Par. 6.1 De middeleeuwse stad

Leerdoelen opschrijven
4. Hoe organiseerden ambachtslieden en handelaren zich in de late middeleeuwen?

Klaar? Leer de begrippen van par. 6.1 uit je hoofd, blz. 137.
timer
3:00
Vorige les:
1. Waarom ontstonden er vanaf de 11e eeuw steden in Europa?
2. Waarom groeiden bestaande steden in Europa vanaf de 11e eeuw?
3. Hoe werd een middeleeuwse stad bestuurd?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen opschrijven
4. Hoe organiseerden ambachtslieden en handelaren zich in de late middeleeuwen?

Klaar? Leer de begrippen van par. 6.1 uit je hoofd, blz. 137.
timer
3:00
Vorige les:
1. Waarom ontstonden er vanaf de 11e eeuw steden in Europa?
2. Waarom groeiden bestaande steden in Europa vanaf de 11e eeuw?
3. Hoe werd een middeleeuwse stad bestuurd?

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Huiswerk bespreken
2. Uitleg par. 6.1
3. Leerdoelen beantwoorden
4. Afsluiten

Tijd over? Filmpje kijken



Slide 2 - Slide

Studiewijzer
08/04 Par. 5.1 Het rijk van Karel de Grote
10/04 Par. 5.1 Het rijk van Karel de Grote
15/04 Par. 5.2 De vroegmiddeleeuwse landbouwsamenleving
17/04 Par. 5.2 De vroegmiddeleeuwse landbouwsamenleving
MEIVAKANTIE
06/05 Par. 5.2 De vroegmiddeleeuwse landbouwsamenleving
08/05 -
13/05 Par. 5.3 De verspreiding van het christendom
15/05 Par. 5.3 De verspreiding van het christendom
20/05 SO par. 5.1 t/m 5.3
22/05 Par. 6.1 De middeleeuwse stad
27/05 Par. 6.1 De middeleeuwse stad
Hemelvaart
03/06 Par. 6.2 Het koninkrijk Engeland
05/06 Par. 6.2 Het koninkrijk Engeland
10/06 Par. 6.3 Centralisatie in Frankrijk
12/06 Par. 6.3 Centralisatie in Frankrijk
17/06 Par. 6.3 Centralisatie in Frankrijk
19/06 Herhalingsles
24/06 Organisatiedag

TWT 4
Par. 6.1 t/m 6.3

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
Werkboek par. 6.1, blz. 140-141, opdrachten 2, 3, 4, 8 en 10

Slide 4 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 5 - Slide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 6 - Slide

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 7 - Slide

Meer landbouwgrond beschikbaar en betere technieken
Rond het jaar 1000

  • Ontginningen: bossen en moerassen geschikt maken voor landbouw.
  • Boeren gingen de grond efficiënter gebruiken.        
  • Dankzij het drieslagstelsel werd de opbrengst van de akkers groter.
  • Boeren ontwikkelde een betere ploeg
  • Betere ploeg, van ijzer die werd getrokken door een paard: het werk ging sneller. 

Slide 8 - Slide

Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op.
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten van een stadje in de buurt.
  • Door het gebruik van nieuwe landbouwtechnieken waren minder horigen nodig.
  • Boeren en horigen vertrokken naar de stad en vestigen zich daar als burger (inwoner van een stad die belasting betaalt en burgerrechten heeft).
  •  Dorpjes groeide tot steden en er kwamen ook nieuwe steden bij = verstedelijking.
  • Bijv. in Vlaanderen veranderde de landbouwsamenleving in een landbouw-stedelijke samenleving.

Slide 9 - Slide

's Hertogenbosch
Handelaren moesten in Brabant tol betalen (belasting voor het gebruik van wegen, rivieren en bruggen).

De stad bloeide weer. 

Verstedelijking

Slide 10 - Slide

Stadsbestuur
  • Elk stad had een heer, die de macht had in het gebied waarin de stad lag (koning, hertog, graaf of bisschop).
  • Steden werden groter en rijker. 
  • Burger willen hun eigen stad besturen. 
  • Burgers vroegen om stadsrechten: het recht om een stadsmuur te bouwen, hun eigen regels te maken, zelf recht te spreken en eigen belastingen te innen.
  • In ruil daarvoor kreeg de heer belastingen en/of soldaten voor zijn leger.

Slide 11 - Slide

Stadsbestuur
  • Aan het hoofd van het stadsbestuur stonden de burgemeesters. Samen met de stadsraad bestuurden ze de stad. Ze kwamen vaak uit rijke families.
  • Ze zorgen voor orde en veiligheid.
  • Vrouwen mochten niet meedoen aan het bestuur.

Slide 12 - Slide

Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde = ambachtsgilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
  • Het ambachtsgilde had veel invloed op het leven van de leden. Sommige gilde waren erg machtig en kregen invloed op het bestuur van de stad.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 13 - Slide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een beroep uitoefenen of een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 14 - Slide

De rol van de vrouw in de late middeleeuwse economie
  • De vrouw van een ambachtsman hielp mee in de werkplaats of in de winkel.
  • Vrouwen werkten op de markt als verkoopster.
  • Sommige vrouwen waren zelfstandig lid van een gilde.

Slide 15 - Slide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 16 - Slide

Teruggekeerde geldeconomie
Hoe?
  • Vraag en aanbod (boeren verkochten bijv. groenten en kochten producten van de nijverheid).
  • Handelaren maakten winst.
Maar...
  • Iedere stad heeft eigen munt...
  • Gevolg: specialisatie in geldwissel --> ontstaan van banken
  • Nieuwe betaalsystemen: wisselbrief

Slide 17 - Slide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Leerdoelen beantwoorden
1. Waarom ontstonden er vanaf de 11e eeuw steden in Europa?
2. Waarom groeiden bestaande steden in Europa vanaf de 11e eeuw?
3. Hoe werd een middeleeuwse stad bestuurd?
timer
1:00

Slide 20 - Slide