H9 Redoxreacties (9.1 t/m 9.2)

H9 Redoxreacties
1 / 45
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H9 Redoxreacties

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Herken je de redox reactie ?
  • Uitleg redoxreacties, van halfreactie naar totaalreactie.
         Bespreken tabel 48, de Ox  moet boven de Red staan.
              Belangrijk, omdraaien reductor halfreactie

Aan de hand van voorbeeld hier en/of opgave 8 stappenplan doorspreken
Zelf


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert wat redoxreacties zijn;
  • Je leert om redoxreacties op te stellen.

Slide 3 - Slide

Redoxreacties
  • Reactie waarbij elektronen (e-) worden overgedragen.
  • Altijd minimaal twee deeltjes aanwezig:


  • Soms reageren meerdere deeltjes samen als oxidator of reductor.
  • Binas tabel 48.
  • Voorbeelden: roesten/corrosie, verbranding, reacties in de batterij.
  • Oxidator: neemt elektronen op
  • Reductor: staat elektronen af

Slide 4 - Slide

Oxidator

  • Neemt elektronen op
  • Elektronenacceptor
  • Linkerkolom Binas 48
  • Sterkste oxidator links bovenin (F2)
  • Voorbeeld chloor:

Cl2 (g) + 2 e- -> 2 Cl-
Reductor

  • Staat elektronen af
  • Elektronendonor
  • Rechterkolom Binas 48
  • Sterkste reductor rechts onderin (Li)
  • Voorbeeld ijzer:

Fe (s) -> Fe2+ + 2 e-

Slide 5 - Slide

Redoxkoppels
Voorbeeld chloor: Cl2 + 2 e- -> 2 Cl-

  • In het voorbeeld is chloor oxidator (neemt e- op).
  • Er ontstaat Cl-, dit is een reductor.
  • Cl2 en Cl- noemen we samen een redoxkoppel.
  • In Binas 48 staan veel voorkomende redoxkoppels.

Slide 6 - Slide

Zuurbase

  • H+ overdracht
  • Zuur reageert met base
  • Zuur staat H+ af
  • Base neemt H+ op
  • Binas tabel 49
Redox

  • Elektronen (e-) overdracht
  • Reductor reageert met oxidator
  • Reductor staat e- af
  • Oxidator neemt e- op
  • Binas tabel 48

Slide 7 - Slide

Redoxreacties herkennen
Voorbeeld: 2 Na (s) + Cl2 (g) -> 2 NaCl (s)

  • Na (s) voor de pijl heeft geen lading, na de reactie is dit Na+ geworden (in een zout).
  • Cl2 (g) voor de pijl heeft geen lading, na de reactie is dit Cl- geworden.
  • Na heeft dus een elektron afgestaan aan Cl2.
  • Na is reductor, Cl2 is oxidator.

Slide 8 - Slide

Leg uit dat dit een redoxreactie is:
2 Zn + O2 -> 2 ZnO

Slide 9 - Open question

Halfreacties
  • Elke redoxreactie bestaat eigenlijk uit 2 halve reacties: 1 van de oxidator en 1 van de reductor.
  • Dit geven we weer in halfreacties (Binas 48).
  • Twee halfreacties (red en ox) geven de totaalreactie.

Slide 10 - Slide

Deze uitleg hoort bij NOVA scheikunde
Hoofdstuk 9.1 en H9.2 en behandeld de basis bij Redox.

Gebruik je boek H9.1 en H9.2 bij deze Lessonup en kijk waar je de de nodige theorie kunt teruglezen. 
Onduidelijk? Lees dan nogmaals H9.1 
Ga dan verder.

Slide 11 - Slide

Kijk in binas tabel 99 naar de elektronen verdeling van metalen. Hoeveel elektronen hebben de metalen van groep 1 in de buitenste schil?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Kijk in tabel 48 rechtsonder naar de sterkste reductoren. De sterkste reductor is:
A
Li
B
B
C
F2
D
K+

Slide 13 - Quiz

De metalen in groep 1 bevatten 1 elektron in de buitenste schil. Hoeveel elektronen staan de reductoren Li, Na en K af volgens tabel 48?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 14 - Quiz

Magnesium en en calcium staan in groep 2 van het periodiek systeem. Hoeveel elektronen kunnen deze metalen afstaan?
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 15 - Quiz

Metalen hebben nooit een lading.
Waar of niet-waar?
A
Waar
B
niet-waar

Slide 16 - Quiz

bestudeer tabel 48 van je binas.
Wat heeft tabel 48 jou te bieden? 

Beantwoord de vragen op de volgende sheets.

Slide 17 - Slide

Welke informatie staat er volgens jou in tabel 48 van je binas?

Slide 18 - Open question

In tabel 48 staat de sterkste reductor
A
Linksboven
B
Linksonder
C
Rechtsboven
D
Rechtsonder

Slide 19 - Quiz

In tabel 48 staat de sterkste oxidator
A
Linksboven
B
Linksonder
C
Rechtsboven
D
Rechtsonder

Slide 20 - Quiz

Kijk in tabel 48
De vaste stof lithium regeert met het gas fluor.
Lithium is hier de:
A
oxidator
B
reductor
C
hoe kun je dit weten.
D
Rechtsonder

Slide 21 - Quiz

Kijk in tabel 48
De vaste stof lithium regeert met het gas fluor.
Lithium is hier een ....
A
beginstof
B
reactieproduct
C
hoe kun je dit weten?
D
geleider

Slide 22 - Quiz

Kijk in tabel 48
De vaste stof lithium regeert met het gas fluor.
Lithium is de beginstof en een reductor.
De correcte halfreactie bij Lithium is hier:
A
Li+ + e- --> Li (s)
B
2 Li + F2 --> 2 Li+ + 2 F-
C
Li (s) --> Li+ + e-
D
???

Slide 23 - Quiz

sterkste reductor
zwakste reductor
Fe
OH-
H2
Li

Slide 24 - Drag question

sterkste oxidator
zwakste oxidator
Cu2+  
Li+
NO3- (aq)
NO3- + 4H+

Slide 25 - Drag question

Bekijk de volgende RedOx reactie:
Mg (s) +I2 (aq) --> Mg2+ (aq) + 2 I- (aq)
Geef met behulp van tabel 48 de juiste halfreactie van de reductor:
A
Mg2+ + 2e- --> Mg
B
I2 + 2 e- --> 2 I-
C
Mg --> Mg2+ + 2e-
D
2 I- --> I2 + 2 e-

Slide 26 - Quiz

Bekijk de volgende RedOx reactie:
Mg (s) +I2 (aq) --> Mg2+ (aq) + 2 I- (aq)
Geef met behulp van tabel 48 de juiste halfreactie van de oxidator:
A
Mg2+ + 2e- --> Mg
B
I2 + 2 e- --> 2 I-
C
Mg --> Mg2+ + 2e-
D
2 I- --> I2 + 2 e-

Slide 27 - Quiz

Halfreacties van open vraag
  • Voorbeeld: 2 Zn + O2 -> 2 ZnO

  • ox: O2 + 2 e- -> 2 O2-
  • red: Zn -> Zn2+ + 2e

  • Bij elkaar optellen geeft de totaalreactie (ionen vormen samen zout).

Slide 28 - Slide

Sterkte oxidatoren/reductoren
  • Redoxreactie vindt plaats als sterkste oxidator hoger staat dan de sterkste reductor.  (Vox - Vred > 0,3)
  • "Bergafwaarts" = reactie verloopt wel.
  • "Berg op" = geen reactie. 
  • Zie volgende slide.

Het is net als met zuren en basen. 
Voor meet detail, zie H9.2 blz. 96 van je boek.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Voorspel of er een redoxreactie zal plaatsvinden tussen water en natrium.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Video

Stappenplan opstellen redoxreactie
  1. Noteer de formules van alle deeltjes (ook H2O in oplossing, H+ in zuur milieu, OH- in basisch milieu).
  2. Zoek de sterkste reductor en sterkste oxidator.
  3. Noteer beide halfreacties.
  4. Optellen voor totale vergelijking (let op! Elektronen voor en na de pijl moeten gelijk zijn).
  5. Eventueel deeltjes wegstrepen die voor én na de pijl staan.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

voorbeeld 
Uitwerking

Slide 35 - Slide

Kaliloog + waterstofgas + broomwater
  1. Deeltjes: K+, OH-, H2 (g), Br2 (l)
  2. Red: H2 + 2 OH- ,        Ox: Br2 

  3. Red:   H2 + 2 OH-  ->  2 H2O + 2e-                (1x)                                                                   Ox:   Br2 + 2 e-   ->  2 Br-                               (1x)        
                       
  4. Totaal: H2 + 2 OH- + Br2 -> 2 H2O + 2 Br- 


elektronen
gelijk
maken

Slide 36 - Slide

Kan een blokje natrium als reductor of als oxidator reageren?
A
Alleen reductor
B
Alleen oxidator
C
Beide

Slide 37 - Quiz

Kan chloorgas als reductor of als oxidator reageren?
A
Alleen reductor
B
Alleen oxidator
C
Beide

Slide 38 - Quiz

Wat is de halfreactie als ijzerpoeder reageert in een redoxreactie? Gebruik Binas 48.
A
Fe -> Fe2+ + 2 e-
B
Fe2+ + 2e- -> Fe
C
Fe3+ + e- -> Fe2+
D
Fe2+ -> Fe3+ + e-

Slide 39 - Quiz

Wat is de halfreactie als zuurstof in zuur milieu reageert in een redoxreactie? Gebruik Binas 48.
A
O3 + 2 H+ + 2e- -> H2O + O2
B
O2 + 4 H+ + 4e- -> 2 H2O
C
O2 + 2 H+ + 2 e- -> H2O2
D
O2 + 2 H2O + 4e- -> 4 OH-

Slide 40 - Quiz

Geef de halfreacties + totaalvergelijking van de redoxreactie tussen aluminium en aangezuurd waterstofperoxide.

Slide 41 - Open question

Deze les
  • Uitleg redoxreacties
  • Oefenen redoxreacties opstellen

Slide 42 - Slide

Ik begrijp de werking van tabel 48
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Ik kan met behulp van tabel 48 bij de reactie tussen b.v. lithium en chloorgas zelf beide halfreacties vinden .
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Poll

Ik weet hoe ik halfreacties kan optellen om zo tot een totaalrectie te komen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll