Nederlands - Voegwoorden en woordenschat

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands voegwoorden en woordenschat

Herhaling vorige week

- Wordt afgenomen in het examenlokaal C2.03

- KOM OP TIJD + neem je ID-bewijs mee. 

- Het examen wordt op een computer afgenomen

- Je hebt een uur de tijd om je examen te maken (of langer als je recht hebt op extra tijd)

Lesdoelen

- Je kunt verschillende voegwoorden benoemen

- Je kunt voegwoorden gebruiken in je eigen teksten

- Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om een grote woordenschat te hebben.

- Je kan benoemen hoe je je woordenschat kan uitbreiden.

Wat zijn voegwoorden?

Wanneer je twee zinnen aan elkaar kan koppelen, gebruik je een voegwoord. Bijvoorbeeld:

Ik ga naar de stad. Ik heb een nieuwe broek nodig.

Ik ga naar de stad WANT ik heb een nieuwe broek nodig.

WANT is het voegwoord. Je hebt de 2 zinnen hiermee aan elkaar 'gevoegd'. 

Voorbeelden van voegwoorden

Woorden die een opsomming aangeven: en, waaronder

Woorden die een tegenstelling aankondigen: hoewel, ondanks

Woorden die een verklaring/oorzaak geven: omdat, want, dus, waardoor

Woorden die een tijd aangeven: terwijl, zodra

Woorden die een voorwaarde aangeven: tenzij, 

Overige voegwoorden: deze voegen alleen een zin aan elkaar

Aan de slag!

Je krijgt een opdracht van je docent waarmee je aan de slag gaat!

Begrijp je iets niet, laat het weten!

Woordenschat

Hoe groter je woordenschat is, hoe gevarieerder je kunt schrijven! 

Wanneer je een kleine woordenschat hebt, herhaal je vaak dezelfde woorden in dezelfde tekst. Dit kan storend zijn bij het lezen hiervan. 

Hoe vergroot je je woordenschat?

- Veel lezen!!!! Neem daarom een boek mee naar school. Niks te doen? Pak je boek en ga lezen (eerst met je docent overleggen)!!

- Luisterboeken kunnen ook helpen je woordenschat te vergroten! 

Bedenk een ander woord voor:
Bril

Bedenk een ander woord voor:
Docent

Bedenk een ander woord voor:
Straat

Bedenk een ander woord voor:
Haar

Bedenk een ander woord voor:
Telefoon

Einde van de les

- Je weet nu wat voegwoorden zijn en hoe je ze kunt herkennen

- Je kunt zelf voegwoorden op de juiste manier gebruiken in je eigen teksten

- Je weet waarom het belangrijk is om een grote woordenschat te hebben

-Je weet hoe je je woordenschat kan vergroten

- Je neemt voortaan een boek mee naar school!