verlichting

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wetenschappelijke Revolutie
De Renaissance
De Verlichting

Slide 4 - Drag question

Vertrouwen op rede en gezond verstand noemen wij:
A
Ratio
B
Radio
C
Verlicht
D
Reden

Slide 5 - Quiz

Als eerst kwam er veel kritiek op de kerk, welke kritiek was dit?

Slide 6 - Open question

Deze man is een beroemd bijbelgeleerde en humanist uit de Renaissance. Hij heeft kritiek op de geestelijk leiders van de christelijke kerk om hun onmaatschappelijk gedrag. Zijn bekendste werk is de Lof der zotheid dat in 1511 verschijnt. Wie is hij?
A
Bekker
B
Voltaire
C
Erasmus
D
Spinoza

Slide 7 - Quiz

Volgens Voltaire was God een soort klokkenmaker. Wat bedoelde Voltaire hiermee?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Montesquieu
Jean-Jacques Rousseau
Voltaire
John Locke
God is een klokkenmaker
Mensen zijn vrij en gelijk.
Het volk moet de macht hebben.
Er moet een democratie komen.
De macht moet worden opgedeeld in drie.
De koning moet de rechten van de mens bewaken.

Slide 10 - Drag question

Bij wie moet de macht liggen?
De koning
De Geestelijkheid
De Mensen
Bij Youp
De Adel

Slide 11 - Poll

Wat te doen met de macht?
Er zijn verschillende ideeën over wie de macht moet hebben.
Niet iedereen wilt zonder koning verder --> Koning als positief
Wat hebben wij nu?
Hoe wordt ons land bestuurt?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Vraag 8 van TVG

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichte denkers zijn voor
Verlichte denkers zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Ongelijkheid
Vrijheid van godssdienst
Gelijke rechten voor iedereen

          De koning en kerk 

Slide 17 - Drag question

Lesdoelen
1. Je kunt denkbeelden van de Verlichting op het gebied van politiek, godsdienst en sociale verhoudingen uitleggen.
2. Je kunt de relatie tussen de toename van de invloed van het volk (en een parlementair stelsel) en het Verlichtingsdenken uitleggen.
3. Je kan uitleggen waar de verlichtingsdenkers kritiek op hadden.
4. Je kent minimaal twee verlichtingsdenkers en je kan hun ideeën uitleggen.
5. Je kan de begrippen: Grondrechten / Democratie / Driemachtenleer uitleggen.




 

Slide 18 - Slide

Welke lesdoelen heb je behaald?
Welke lesdoelen heb je niet behaald?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 19 - Open question

Heb je nog vragen?
Geen vraag? Dan geen antwoord.

Slide 20 - Open question

Leg de volgende begrippen uit, gebruik de methode als dat nodig is;
- Absolutisme
- Ancien Regime
- Bourgeoise
- Standenmaatschappij

Slide 21 - Open question