11.3 Redoxreacties

Par 11.3 Redoxreacties
11.3 Redoxreacties
1 / 42
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Par 11.3 Redoxreacties
11.3 Redoxreacties

Slide 1 - Slide

Vragen uit 11.1 & 11.2?

Slide 2 - Mind map

Practicum 2: Redoxreacties 
 Experiment:   Kopersulfaat en ijzer

Slide 3 - Slide

Uitleg redoxreacties
De Cu2+ ionen verdwijnen uit de oplossing en er ontstaat een laagje koper op het ijzer.
Cu2+(aq)  wordt  Cu(s)
De koperionen raken hun lading kwijt dat kan alleen als de koperionen elektronen opnemen.
Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)

Slide 4 - Slide

Uitleg redoxreacties
Je kunt met bloedloogzout aantonen dat er Fe2+ ionen ontstaan.
Fe(s) wordt  Fe2+ (aq)
De ijzerionen kunnen alleen ontstaan door elektronen of te geven.
Fe(s) -->  Fe2+(aq) + 2e-

Slide 5 - Slide

Oxidator en reductor
Oxidator: Deeltje dat bij een reactie elektronen opneemt

Reductor: Deeltje dat bij een reactie elektronen afstaat.

Er is sprake van halfreacties, deze staan in binas 48.


Slide 6 - Slide

Stappenplan redoxreactie
  1. Noteer de aanwezige deeltjes
  2. Zoek uit welke oxidator en welke reductor kunnen zijn.
  3. Kies de oxidator (hoogste) en reductor (laagste)
  4. Neem de halfreacties over (let op reductor andersom).
  5. Maak de elektronen kloppend.
  6. Tel de halfreacties op.
  7. Schoon op (indien nodig) en controleer.
Gebruik Binas tabel 48

Slide 7 - Slide

Halfreacties optellen
Oxidator: Cu2+(aq) + 2e-  --> Cu (s)
Reductor: Fe(s) --> Fe2+(aq) + 2e-
-----------------------------------------------------------------------
Totale reactie: Cu2+(aq) + Fe(s) --> Cu(s) + Fe2+(aq)


Slide 8 - Slide

Dit is een RED-OX reactie
Fe (s)              +             Cu2+             --> Fe2+  + Cu
staat e- af               neemt e- op
       =                                     =
REDuctor                 OXidator
Gebruik Binas tabel 48

Slide 9 - Slide

Werkwijze opstellen redoxreactie
Zoutzuur         en         magnesium
(H+ (aq) + Cl- (aq))              Mg (s)

Slide 10 - Slide

Binas 48 

Slide 11 - Slide

Zoutzuur en magnesium
1.   Schrijf op welke stoffen aanwezig zijn:
       H+(aq) / Cl-(aq) / Mg(s)
2.   Kijk in binas 48 of het een reductor of oxidator is.
3.    H+(aq) oxidator
       Cl-(aq) reductor en  Mg(s) reductor

 We laten water even buitenbeschouwing.

Slide 12 - Slide

Binas 48 

Slide 13 - Slide

Zoutzuur en magnesium
4.   Kies de sterkste reductor (staat het laagst in de tabel)
       Mg(s) is sterkste de reductor
5.   Kies de sterkste oxidator (staat het hoogst in de tabel)
       H+(aq) is sterkste de oxidator
6.    Controleer of oxidator hoger staat dan reductor, is dit het                 geval dan ontstaat er een reactie.

Slide 14 - Slide

Zoutzuur en magnesium
7.  Schrijf de halfreactie van de reductor op van rechts naar links
      Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-

8. Schrijf de halfreactie van de oxidator op van links naar rechts.
      2H+(aq) + 2e- --> H2 (g)

Slide 15 - Slide

Zoutzuur en magnesium
9.    Tel de halfreacties op:
        Mg(s) --> Mg2+(aq) + 2e-
         2H+(aq) + 2e- --> H2 (g)
        -----------------------------------------------
        Mg(s) + 2H+(aq) --> Mg2+(aq) + H2(g)

Slide 16 - Slide

Aan de slag

Maak 20 t/m 23 + de rest van 11.1 en 11.2.
Gebruik goed je Binas (tb 48).

Maak nu opdracht 21. 

timer
5:00

Slide 17 - Slide

Uitwerking opgave 21 

Slide 18 - Slide

Uitwerking opgave 21

Slide 19 - Slide

Edele en onedele metalen
Corrosie aantasting van metalen door zuurstof en water.
Metalen die gemakkelijk corroderen zijn ijzer, magnesium, zink, aluminium en lood.
Soms kan het oxidelaagje een beschermende laag vormen, hierdoor is de rest van het metaal afgeschermd van zuurstof en water.
De edele metalen worden niet door water en zuurstof aangetast.
 Het zijn Au, Ag en Pt (is mooi he ;-)). 

Slide 20 - Slide

Experiment practicum 5

Slide 21 - Slide

Wat is corrosie? Oxidatie reactie! Roesten!
Het aantasten van metalen door zuurstof en water
Onedele metalen roesten wel
Edele metalen roesten niet


Hoe kan je het tegen gaan?
Door afsluiten van contact met water en zuurstof
Door verf, glas, vet of een ander metaal dat zelf een oxide laagje vormt






Slide 22 - Slide

De opstelling
RB
1
2 spijkers
2
2 spijkers
gekookt kraanwater + olie
3
2 spijkers
kraanwater
4
2 spijkers
zout water
Wat denk je dat er gaat gebeuren? 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Vragen bij het experiment
A. In welke buis is het ijzer het meest gecorrodeerd? 
B. Welke stoffen zijn nodig voor het corroderen van ijzer? 
C. Leg uit waarom je bij 1 van de buizen gekookt water gebruikt  
     en bij de andere buizen niet.
D. Leg uit waarom het niet nodig is om buis 3 en 4 met een 
     laagje olie af te dekken. 

Slide 25 - Slide



A. In welke buis is het ijzer het meest 
     gecorrodeerd? 
B. Welke stoffen zijn nodig voor het 
     corroderen van ijzer? 
C. Leg uit waarom je bij 1 van de buizen 
     gekookt water  gebruikt  en bij de andere 
     buizen niet.
D. Leg uit waarom het niet nodig is om buis 3  
     en 4 met een laagje olie af te dekken. 


A. De buis met zoutwater corrodeert het ijzer het meest 
B. Water en zuurstof zijn nodig om ijzer te laten roesten
C. In ongekookt water zit opgeloste zuurstof. In gekookt water is de opgeloste zuurstof verdwenen
D. Bij buis 3 en 4 staat het ijzer half onder de vloeistof. Dat betekent dat de benodgde zuurstof ook via de lucht kan worden aangevoerd.

Vragen bij het experiment

Slide 26 - Slide

Corrosie van ijzer / redoxreactie
Red:                      Fe --> Fe2+ + 2e-                                     2x
Ox:                        O2 (g) + H2O(l) + 4e- --> 4 OH-           1X
----------------------------------------------------------------
                           2Fe(s) + O2 (g) + H2O(l)  --> 2 Fe2+ + 4 OH-


Slide 27 - Slide

Opofferingsmetalen
  • Een opofferingsmetaal is een metaal dat reactiever is dan een ander metaal (sterkere reductor).
  • Hierdoor offert hij zichzelf op om het andere metaal te beschermen.
  • Voorbeeld: blokjes Zn op schepen


Slide 28 - Slide

Hoe dan? 

Slide 29 - Slide


Geef de vergelijkingen van:
Vast zink in een koper(II)bromide oplossing.

Slide 30 - Open question

Uitwerking:
Zn (s) / Cu2+(aq) / Br-(aq)
Zn(s) reductor / Cu2+ (aq) oxidator / Br-(aq) reductor
Sterkste reductor Zn(s) / sterkste oxidator Cu2+(aq)

Zn(s) --> Zn2+(aq) + 2e-
Cu2+(aq) + 2e- --> Cu(s)
Zn(s) + Cu2+(aq) --> Cu(s) + Zn2+ (aq)

Slide 31 - Slide

Groetjes, de toa's chemie

Slide 32 - Slide

Aan de slag

Maak 24 t/m 28.
Gebruik goed je Binas (tb 48).

Maak 28. 

timer
5:00

Slide 33 - Slide

Uitwerking opgave 28

Slide 34 - Slide

Uitwerking opgave 28

Slide 35 - Slide

Redoxreactie op afstand

Slide 36 - Slide

Elektrochemische cel
In deze cel vindt een redoxreactie plaats.
Oxidator: Cu2+(aq)
Reductor: Zn(s)
De zoutbrug zorgt voor de verbinding tussen de twee oplossingen, de zoutbrug bevat vrije ionen, deze zorgen voor het lading transport.

Slide 37 - Slide

Redoxreactie
Zn(s) --> Zn2+ + 2e-
Cu2+ + 2e- --> Cu(s)

Reductor: negatieve pool
Oxidator: positieve pool


Slide 38 - Slide

Belangrijk
Er zijn twee soorten elektroden:
1. Elektroden die mee reageren (zoals bij de voorbeeld cel) en 
2. Onaantastbare elektroden (Pt en C)

Slide 39 - Slide

Onderdelen elektrochemische cel
1) twee gescheiden halfcellen (één voor
    oxidator en één voor reductor) met
    elektrolyt (elektrisch geleidende
    oplossing

2) een elektrode (elektrisch geleidend
    materiaal) in elke halfcel

3) verbinding (stroomdraad) tussen
     elektroden

4) zoutbrug (gevuld met zoutoplossing)
De zoutbrug zorgt er dus voor dat beide oplossingen elektrisch neutraal blijven
vaak van een (edel)metaal of grafiet

Slide 40 - Slide

Practicum 7: Fruitcellen 

Slide 41 - Slide

Aan de slag

Maak 29 en 30. 
Daarnaast alles wat nog niet gelukt is. 


Slide 42 - Slide