6.2 - Bestuiving

6.2 - Bestuiving
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6.2 - Bestuiving

Slide 1 - Slide

Doelen van de paragraaf
Je kunt beschrijven wat bestuiving is
Je kunt het verschil uitleggen tussen zelfbestuiving en kruisbestuiving
Je kunt kenmerken noemen van windbloemen en insectenbloemen

Slide 2 - Slide

Bestuiving
Bestuiving
Wanneer stuifmeel op de stempel van een stamper terechtkomt,
heet dit bestuiving.

Bestuiving door insecten->insectenbloem
Bestuiving door de wind-> windbloem

Slide 3 - Slide

Soorten bestuiving
Wel of geen bestuiving

Slide 4 - Slide

Stuifmeel (mannelijke geslachtscellen)
Eicel (vrouwelijke geslachtscel)
 
Insecten bestuiving:              Wind bestuiving:
insectenbloem                          windbloem
    

Slide 5 - Slide

INSECTENBLOEMEN

Insecten zorgen voor de bestuiving
Kroonbladen zijn groot en opvallend
Weinig stuifmeeld, is ruw en kleverig
Bloem heeft een voor insecten aantrekkelijke geur en nectar


WINDBLOEMEN

Wind zorgt voor de bestuiving

Vaak klein en onopvallend

Veel stuifmeel, vaak glad


Slide 6 - Slide

Bestuiving
Verspreiden stuifmeelkorrels:
- Zelfbestuiving
- Kruisbestuiving

- Wind (windbloemen)
- Insecten (insectenbloemen)

Slide 7 - Slide

Vragen

Slide 8 - Slide

Wat is bestuiving?
A
stuifmeel van een meeldraad overbrengen op een stamper
B
stuifmeel van een stamper overbrengen op een meeldraad
C
stuifmeel overbrengen op een bloem
D
stuifmeel overbrengen op een andere plant

Slide 9 - Quiz

Welke nummers geven zelfbestuiving aan?
A
1, 2, 3 & 6
B
1, 3 & 6
C
1 & 3
D
1 & 6

Slide 10 - Quiz

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 11 - Quiz

Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz