Soorten onderzoek, hoofdvragen en deelvragen

1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Bedenken we wat voor type onderzoek we willen doen.
  • Formuleren we een hoofdvraag en een aantal deelvragen. 

Slide 2 - Slide

Hypothese

Je vraagt je iets af en hebt een verwachting.

Dit wil je onderzoeken.

De hypothese is dat je beschrijft wat je verwacht.

 

Slide 3 - Slide

Hoofdvragen
Stel: 
In de Vrijheidswijk in wijk Leeuwarden hebben ze veel overlast van hangjongeren. De politie en de gemeente denken dat dit de leefbaarheid van de wijk verslechtert en zijn bang dat de wijk een slechte naam krijgt. 

Als onderzoeker weet jij dat je niet zomaar iets kan beweren, maar altijd eerst goed onderzoek moet doen. Bedenk een hoofdvraag.


Slide 4 - Slide


1. Wat zijn de specifieke vormen van overlast die door hangjongeren in de Vrijheidswijk worden veroorzaakt?
2. Op welke locaties in de Vrijheidswijk komt de overlast door hangjongeren het meest voor?
3. Welke demografische kenmerken hebben de hangjongeren (leeftijd, geslacht, achtergrond)?
4. Wat zijn de mogelijke oorzaken of motieven voor het gedrag van deze hangjongeren?
5. Welke maatregelen hebben de politie en de gemeente tot nu toe genomen om de overlast aan te pakken, en met welk resultaat?

6. Hoe ervaren bewoners van de Vrijheidswijk de overlast, en welke impact heeft dit op hun dagelijkse leven en gevoel van veiligheid?
7. Wat zijn de mogelijke lange termijn gevolgen voor de leefbaarheid en reputatie van de Vrijheidswijk als de overlast niet effectief wordt aangepakt?
8. Welke preventieve initiatieven of alternatieve vrijetijdsbestedingen kunnen worden geïntroduceerd om hangjongeren positieve keuzes te laten maken?
9. Hoe kunnen de politie, gemeente, scholen, ouders, en jongerenwerkers beter samenwerken om de overlast door hangjongeren te verminderen en de leefbaarheid in de Vrijheidswijk te verbeteren?

Slide 5 - Slide

Doel van een vraag
  • Beschrijven (niet wenselijk voor hoofdvraag. Kan wel als deelvraag)
  • Vergelijken (in hoeverre…)
  • Verklaren (waarom….)
  • Waarderen/evalueren (wat vind ik hier van en waarom, werkt deze oplossing)
  • Verbeteren (op welke manier….)



Regel 1: Nooit een ja/nee vraag.
Regel 2: Afbakenen in ruimte, tijd, wees specifiek!

Slide 6 - Slide

Dit gaan we oefenen!
Bedenk in 1 minuut zoveel mogelijk vragen over je eigen onderwerp.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Checklist hoofdvraag
• BINNEN VAKGEBIED: Een vraag moet passen binnen het vak, waarmee je bezig bent.  
AFGEBAKEND: Hij moet duidelijk afgebakend zijn: het onderwerp, de periode en het gebied zijn duidelijk aangegeven (Wat?; Wanneer?: Waar?).  
EENDUIDIG: Hij is maar op één manier uit te leggen.  
ENKELVOUDIG: De vraag mag niet uit meerdere vragen bestaan.  
NIEUW: Hij moet nieuwe informatie opleveren. Wat je al weet, hoef je niet meer te onderzoeken.  
BEHAPBAAR: Hij moet te onderzoeken zijn met jouw beschikbare tijd en middelen.  

Slide 9 - Slide

Welk van onderstaande vragen is het meest geschikt als onderzoeksvraag voor een meesterproef?
A
Hoe kan Nederland criminaliteit aanpakken?
B
Heeft Nederland een probleem met cybercriminaliteit?
C
Hoe kan Nederland cybercriminaliteit bestrijden?
D
Hoe kan Europa cybercriminaliteit bestrijden?

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Deelvragen:
  • Een hoofdvraag is vaak te groot om in één keer te kunnen beantwoorden. Daarom deel je de hoofdvraag op in een aantal deelvragen (4 is een mooi aantal voor de meesterproef). 
  • Door antwoorden te vinden op jouw deelvragen, beantwoord je uiteindelijk ook je hoofdvraag.

Slide 12 - Slide

Soorten deelvragen
 
  • beschrijvende vraag (wat is... hoe verliep...)
  • verklarende vraag (waarom..., wat zijn oorzaken..)    
  • vergelijkende vraag (in hoeverre...)
  • waarderende vraag (wat vinden mensen van... werkt deze oplossing...)

Slide 13 - Slide

De hoofdvraag luidt:
Welke rol spelen de aardbevingen in Groningen op de huizenprijzen op de Groningse woningmarkt?
Welke deelvraag hoort er niet bij?
A
Waardoor ontstaan de aardbevingen in Groningen?
B
Hoe verschillen de huizenprijzen op de Groningse woningmarkt van de huizenmarkt in andere regio's?
C
Hoe is de provincie Groningen ontstaan?
D
Welke factoren bepalen de huizenprijzen op de woningmarkt?

Slide 14 - Quiz

Bedenk één deelvraag bij de hoofdvraag: Hoe kan Nederland cybercriminaliteit bestrijden?

Slide 15 - Open question

Deelvragen
Volgorde deelvragen:
  • Door de eerste deelvraag te beantwoorden kun je aan de slag met de tweede deelvraag.
  • Je begint altijd met de beschrijvende en vergelijkende vragen.

Slide 16 - Slide

Checklist deelvragen 
CRITERIA HOOFDVRAAG: Deelvragen moeten aan dezelfde eisen voldoen als de hoofdvraag bij "Wat is een goede hoofdvraag?".  
ONDERSTEUNEND: Ze moeten de hoofdvraag ondersteunen. Je moet geen deelvragen stellen die niet nodig zijn voor het beantwoorden van de hoofdvraag.  
MINDER COMPLEX DAN HOOFDVRAAG Let op: de hoofdvraag is steeds complexer dan de deelvragen.  
GOEDE VOLGORDE Ze moeten in een logische volgorde staan:  
o Chronologisch.  
o Zodat ze een lopend verhaal opleveren.  
o In volgorde van complexiteit: eerst beschrijvende, dan verklarende enz.  

Slide 17 - Slide

Bronnen zoeken voor je onderzoek
  • krantenartikelen/tijdschriftartikelen/nieuwsitems
  • boeken (bibliotheek), schoolboeken
  • documentaires (NPO, 2DOC, IDFA enz.) => gebruik niet zo maar een YouTube filmpje. Er staan documentaires op YouTube, maar doe onderzoek voordat je iets gebruikt.
  • Statistieken (CBS, Worldometer, ourworldindata)
  • interviews
  • enquêtes
  • museum/tentoonstellingen

Slide 18 - Slide