14-4

Klassenindeling
Na de timer heb je op tafel:
- jouw boek
en
- ben je stil
timer
3:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klassenindeling
Na de timer heb je op tafel:
- jouw boek
en
- ben je stil
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Deutsch

Slide 2 - Slide

Eerst even

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
Lesen
Start les

Einde les

Slide 4 - Slide

Weektaak controleren
Weektaak: 
Open je boek op bladzijde .
Huiswerk niet af? Ik zet het in Magister.
Huiswerk af? 
Start les

Einde les

Slide 5 - Slide

Lesen
Lees de tekst en beantwoord de vragen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voorzetsels 4e naamval
Schrijf de voorzetsels van de vierde naamval op:
  • durch
  • für
  • ohne
  • gegen
  • bis
  • um
Start les
Grammatik
Einde les

Slide 8 - Slide

Grammatik
Neem dit schema over op papier.
Start les
Grammatik
Einde les
Mannelijk (m)
Vrouwelijk (v)
Onzijdig (o)
Meervoud (mv)
1e 
3e 
4e

Slide 9 - Slide

Stappenplan
Neem dit stappen plan over:
Stap 1: Kijk of het voor de der-groep of de ein-groep is of een persoonlijk                          voornaamwoord.
Stap 2: Staat er een voorzetsel in de zin?
                Ja -> Controleer welke naamval het voorzetsel is. 
                Nee -> Stap 3.
Stap 3: Zin ontleden.

Start les
Grammatik
Einde les

Slide 10 - Slide

Zinnen ontleden
Stap 1, werkwoordelijk gezegde:
- Omcirkel alle werkwoorden in de zin. 
Stap 2, onderwerp.
- (Stel de vraag) wie of wat + werkwoordelijk gezegde?
Stap 3, lijdend voorwerp (4e naamval)
- (Stel de vraag) wie of wat + onderwerp + werkwoordelijk gezegde
Stap 4, meewerkend voorwerp (3e naamval)
- (Stel de vraag) aan wie of wat + onderwerp + lijdend voorwerp + werkwoordelijk gezegde 
Start les
Grammatik
Einde les

Slide 11 - Slide

Ich schenke _____ (mijn) Mutter (v)_____ (een)
Blume (v).

Slide 12 - Open question

(jij) ____ kaufst (een) ____Apfel (m).

Slide 13 - Open question

(wij) ____ besuchen (jullie) _____.

Slide 14 - Open question

Ich gehe mit (mijn) ___ Freundin (v) nach (het) ____ Unterricht (o) spazieren.

Slide 15 - Open question

(de) ____ Oma (v) gibt (het) _____ fröhlichen Kind (o) an Weihnachten ____ (een) liebevoll verpacktes Geschenk (o).

Slide 16 - Open question

Gekoppeld daltonuur
Ga aan het werk met de weektaak voor Duits

Slide 17 - Slide