Cursus 4.1

4. Mensen en Machines
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4. Mensen en Machines

Slide 1 - Slide

Samen lezen: intro op bladzijde 6 
Zijn er veel verschillen tussen nu en de tijd waarin dit verhaal zich afspeelde?

Slide 2 - Slide

Welke verschillen zijn dat?

Slide 3 - Open question

Cursus 4.1
Elk doet zijn werk.

Na deze cursus weet je:
- welke drie beroepssectoren er zijn en je kan voorbeelden van deze broepen benoemen.
- Je weet wat automatisering is.
- Je kan het begrip werkgelegenheid uitleggen.
- Je kan het verschil tussen commercieel en niet-commerciële dienstverlening uitleggen.


Slide 4 - Slide

De drie beroepssectoren
1. De primaire sector: landbouw, tuinbouw, visserij en mijnbouw.

Slide 5 - Slide

De primare sector.
Dit is de kleinste sector, maar wel een hele belangrijke!

Nederland exporteert na de VS de meeste landbouwproducten!

Slide 6 - Slide

Grootste exporteurs landbouw.

Slide 7 - Slide

Is dat zo bijzonder? Ja! Kijk eens naar het verschil in oppervlakte!

Slide 8 - Slide

De drie beroepssectoren
1. De primaire sector: landbouw, tuinbouw, visserij en mijnbouw.
2. De secundaire sector: beroepen waarbij producten worden gemaakt. Bijvoorbeeld in een fabriek.

Slide 9 - Slide

Bijzonderheden in de secundaire sector.
Grondstof -> halffabrikaat -> product.

Grondstof = hout
Halffabrikaat = plank
product = meubel

Slide 10 - Slide

De drie beroepssectoren
1. De primaire sector: landbouw, tuinbouw, visserij en mijnbouw.
2. De secundaire sector: beroepen waarbij producten worden gemaakt. Bijvoorbeeld in een fabriek.
3. De tertaire sector: dienstverlening. Dit zijn de meeste beroepen in Nederland. Dokters, advocaten, mensen op kantoor, klusjesmannen.

Slide 11 - Slide

Bijzonderheden in de tertaire sector.
Het verschil tussen commerciële en niet-commerciële dienstverlening.

Slide 12 - Slide

Commercieel:
Pakketdienst
Transportbedrijf
Klusjesman
Makelaardij
ICT-bedrijf
Hovenier

Winst is wel het hoofddoel van deze bedrijven!

Niet-commercieel:
School
Ziekenhuis
Gemeente / overheid
Verzorgingstehuis
Brandweer
Politie

Winst is niet het hoofddoel van deze bedrijven!

Slide 13 - Slide

De verdeling van de sectoren in NL

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Automatisering
Machines nemen het werk van mensen over.
Is dit effectiever?
Is dit goed voor de werkgelegenheid?

Slide 16 - Slide

Werkgelegenheid
Alle banen samen op de arbeidsmarkt. 
Eigenlijk zou je kunnen zeggen: hoeveel werk er beschikbaar is.

Slide 17 - Slide

In welke sector werkt een visser?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Dofijnensector

Slide 18 - Quiz

In welke sector werkt een bouwvakker?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Bouwsector

Slide 19 - Quiz

In welke sector werkt een busschauffeur?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Vervoerssector

Slide 20 - Quiz

Onder welke sector valt de landbouw?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 21 - Quiz

Als je kranten/folders langs brengt dan werk je in de.....
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 22 - Quiz

Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Als docent werk je ook in de tertiaire sector, maar werkt een docent commercieel of niet-commercieel?
A
Commercieel
B
Niet- Commercieel

Slide 24 - Quiz

Een lading ijzererts, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 25 - Quiz

Een laptop, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 26 - Quiz

Een koperen kabel, is dat een:
A
Grondstof
B
Halffabrikaat
C
Eindproduct

Slide 27 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? Waar koop je deze producten?
In de winkel
Bij een fabriek 
Bij een landbouwbedrijf, mijnbouwbedrijf of vissersbedrijf 
Grondstof
Halffabrikaat
Eindproduct

Slide 28 - Drag question

Aan de slag:
Maak van de intro opdracht 1 t/m 3
Maak de volgende opdrachten van cursus 4.1
2 t/m 11

Eerder klaar? Maak de oefengenerator van 4.1, je hebt voor alle niveaus tenminste 80% goed.

Slide 29 - Slide