Communicatie: Onderzoek

Onderzoek!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Onderzoek!

Slide 1 - Slide

Janette heeft door middel van een SWOT-analyse de probleemstelling, onderzoeksvraag en het onderzoeksdoel geformuleerd. Wat is de logische volgende stap in het onderzoek?
A
Het analyseren van de informatie
B
Het bepalen van de informatiebehoefte
C
Het uitvoeren van deskresearch
D
Het verwerken van de gegevens

Slide 2 - Quiz

Onderzoeksvraag
In de vorige les hebben we gekeken hoe je een onderzoeksvraag kunt formuleren. 
Om antwoord te kunnen geven op een onderzoeksvraag formuleer je deelvragen. 

Slide 3 - Slide

Onderzoeksvraag
Wanneer is een onderzoeksvraag goed?
  • Een onderzoeksvraag begint altijd met: hoe, welke of waarom.
  • Een onderzoeksvraag is een verwachting, ook wel hypothese. 
  • Een onderzoeksvraag kun je niet beantwoorden met 'ja' of 'nee'. 

Slide 4 - Slide

Onderzoeksvraag
  • Een onderzoeksvraag bestaat niet uit meningen, maar is objectief. 
  • Een onderzoeksvraag moet meetbaar zijn. 
  • Er zijn meerdere deelvragen nodig om antwoord te geven op de onderzoeksvraag. 

Slide 5 - Slide

Deelvragen
Kenmerken deelvragen:
  • De deelvragen zijn minder complex dan de hoofdvraag.
  • Je combineert niet twee type onderzoeksvragen met elkaar.
  • Je stelt alleen deelvragen op die je per se nodig hebt om je hoofdvraag te beantwoorden.
  • Je stelt altijd wel één of twee beschrijvende of vergelijkende deelvragen op.

Slide 6 - Slide

Deelvragen
Volgorde deelvragen:
  • Door de eerste deelvraag te beantwoorden kun je aan de slag met de tweede deelvraag.
  • Je begint altijd met de beschrijvende en vergelijkende vragen.

Slide 7 - Slide

Wat is de juiste volgorde van onderzoek?
A
Opstellen onderzoeksplan, gegevens verzamelen, rapportage, analyse en interpretatie van gegevens, presentatie en probleemanalyse
B
Probleemanalyse, opstellen onderzoeksplan, gegevens verzamelen, analyse en interpretatie van gegevens, rapportage en presentatie.
C
Gegevens verzamelen, probleemanalyse, opstellen onderzoeksplan, analyse en interpretatie van gegevens, rapportage en presentatie.
D
Rapportage, opstellen onderzoeksplan, probleemanalyse, gegevens verzamelen, analyse en interpretatie van gegevens en presentatie.

Slide 8 - Quiz

Klein onderzoek doen
  • In de volgende sheet zie je een antwoordblad met vier stellingen. 
  • Je gaat onderzoeken of deze stellingen juist of niet juist zijn. 
  • Je geeft aan hoe je tot de conclusie bent gekomen dat de stelling juist of niet juist is. 
  • Dit onderbouw je door de gebruikte bronnen te vermelden. 
  • De uitkomst van je onderzoek doe je in Word en lever je in op It's Learning. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hypothese

Je vraagt je iets af en hebt een verwachting.

Dit wil je onderzoeken.

De hypothese is dat je beschrijft wat je verwacht.

 

Slide 11 - Slide

Beschrijvende vraag
Beschrijvende vragen zijn handig om het onderwerp van het onderzoek te verkennen. Deze vragen zijn meestal het startpunt van je onderzoek, en helpen je om het onderwerp van de scriptie overzichtelijk te krijgen.
Voorbeeld: Welke maatregelen neemt de overheid komend jaar om de belastingdruk te verlagen?

Slide 12 - Slide

Vergelijkende vragen
Als je verschillen en overeenkomsten wilt aantonen dan doe je dit met een vergelijkende vraag.

Voorbeeld: Wat is het verschil tussen gebarentaal en lichaamstaal?

Slide 13 - Slide