Wereldoorlog 1+2

 

De eerste wereldoorlog


1 / 42
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 

De eerste wereldoorlog


Slide 1 - Slide

WAT WEET JIJ NOG?

Slide 2 - Slide

tijdvak 1: van jagers en boeren (- 3000 voor Christus)
tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen (3000 voor Christus-500 na Christus)
tijdvak 3: tijd van monniken en ridders (500-1000)
tijdvak 4: tijd van steden en staten (1000-1500)
tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) /
tijdvak 9: tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
tijdvak 10: tijd van televisie en computer (vanaf 1950) 

Slide 3 - Slide

Tijdvak 9
  • De tijd van wereldoorlogen 
  • 1900 - 1950
  • Eerste Wereldoorlog 1914-1918
  • Tweede Wereldoorlog 1940-1945

Slide 4 - Slide

OORZAKEN W.O. I

- DUITSLAND 
- WAPENS
- NATIONALISME
- BONDGENOOTSCHAPPEN,
 WAARDOOR MEER LEF



Slide 5 - Slide

DOODSCHIETEN PRINS
 OOSTENRIJK-HONGARIJE

KETTINGREACTIE!

Slide 6 - Slide

GEALLIEERDEN VS CENTRALEN


Slide 7 - Slide

https://schooltv.nl/video/de-eerste-wereldoorlog-1914-1918-1/
BLZ. 48+49

Slide 8 - Slide

MAKEN BLZ. 48 + 49
  Rood = helemaal stil!
                    Oranje = zachtjes overleggen.
         Groen = normaal praten. 
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Wereldcrisis vanaf 1929

Slide 10 - Slide

ER WERDEN MINDER PRODUCTEN VERKOCHT, HIERDOOR ONTSLOEGEN BEDRIJVEN PERSONEEL

ONTSTAAN WERKLOOSHEID

=

ECONOMISCHE CRISIS
1929!

Slide 11 - Slide

1918 > EINDE EERSTE WERELDOORLOG

NET NA DE OORLOG GEEN ECONOMISCHE CRISIS,

DAT BEGON IN 1929.

WERELDCRISIS!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

POLITIEKE PARTIJ NSDAP

IN 1933 WERD HITLER MINISTER PRESIDENT

LEDEN VAN ZIJN PARTIJ WERDEN NAZI'S GENOEMD.

NAZI'S = AFKORTING VOOR NATIONAAL-SOCIALISTEN

LEZEN BLZ. 51 LEERSTOF

Slide 14 - Slide

MAKEN BLZ. 50, 51, 52 EN 53

LEES GOED, SCHRIJF BELANGRIJKE DINGEN OP IN JE SCHRIFT!

Slide 15 - Slide

Begin Tweede Wereldoorlog
3 september 1939



  • Ondanks de gemaakte afspraken valt Hitler tóch Polen binnen.....
  • Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk maar één ding doen: 
  • Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 16 - Slide

In september 1939 viel het Duitse leger Polen
aan = Start Tweede Wereldoorlog

10 mei 1940 begon de Duitse aanval
op Nederland > Na 4 dagen vechten bombardement Rotterdam > Nederland gaf zich over




Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video


De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 19 - Quiz

Wie vocht tegen wie in de eerste wereldoorlog?
A
De Centralen tegen de Geallieerden
B
Frankrijk tegen Duitsland
C
De communisten tegen de Nazi's
D
De VS tegen Europa

Slide 20 - Quiz

Wat was de DIRECTE aanleiding voor de eerste wereldoorlog?
A
Dat landen bondgenootschappen met elkaar sloten
B
Duitsland dat België aanvalt
C
Dat landen graag oorlog wilde voeren
D
Moord op Frans-Ferdinand

Slide 21 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Wapenwedloop
C
Opkomst Hitler
D
Bondgenootschappen

Slide 22 - Quiz

Hitler komt aan de macht in
A
1933
B
1924
C
1939
D
1940

Slide 23 - Quiz

Wanneer valt Hitler Nederland aan?
A
1 september 1939
B
10 mei 1940
C
6 juni 1944
D
5 mei 1945

Slide 24 - Quiz

Hitler komt aan de macht in
A
1933
B
1924
C
1939

Slide 25 - Quiz


De economische wereldcrisis was …

A
VOOR de Eerste Wereldoorlog.
B
TIJDENS de Eerste Wereldoorlog.
C
Gelijk na de Eerste Wereldoorlog.
D
Een langere tijd na de eerste Wereldoorlog.

Slide 26 - Quiz

Wat is geen gevolg van de economische wereldcrisis?
A
Veel mensen in veel landen werden werkeloos.
B
Mensen konden hun schulden niet meer betalen.
C
Duitsland kon de schade van WOI niet meer betalen.
D
Hitler kwam aan de macht in Duitsland.

Slide 27 - Quiz

Wat of wie herdenken wij op 4 mei?
A
Alle oorlogsslachtoffers
B
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
C
Het einde van de Tweede Wereldoorlog

Slide 28 - Quiz

Suriname werd onafhankelijk in...
A
1949
B
1969
C
1975
D
1988

Slide 29 - Quiz

Nederlands Indie wordt onafhankelijk in...
A
1918
B
1933
C
1945
D
1949

Slide 30 - Quiz

Wat vieren we in Nederland op 5 mei?
A
Verjaardag van de Koning
B
Het einde van de oorlog
C
Sinterklaas
D
De onafhankelijkheid van Nederlands-indie

Slide 31 - Quiz

Nederlands-Indië was geen kolonie van Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quiz

Door welk land werd Nederlands-Indië bezet tijdens de WO2?
A
Duitsland
B
China
C
Japan
D
Italië

Slide 33 - Quiz

Nederlands Indie wordt onafhankelijk in...
A
1918
B
1933
C
1945
D
1949

Slide 34 - Quiz

Nederlands-Indië was geen kolonie van Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

Wat vieren we in Nederland op 5 mei?
A
Verjaardag van de Koning
B
Het einde van de oorlog
C
Sinterklaas
D
De onafhankelijkheid van Nederlands-indie

Slide 36 - Quiz

Door welk land werd Nederlands-Indië bezet tijdens de WO2?
A
Duitsland
B
China
C
Japan
D
Italië

Slide 37 - Quiz

Wanneer gaf Japan zich over?
A
Toen andere kolonies zelfstandig werden.
B
Toen de Verenigde Staten twee atoombommen op Japan gooiden.
C
Toen het proces van dekolonisatie begon.
D
Toen Nederlands-Indië werd veroverd door Japan.

Slide 38 - Quiz

Wat is dekolonisatie
A
Het zelfstandig worden van een kolonie
B
Segregatie van bevolkingsgroep
C
Apartheid
D
Onderdrukking

Slide 39 - Quiz

BLZ. 54 - 57
                                              Rood = helemaal stil!
                                                                 Oranje = zachtjes overleggen.
                                                      Groen = normaal praten. 



timer
1:00

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

BLZ. 54

Slide 42 - Slide