Les 49 spelling pv en klankvast en klankveranderend ww

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 4 - Open question

Persoonsvorm

Slide 5 - Slide

Klankvast of klankveranderend?
  • werken
  • snoepen
  • lezen
  • gamen
  • hijsen
  • brengen

Slide 6 - Slide

klankvast of klankveranderend?

BIJTEN
A
klankveranderend
B
klankvast

Slide 7 - Quiz

werken =
A
klankveranderend
B
klankvast

Slide 8 - Quiz

klankvast of klankveranderend?

DENKEN
A
klankveranderend werkwoord
B
klankvast werkwoord

Slide 9 - Quiz


Waarom schrijf je wollen met een dubbele L?
A
Omdat hier de letter O een lange klinker is.
B
Omdat hier de letter O een medeklinker is.
C
Omdat hier de letter O een korte klinker is.
D
Omdat de letter O hier een klinker is.

Slide 10 - Quiz

pit --> pitten
Woorden die een korte klank hebben, houden de korte klank als je ze langer maakt. Als je aan het einde van een klankgroep een korte klank hoort, dan schrijf je twee dezelfde medeklinkers als je het woord langer maakt.

Slide 11 - Slide

zoon --> zonen
Woorden die een lange klank hebben, houden de lange klank als je ze langer maakt. Als de klankgroep op twee dezelfde klinkers eindigt, dan haal je een klinker weg.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide