H6 Je groene omgeving - paragraaf 6.2 Biotoop onder de loep

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1

6.2 Biotoop onder de loep

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun jij uitleggen:

 - hoe planten en dieren concurreren in een gebied

- hoe omstandigheden in een bepaald gebied kunnen       verschillen

- hoe een gebied natuurlijker kan worden.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Ecologie

Ecologie is de wetenschap die de relaties tussen organismen en hun omgeving bestudeert

Ecosysteem

Bestaat uit een levensgemeenschap (organismen die elkaar beïnvloeden)  en een biotoop (samenspel van natuurlijke omstandigheden in een bepaald gebied)

Biotisch vs abiotisch

Biotische factoren zijn invloeden vanuit de levende natuur (andere organismen> levensgemeenschap)

Abiotische factoren zijn invloeden vanuit de niet-levende natuur (regen, wind, licht, water, bodemgesteldheid)

Beverfamile

abiotische factor  regen

Invloeden

In de natuur zijn veel  biotische en biotische factoren die elkaar beïnvloeden.

B.v. een toename van het aantal roofdieren of het veranderen van de waterkwaliteit kan grote invloeden hebben op een ecosysteem.

Lezen

Lees in je leerboek "Waarom zijn er geen eekhoorns op het strand"  (blz 157)

Wat is een biotoop?

Wat zijn abiotische invloeden?

1. De interacties tussen planten en dieren
2. De interacties tussen dieren onderling
3. De interacties tussen planten onderling
4. Klimaat, bodemgesteldheid waterkwaliteit

Wat weet jij al over concurrentie tussen planten en dieren?

Lezen

Lees uit je werkboek "Waarom een eigen plek" (blz 159)

Concurrentie tussen planten

Planten concurreren om ruimte, licht en voedingsstoffen. Dit kan ervoor zorgen dat sommige soorten beter groeien dan andere.

Laat afbeeldingen en voorbeelden zien van planten die concurreren om ruimte, licht en voedingsstoffen.

Concurrentie tussen dieren

Dieren kunnen concurreren om voedsel, water en partners. Dit kan leiden tot een strijd om te overleven.

Laat afbeeldingen en voorbeelden zien van dieren die concurreren om voedsel, water en partners.

Waar kunnen dieren om concurreren?

1. Water, zuurstof en schuilplaatsen
2. Licht, zuurstof en schuilplaatsen
3. Voedsel, water en partners
4. Voedsel, zuurstof en partners

Waar concurreren planten om?

1. Partners en voeding
2. Schuilplaatsen en water
3. Ruimte, licht en voedingsstoffen
4. Water, zuurstof en zonlicht

Lezen

Lees "Hoe leven veel organismen bij elkaar?" en " Hoe wordt een park natuurlijker?" (blz 160)

Natuurlijker gebied

Een gebied kan natuurlijker worden door het herstellen van de natuurlijke omstandigheden, zoals het planten van inheemse planten en het verminderen van vervuiling.

Bespreek met de leerlingen wat zij kunnen doen om een gebied natuurlijker te maken.

Habitat

Elk organisme heeft zijn eigen plek. Op die plek zijn de abiotische factoren goed en is er genoeg voedsel te vinden.

Hoe kan een gebied natuurlijker worden?

1. Het bouwen van huizen en wegen
2. Het kappen van bossen en planten van gewassen
3. Het introduceren van exotische planten en dieren
4. Het herstellen van natuurlijke omstandigheden, zoals het planten van inheemse planten en het verminderen van vervuiling

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Huiswerk

Maak opdracht 3 t/m 15 uit je werkboek