les 5 thema 7 schrijven

Nederlands
Thema 7 Geld

Schrijven
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Thema 7 Geld

Schrijven

Slide 1 - Slide

Vorige les
Bij het lezen van een tekst:

Onderwerp: in 1 woord waar de tekst over gaat
Kernzin: belangrijkste zin in de tekst (+deelonderwerp!)

Slide 2 - Slide

Voorbeeld tekst
Heftig nieuws uit Oekraïne. Op 24 februari is het Russische leger Oekraïne binnengevallen. Er zijn veel gevechten. En er vinden aanvallen vanuit de lucht plaats. Miljoenen mensen uit Oekraïne zijn gevlucht. Waarom is president Poetin van Rusland
deze oorlog begonnen? En wat vinden andere landen ervan?

Wat is de kernzin???

Slide 3 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

1. Kun je uitleggen hoe je een 'zelf bedacht' verhaal noemt

2. Weet je waarom je schrijfvragen gebruikt 
bij het schrijven van een verhaal.
Waarom leer je dit?

Slide 4 - Slide

Bijschrift
  • Waarom staat er een bijschrift bij een afbeelding?
  • Wat kan er gebeuren als er bij deze afbeelding géén bijschrift stond?

Slide 5 - Slide

Wat is een passend bijschrift bij deze afbeelding?
A
Betalen met contant geld is goed
B
Pas op met mobiel bankieren
C
Geld uitgeven is gevaarlijk
D
Je telefoon en pinpas horen bij elkaar

Slide 6 - Quiz

Aan de slag
Bedenk nu zelf 2 passende bijschriften bij de volgende foto's..

Slide 7 - Slide

Bedenk een passend bijschrift

Slide 8 - Open question

Bedenk een passend bijschrift

Slide 9 - Open question

Fictie
  • Verzonnen verhaal, iets wat niet waar is.
  • De volgorde van het verhaal is belangrijk, dan snap je het beter
  • Schijfvragen kunnen helpen

Slide 10 - Slide

Schrijfvragen (blz. 256)
  1. Over wie gaat je verhaal?
  2. Wat is er gebeurd?
  3. Waar is het gebeurd?
  4. Wanneer is het gebeurd?
  5. Hoe is het verhaal afgelopen?

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag!
Maken opdracht 2 en 3
Blz. 257

Denk goed aan de schrijfvragen!!

Eerder klaar? Pak je leesboek. 
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Samenwerken
Maak samen opdracht 4 en 5.
Denk weer goed aan de schrijfvragen!
1. Over wie gaat je verhaal?
2. Wat is er gebeurd?
3. Waar is het gebeurd?
4. Wanneer is het gebeurd?
5. Hoe is het verhaal afgelopen?
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Evaluatie
Wat is fictie? 

Welke 5 schrijfvragen zijn er? 

Hoe was je inzet? 

Slide 14 - Slide