Toets nov19 H5

1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort NIET bij de 16e eeuw?
A
Het begin van de Europese expansie
B
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid
C
Het conflict in de Nederlanden
D
De bijzondere plaats in staatkundig en economisch opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 2 - Quiz

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort NIET bij de 16e eeuw?
A
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
C
De wetenschappelijke revolutie
D
De protestantse reformatie en splitsing van de christelijke kerk

Slide 3 - Quiz

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort bij de 17e eeuw?
A
Het streven van vorsten naar absolute macht
B
‘verlicht denken’ dat wordt toegepast op alle terreinen van de samenleving
C
De opkomst van emancipatiebewegingen
D
het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling

Slide 4 - Quiz

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort bij de 17e eeuw?
A
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en wereldeconomie
B
Voortbestaan van het ancien régime en verlicht absolutisme
C
De protestantse reformatie en de splitsing van de christelijke kerk
D
De democratische revoluties in westerse landen

Slide 5 - Quiz

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort bij de 18e eeuw?
A
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en wereldeconomie
B
Discussies over de ‘sociale kwestie’
C
Trans-Atlantische slavenhandel en opkomst van het abolitionisme
D
De wetenschappelijke revolutie

Slide 6 - Quiz

Welk kenmerkend aspect of onderdeel daaruit, hoort bij de 18e eeuw?
A
De moderne vorm van imperialisme
B
De democratische revoluties in oosterse landen
C
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen
D
‘verlicht denken’ dat wordt toegepast op alle terreinen van de samenleving

Slide 7 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect (of onderdeel daarvan) uit tijdvak 6 past deze afbeelding het best?
A
begin van Europese overzeese expansie
B
begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
C
Wereldwijde handelscontacten
D
Uitbouw van de Europese overheersing en ontstaan van abolitionisme

Slide 8 - Quiz

Bron: onthoofding van Lodewijk XVI.
Bij welk kenmerkend aspect (of onderdeel daarvan) uit tijdvak 7 past deze afbeelding het best?
A
Verlicht absolutisme
B
De opkomst van emancipatiebewegingen
C
Het streven van vorsten naar absolute macht
D
De democratische revoluties in westerse landen

Slide 9 - Quiz

Bij welk kenmerkend aspect (of onderdeel daaruit) past deze afbeelding het best?
A
veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance
B
Rationeel optimisme en ‘’verlicht denken’
C
De reformatie
D
Voortschrijdende democratisering

Slide 10 - Quiz

Deze afbeelding hoort bij.........
A
tijdvak 5
B
tijdvak 6
C
tijdvak 7
D
tijdvak 8

Slide 11 - Quiz

Deze afbeelding hoort bij de...........
A
16e eeuw
B
17e eeuw
C
18e eeuw
D
19e eeuw

Slide 12 - Quiz

Deze afbeelding hoort bij..............
A
Tijdvak 5, 15e eeuw
B
Tijdvak 5, 16e eeuw
C
Tijdvak 6, 16e eeuw
D
Tijdvak 6, 17e eeuw

Slide 13 - Quiz

'Predestinatieleer' hoort bij welk persoon?
A
Luther
B
Calvijn
C
de Paus
D
Karel V

Slide 14 - Quiz

Welk persoon past het best bij het begrip: 'absolutisme'
A
Lodewijk XIV
B
Frederik de Grote
C
Bismarck
D
Willem II

Slide 15 - Quiz

Wat past het best bij het begrip: 'moedernegotie'?
A
Noordzeehandel
B
VOC
C
Specerijen
D
Danzig (Gdansk)

Slide 16 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de stelling: 'alles werd onderwerp van onderzoek'
A
Verlichting
B
Wetenschappelijke Revolutie
C
Renaissance
D
Humanisme

Slide 17 - Quiz

Welk begrip past het best bij: 'doorbraak van een wetenschappelijke manier van denken in de 17e eeuw, waarbij de nadruk ligt op waarneming, proeven doen en logisch nadenken'
A
Renaissance
B
Wetenschappelijke revolutie
C
Verlichting
D
Humanisme

Slide 18 - Quiz

Welke gebeurtenis hoort bij: '. De Patriottenbeweging keerde zich tegen de stadhouder en de misstanden veroorzaakt door de regentenbesturen. Met hulp van Pruisische troepen werden ze echter verdreven!
A
De Amerikaanse revolutie
B
De Franse Revolutie
C
De Glorious Revolution
D
De Bataafse Revolutie

Slide 19 - Quiz

Welk persoon hoort niet bij het verlicht absolutisme?
A
Jozef II van Oostenrijk
B
Catharina II van Rusland
C
Frederik de Grote van Pruissen
D
Lodewijk XIV van Frankrijk

Slide 20 - Quiz