Samenvatting lj 1

Samenvatting
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Samenvatting

Slide 1 - Slide

Muziek hoort bij:
A
nask
B
biologie

Slide 2 - Quiz

Elektriciteit hoort bij:
A
nask
B
biologie

Slide 3 - Quiz

Plastic maken hoort bij:
A
nask
B
biologie

Slide 4 - Quiz

Een stof verandert van toestand. Dat is
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 5 - Quiz

Je verbrandt hout. Het hout verandert dan wel/niet in andere stoffen
A
wel
B
niet

Slide 6 - Quiz

Een ijzeren hek verroest
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 7 - Quiz

Als een stof verandert in andere stoffen dan is dat
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 8 - Quiz

Water bevriest in de diepvries
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 9 - Quiz

Een ei wordt hard in kokend water
A
natuurkunde
B
scheikunde

Slide 10 - Quiz

Hoe noemen we dit
A
Bekerglas
B
Maatcilinder
C
Erlenmeyer
D
Kookkolf

Slide 11 - Quiz

Hoe noem je onderzoek doen bij nask?
A
Proefjes
B
gewoon les
C
Practicum
D
Conclusie

Slide 12 - Quiz

Mika zet zijn veiligheidsbril af als hij een vloeistof verwarmt.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

Deborah proeft of een vloeistof zoet is.
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quiz

Sleep het goede woord naar de letter.
gaskraan
luchtschijf 
schoorsteen
warmste deel 
van de vlam
minder warm deel van de vlam

Slide 15 - Drag question

De pauzevlam is
A
rood
B
geeloranje
C
blauw
D
groen

Slide 16 - Quiz

De stille blauwe vlam gebruik je
A
om iets warm te houden
B
als je veel wilt verwarmen
C
als je de brander even niet nodig hebt

Slide 17 - Quiz

De blauwe ruisende vlam gebruik je
A
als je de brander even niet nodig hebt
B
als je wat warm wilt houden
C
Als je veel wilt verwarmen

Slide 18 - Quiz

De pauzevlam gebruik je
A
als je de brander even niet nodig hebt
B
als je iets warm wilt houden
C
als je veel moet verwarmen

Slide 19 - Quiz

Wat is een materiaal?
A
Waarvan iets gemaakt is
B
Waarvan je iets kan maken
C
Een ding wat je kan gebruiken

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorwerp?
A
Waarvan iets gemaakt is
B
Waarvan je iets kan maken
C
Een ding wat je kan gebruiken

Slide 21 - Quiz

Water in een vaste fase noem je:

Slide 22 - Open question

Water in de vloeibare fase noem je:

Slide 23 - Open question

Water in een gasvormige fase noem je:

Slide 24 - Open question

Water kan bevriezen, bevriezen noemen we ook wel:
A
smelten
B
stollen
C
verdampen

Slide 25 - Quiz

Het smeltpunt en stolpunt van water is gelijk.
A
waar
B
niet waar.

Slide 26 - Quiz

Soms zie je dat ramen beslaan. Er komen heel kleine druppeltjes water op het raam.
Welke fase-verandering vond er plaats?
A
condenseren
B
smelten
C
stollen
D
verdampen

Slide 27 - Quiz

Oplossing

Slide 28 - Slide

Suspensie = troebel

Slide 29 - Slide

Zout water is een zuivere stof
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Een mengsel van een vloeistof en kleine stukjes vaste stof noem je een
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 31 - Quiz

Een suspensie is altijd troebel
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Een staaf batterij heeft een spanning van 1,5 volt
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Een fiets dynamo levert licht
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Bij een parallelschakeling heb je meerdere stroomkringen.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

Op dit plaatje zie je een serieschakeling
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Drag question

Waarom zit er een kunststof laagje om een elektriciteits-draad?
A
Kunststof is zacht
B
Kunststof is buigbaar
C
Kunststof geleid elektriciteit erg GOED
D
Kunststof geleid elektriciteit erg SLECHT

Slide 38 - Quiz