This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Ballondebat
Slide 1 - Slide
Doelen:
- Je leert met humor en creativiteit het publiek te overtuigen.
- Je leert hoe je overtuigend presenteert door stemgebruik, oogcontact en houding.
Slide 2 - Slide
Situatie
Stel je voor...
Je zitin een heteluchtballon met vijf bekende personen. Helaas blijkt er een gat in het zeil te zitten: de ballon is kapot en begint neer te storten. Alle spullen die gemist kunnen worden, zijn al overboord gegooid. Het is helaas niet genoeg. Het wordt al snel duidelijk dat maar één persoon dit kan overleven. Vier ballonvaarders zullen dus uit de ballon moeten springen. Maar wie?
Slide 3 - Slide
Ballondebat werkwijze:
Vijf belangrijke personen zitten in een luchtballon en vertellen in één minuut waarom zij in de luchtballon moeten blijven en de wereld niet zonder hen kan.
Stemming:
Wie mag in de ballon blijven?
Slide 4 - Slide
1. Wie ben je?
- 3 min.
-Je kunt kiezen uit veel verschillende personages zoals bijv: Donald Trump, Napoleon Bonaparte, koning Willem Alexander, Ed Sheeran, Jamie Oliver, Max Verstappen...
Slide 5 - Slide
2. Voorbereiding
Bedenk zoveel mogelijk argumenten waarom jij zeker het avontuur moet overleven.
Je hebt 10 minuten om je betoog voor te bereiden.
Slide 6 - Slide
3. Debatteer
De vijf bekende personen komen in de ‘luchtballon’ staan:
Ieder houdt zijn speech van 1 minuut. Waarom ben ik onmisbaar?
Als je debatteert let je op je stem, oogcontact met de klas en je houding
De anderen luisteren aandachtig, maak eventueel aantekeningen.
Slide 7 - Slide
Wiel draaien, welke personen komen er in de ballon?
Slide 8 - Slide
Welke ballonvaarder mag in de ballon blijven?
nummer 1
nummer 2
nummer 3
nummer 4
nummer 5
Slide 9 - Poll
Nabespreken:
Wat was de tactiek van de winnaar; hoe dacht hij of zij het publiek voor zich te kunnen winnen?
Slide 10 - Slide
Wat heb je geleerd?
* Als debater let tijdens het debatteren op je stem, houding.
* Als debater houd je tijdens je speech oogcontact met de klas.
* Als debater gebruik je sterke argumenten.
* Als publiek heb je een debater beoordeeld op zijn/haar manier van debatteren.