3.4 De waterkringloop

Waterkringloop
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waterkringloop

Slide 1 - Slide

planning
Herhaling 3.3
uitleg 3.4 waterkringloop
zelfstandig aan de slag
afsluiten

Slide 2 - Slide

de seizoenen zijn er dus omdat:
A
de aarde draait
B
de aarde rond is
C
de aarde scheef staat
D
de aarde om zon draait

Slide 3 - Quiz

Als het 21 Juni is waar staat de zon dan loodrecht op?
A
Steenbokskeerkring (23.5 Z.B.)
B
Kreeftskeerkring (23.5 N.B.)

Slide 4 - Quiz

Als het 21 december is het dan op de noordpool pooldag?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat leer je deze lessen?
  • Je weet het verschil tussen zoet en zout water en waar het voorkomt. 
  • Je kunt de drie fasen van water benoemen. 
  • Je kunt de korte en de lange waterkringloop uit leggen met de bijbehorende begrippen.
  • Je kunt uitleggen hoe drie vormen van neerslag ontstaan.

Slide 6 - Slide

De  waterkringloop
  • De voortdurende verplaatsing van water over de aarde heet kringloop van het water. 
  • De  waterkringloop wordt aangedreven door de zon.

Slide 7 - Slide

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere = waterkringloop

Slide 8 - Slide

Hoe ontstaat neerslag?
  1. water wordt verwarmd
  2. water verdampt
  3. warme lucht met waterdamp stijgt op
  4. warme lucht met waterdamp koelt af
  5. afgekoelde waterdamp vormt stoom/wolken

Slide 9 - Slide

Soorten neerslag
Stijgingsregens:
  • Warme lucht is licht en stijgt op.
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp zal vervolgens gaan condenseren.
  • Er ontstaan wolken.
  • Komt waar voor?

Slide 10 - Slide

Soorten neerslag
  • Lucht wordt tegen de berg omhooggestuwd (loefzijde)
  • De lucht koelt af.
  • De waterdamp condenseert en het gaat regenen =stuwingsregen.
  • Aan de andere kant ligt de lijzijde .
  • Daar daalt de lucht en warmt op.
  • Hier blijft het droog =  regenschaduw

Slide 11 - Slide

Soorten neerslag
Frontale regens (=botsing van twee luchtsoorten):
Passeren koufront:
  • De zwaardere koude lucht dringt onder de lichtere warme lucht.
  • Warme lucht stijgt snel op,  koelt af en condenseert: regen.
  • Kort + buien

Passeren warmtefront:

  • De warme lucht schuift over de koude lucht.
  • Langduring + (mot)regen

Slide 12 - Slide

Welke fase heeft het water op deze foto?

Slide 13 - Open question

Hoe heet de overgang van vast naar vloeibaar?

Slide 14 - Open question

Hoe noem je het als water van de gas in vloeibaar verandert?

Slide 15 - Open question

Hoe noem je het als water van vloeibaar in gas verandert?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

zelfstandig aan de slag
maken 3.4 de waterkringloop (helemaal)

Klaar? -> eerst nakijken (antwoordenboek op de elo)

daarna -> geogeussr, lichess/chess.com, https://www.topomania.net/ of aan een ander vak werken

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Waar op deze foto zie je zoetwater?
In de....
A
Zeeën
B
Oceanen
C
Atmosfeer

Slide 22 - Quiz

Op aarde is er meer?
A
Zoet water
B
Zout water

Slide 23 - Quiz

Het meeste zoete water is...
A
bevroren
B
grondwater
C
in rivieren
D
in meren

Slide 24 - Quiz

gas
vloeibaar
vast

Slide 25 - Drag question

Heb je de stof begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll