This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Items in this lesson
Mens en omgeving
Telefoneren en rapporteren.
Slide 1 - Slide
Doelen:
De leerling weet het verschil in objectief en subjectieve informatie.
De leerling kan op een correcte manier een klant te woord staan en op een gepaste wijze afscheid nemen.
De leerling kan communicatie en gesprekstechnieken toepassen.
De leerling kan correcte omgangsvormen hanteren.
Slide 2 - Slide
Keuze leerjaar 4:
Keuzeformulier klassikaal lezen.
Keuze leerjaar 4 uitleggen.
Formulier gedeeltelijk in de klas invullen.
Inleveren de volgende les zorg&welzijn.
Slide 3 - Slide
Taken baliemedewerker:
Telefoon aannemen.
Schriftelijke rapporteren.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Telefoneren:
Uitgaand gesprek.
Ingaand gesprek.
Verschillen tussen gesprekken.
Voorbeelden.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Zakelijk telefoongesprek:
Uitleg blz. 160.
Slide 8 - Slide
Telefoonmemo:
Belangrijkste notities opschrijven tijdens het gesprek.
Standaardzinnen in een zakelijk telefoongesprek.
Slide 9 - Slide
Opdracht:
Lezen blz. 160, 162 , 163 en 166.
Maken opdracht 5.02 t/m 5.06 (blz. 161 t/m 166).
Slide 10 - Slide
Inkomend gesprek
A
Dan bel jij iemand
B
Dan word je gebeld
Slide 11 - Quiz
Uitgaand gesprek
A
Dan word je gebeld
B
Dan bel jij naar iemand
Slide 12 - Quiz
De volgorde bij een zakelijk telefoongesprek
A
begroeting - naam van het bedrijf - dan eigen naam
B
eigen naam - begroeting - naam bedrijf
C
begroeting - eigen naam - naam van het bedrijf
D
dat maakt niet uit
Slide 13 - Quiz
Voordat ik ophang bij een professioneel zakelijk telefoongesprek is het belangrijk dat...
A
Ik de boodschap herhaal
B
Vraag wat ik kan betekenen
C
De naam noteer
D
De klant begroet
Slide 14 - Quiz
Als ik een professioneel zakelijk telefoongesprek voer is het belangrijk dat ik de naam van de beller noteer
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Een zakelijk telefoongesprek is
A
Formeel
B
Informeel
Slide 16 - Quiz
Opdracht:
Uitleg opdrachten.
Lezen blz. 160, 162 en 163.
Maken opdracht 5.02, 5.03, 5.04, 5.05 (blz. 161 t/m 165.
Slide 17 - Slide
Praktijkopdracht 5.2:
Lezen blz. 59.
Klassikaal voicemail 2 keer luisteren.
Daarna nog 1 keer luisteren en telefoonnotitie invullen.
Slide 18 - Slide
Schriftelijk rapporteren:
Je maakt een verslag over wat je hebt gehoord.
Schriftelijk of mondeling.
Slide 19 - Slide
Schriftelijk rapporteren:
Voordelen: later lezen door iedereen waarvoor het belangrijk is, je moet eerst nadenken over wat je schrijft. Nadelen: kost tijd en niet gemakkelijk om objectief te blijven.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Objectief/subjectief:
Objectief: feiten, het is zo, je kan het controleren.
Subjectief: je mening, je gevoel.
Slide 23 - Slide
Opdracht:
Lezen blz. 167.
Maken opdracht 5.07 (blz. 168).
Slide 24 - Slide
0
Slide 25 - Video
Regels email:
Onderwerp: waar gaat de mail over?
Goede aanhef: dezelfde regels als bij de brief (blz. 208).
Afsluiting: dezelfde manier als bij de brief (blz. 209).
Slide 26 - Slide
Regels email:
Aan: de mailadres(sen) die je een mail wilt sturen.
CC: de personen die je mail wil laten lezen, maar geen reactie.
BCC: mailadres is voor anderen niet zichtbaar.
Slide 27 - Slide
Extra opdracht:
Lezen blz. 168 t/m 170 en blz. 175 en 176.
Maken opdracht 5.08 t/m 5.10 en 5.13, 5.15, 5.16 en 5.17 (blz. 172 t/m 178).