https://www.lessonup.com/nl/lesson/5ZCuBJTm2C7HCtkNd

1 / 38
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Voordat we beginnen...
Telefoon in de telefoon tas
Oortjes of in de telefoon tas of weg
Tassen zijn op de vaste plek
Je hebt een pen/potlood (zo niet wordt dit geregistreerd na 3x niet bij je 1 uur inhalen
Als je iets wilt vragen steek je vinger op
Er wordt niet door elkaar gesproken
Huiswerk niet af 1 uur inhalen
Tijdens de uitleg praat je niet door de docent
Hou je je niet aan deze regels dan: Ga je naar 212, Haal je daarna nog 1 uur bij mij in
Na 2x eruit te zijn gestuurd gesprek met mij en je mentor
timer
4:00

Slide 2 - Slide

Leefstijl en voeding
Leefstijl = de manier van leven....



Onderwerp:
Vegetarisch en veganistisch... 

Slide 3 - Slide

Vegetarisch/ Veganistisch
Leerdoel 1: Je weet wat een vegetariër en veganist is.
Leerdoel 2: Je kunt het verschil uitleggen tussen een vegetariër en een veganist.

Slide 4 - Slide

Vegetariër of veganist

Slide 5 - Mind map

Vegetariër:

Geen vlees
Geen vis
Geen gevogelte ( bv. kip)

Wél zuivel (melk, yoghurt, KAAS)
Wél eieren


Veganist:

Geen vlees
Geen vis
Geen gevogelte ( bv. kip)
Geen zuivel, geen eieren
Geen leren kleding (jas, schoenen)
Geen wollen deken 

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Risico... Te kort aan...
  • Eiwit: Plantaardig – Zit in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen
  •  IJzer: Zit in peulvruchten, groene groente, noten en volkoren producten
  •  Vitamine B1: Zit in aardappelen, groente, brood
  •  Vitamine B12: Zit alleen in dierlijke producten: Veganist moet dit innemen via supplement

Slide 8 - Slide

Wie eet/ gebruikt het NIET??
Quiz met 8 vragen..... Pak je CHROMEBOOK!!!

SUC6!!

Slide 9 - Slide

Wie eet kaas?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 10 - Quiz

Wie eet een biefstuk?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 11 - Quiz

Wie eet een broodje gerookte zalm
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 12 - Quiz

Wie eet aardappels
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 13 - Quiz

Wie eet een gebakken ei?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 14 - Quiz

Wie slaapt onder een wollen dekbed?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 15 - Quiz

Wie eet gekruide kippenvleugels?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 16 - Quiz

Wie draagt leren schoenen?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 17 - Quiz

Maak opdracht 24 blz. 25

Ben je klaar? Lees blz 26: Religie en voedingsvoorschriften
timer
5:00

Slide 18 - Slide

boeddhisme.. Wat is niet waar?
A
Geen vlees
B
Liever geen knoflook, ui en prei
C
Wel verslavende middelen
D
Geen alcohol

Slide 19 - Quiz

christendom, wat is niet waar
A
Geen echte voedingsvoorschriften
B
Vroeger werd er op vrijdag geen vlees gegeten
C
Vasten tussen carnaval en pasen
D
Elke zaterdag naar de kerk

Slide 20 - Quiz

Hindoeïsme, wat is waar?
A
Eten liever geen koeienvlees en eieren
B
Eten ritueel geslacht vlees
C
Eten alleen kip
D
Eten graag eieren

Slide 21 - Quiz

De islam, wat is niet waar?
A
Eet geen varkensvlees
B
Eet ritueel geslacht vlees
C
Heeft een vastenmaand de ramadan
D
Mag wel alcohol drinken

Slide 22 - Quiz

Joodse geloof, wat is waar?
A
Eten geen varkensvlees
B
Eten moet koosjer zijn: Vlees en melk mogen niet samen
C
Vlees moet ritueel geslacht zijn
D
A, B en C zijn juist...

Slide 23 - Quiz

Keurmerken en duurzaamheid
de aarde zo gebruiken dat komende generaties er ook plezier van hebben.

Slide 24 - Slide

Keurmerken
Dierenwelzijn
Eerlijke handel
Gezondheid
Herkomst en kwaliteit
Natuur en milieu

Maak opdracht 28 blz. 28
timer
3:00

Slide 25 - Slide

Keurmerken
Dierenwelzijn
Eerlijke handel
Gezondheid
Herkomst en kwaliteit
Natuur en milieu


Slide 26 - Slide

Keurmerken:

Slide 27 - Slide

Blz 29 opdracht 29: Zoek van iedere keurmerk een afbeelding en schrijf eronder wat het keurmerk aangeeft. Lever in via classroom
timer
30:00

Slide 28 - Slide

0

Slide 29 - Video

Bladzijde 30- opdracht 30
Waarom??????
timer
10:00

Slide 30 - Slide

KEURMERK
- Onafhankelijke partij die bepaald of product aan eisen van het keurmerk voldoet
- Helpen mensen makkelijker kiezen welke producten ze kopen
- Je ziet direct welke bijzondere kenmerken een product heeft door het keurmerk

LOGO’S
- Logo’s moeten mensen verleiden om het product te kopen.
- Logo mag er door de fabrikant opgezet worden en gebeurt dus niet door een onafhankelijke partij

Slide 31 - Slide

KEURMERK 







Is altijd waar en het wordt gecontroleerd bvb: 
(Fairtrade = eerlijke handel...)
LOGO’S









Is niet altijd waar of gezond...








Slide 32 - Slide

claims

Slide 33 - Slide

Blz 31. opdracht 32
timer
0:30

Slide 34 - Slide

Blz 31. opdracht 32
timer
0:30

Slide 35 - Slide

Blz 31. opdracht 32
timer
0:30

Slide 36 - Slide

Blz 31. opdracht 32
timer
0:20

Slide 37 - Slide

Blz 31. opdracht 32
stopwatch
00:00

Slide 38 - Slide