Er zijn nog meer stofeigenschappen maar dit zijn voor nu de belangerijkste.
Slide 7 - Slide
Met welke stofeigenschappen kun jij water van cola onderscheiden?
Slide 8 - Open question
Met welke stofeigenschappen kan je onderscheid maken tussen goud en zilver?
Slide 9 - Open question
Scheidingsmethodes
Ik kan met behulp van verschillende stofeigenschappen een scheidingsmethode kiezen om twee stoffen uit elkaar te halen.
Slide 10 - Slide
Scheidingsmethodes
Stoffen scheiden
Soms wil je mengsels scheiden, dat kan verschillende redenen hebben. Meestal heb je maar een deel van de stof nodig.
Een mengsel scheid je met behulp van een verschil in stofeigenschappen.
Een zak M&M's splitsen op verschillende groottes gaat heel moeilijk. Maar M&M's splitsen op verschillende kleuren gaat al veel beter.
Dit doe je ook bij verschillende stoffen.
verschillende methodes
de 5 belangerijkste scheidingsmethodes zijn:
1. filtreren.
2. adsorberen.
3. indampen.
4. destileren.
5. bezinken.
Slide 11 - Slide
Scheidingsmethodes
Filtreren
Filtreren, hierbij laat je een suspensie door een filter lopen. De vaste deeltjes in de suspensie blijven dan achter in het filter. Dit noem je het residu. Wat er door het filter heen loopt noem je het filtraat. Bij deze vorm van stoffen scheiden maak je gebruik van de stofeigenschap oplosbaarheid.
Adsorberen
Bij adsorptie voeg je eerst iets extra's toe aan je mengsel. het adsorptiemiddel. aan deze andere stof blijft dat wat jij uit je mengsel wil "plakken". Vervolgens zou je jou adsorptiemiddel weer uit je mengsel kunnen filtreren. Deze scheidingsmethode is dus op basis van hoe graag een stof wil hechten aan iets anders.
Indampen
de scheidingsmethode indampen is op basis van het verschil in kookpunt. Bij indamping ga jij het mengsel verwarmen. op een gegevn moment zal een deel van jou mengsel verdampen, wat er achterblijft in he schaaltje is het residu.
Destileren
Destilatie is net als indampen een scheidingsmethode op basis van het kookpunt. Bij destilatie verwarm jij een het mengsel tot het laagste kookpunt va de stoffen in het mensel. Hierdoor zal aalleen die stof gaan koken en verdampen en blijft de rest achter.
Bezinken
Bij bezinken maak je gebruik van het verschil in dichtheid. na verloop van tijd zal de stof met de grootste dichtheid onderop gaan liggen. Vervolgens kun je voorzichtig de stof met de kleinste dichtheid afschenken. Je moet hierbij super opletten dat het niet weer gaat mengen.
Slide 12 - Slide
Filtreren
Slide 13 - Slide
Bezinken
Slide 14 - Slide
Adsorberen
Slide 15 - Slide
Destilleren
Slide 16 - Slide
Indampen
Slide 17 - Slide
Welke stofeigenschap gebruik je bij bezinken.
A
kookpunt
B
aanhechtingsvermogen
C
dichtheid
D
oplosbaarheid
Slide 18 - Quiz
Welke stofeigenschap gebruik je bij destileren.
A
kookpunt
B
aanhechtingsvermogen
C
dichtheid
D
oplosbaarheid
Slide 19 - Quiz
Welke stofeigenschap gebruik je bij adsorberen.
A
kookpunt
B
aanhechtingsvermogen
C
dichtheid
D
oplosbaarheid
Slide 20 - Quiz
Welke stofeigenschap gebruik je bij filtreren.
A
kookpunt
B
aanhechtingsvermogen
C
dichtheid
D
oplosbaarheid
Slide 21 - Quiz
Van welke stofeigenschap maken we gebruik als we gaan indampen?
A
deeltjesgrootte
B
oplosbaarheid
C
kookpunt
D
smeltpunt
Slide 22 - Quiz
Hoe ging de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 23 - Poll
Afsluiting
Wat hebben jullie vandaag geleerd?
Slide 24 - Slide
Huiswerk
De twee vragen "Hoe bewijs je dat je het leerdoel beheerst?''
en ''Wat heb ik geleerd en waar moet ik nog extra aandacht aan besteden?'' uitwerken voor de leerdoelen.
Alvast leren over de fases, faseovergangen en moleculen!