen

Slide 5 - Quiz

Wat is geen afdeling van het dierenrijk?
A
Geleedpotigen
B
Sponzen
C
Slakken
D
Weekdieren

Slide 6 - Quiz

Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd

Slide 7 - Quiz

Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels

Slide 8 - Quiz

Een plantencel heeft geen celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie

Slide 10 - Quiz

Een plantencel bevat bladgroenkorrels.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz


Wat is de plantencel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

de plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole

Slide 13 - Quiz

Wanneer staat een kruidachtige plant rechtop?
A
Als de vacuole vol is
B
Als de cellen bladgroenkorrels hebben
C
Als de vacuole leeg is
D
Als de cellen celwanden hebben

Slide 14 - Quiz

In afbeelding 7 is een pantoffeldiertje getekend. Een pantoffeldiertje is een eencellig organisme dat op grond van de bouw van de cel tot de dieren wordt gerekend.
Vijf delen zijn:
1 bladgroenkorrel;
2 celkern;
3 celmembraan;
4 cytoplasma;
5 celwand.
Welke van de genoemde delen komen voor bij een pantoffeldiertje?
A
Delen 2 en 3
B
Delen 2 en 4
C
Delen 1, 2 en 4
D
Delen 2, 3 en 4

Slide 15 - Quiz

Het buitenste laagje om de cel van een dier heet
A
celwand
B
celmembraan

Slide 16 - Quiz

Wat is een orgaanstelsel?
A
Darmen
B
Longen
C
Skelet
D
Ruggenmerg

Slide 17 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 18 - Quiz

voorbeeld
mens
naam
afbeelding
cel
orgaan
sleep de juiste woorden en afbeeldingen naar het juiste veld. van links naar rechts is het van groot naar klein.
spiercel
botweefsel
long
weefsel
skelet
orgaanstelsel
organisme

Slide 19 - Drag question

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 20 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 21 - Quiz

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
geen skelet
B
inwendig skelet
C
uitwendig skelet

Slide 22 - Quiz

Het skelet is een ...
A
organisme
B
orgaanstelsel
C
orgaan
D
cel

Slide 23 - Quiz