2HVa 17-1-2024 poëzie

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • schrift
  • laptop (dicht)
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • schrift
  • laptop (dicht)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Gedichten
gedichten / strofen / rijm

Slide 3 - Slide

Doelen van de les
  • Je weet wat gedichten zijn en je kunt ze herkennen.
  • Je weet wat strofen zijn en je kunt ze herkennen.
  • Je weet wat rijm is en je kunt dit herkennen/aanwijzen.
  • Je kunt eenvoudige gedichten begrijpen.
 

Slide 4 - Slide

Waar denk je aan bij het woord poëzie?

Slide 5 - Mind map

Kenmerken van poëzie
  • De regels zijn niet volgeschreven; op de bladzijde is dus veel wit.
  • Soms rijmen gedichten, soms ook niet.
  • Een gedicht kan heel kort zijn, maar ook langer.
  • Soms vertelt een gedicht een verhaal, meestal gaat het over gevoelens en gedachten.
  • In een gedicht wordt de taal soms anders gebruikt, waardoor je moet nadenken over de betekenis van het gedicht.

Slide 6 - Slide

Lees het gedicht
VOOR DE KLAS
 
Ik wou dat ik een slak was
dan kroop ik in mijn huisje weg

een wandelende tak was
onzichtbaar in een kale heg

ik wou dat ik behang was
bij het plafond daar bovenaan

maar liever nog niet-bang-was
om dadelijk voor de klas te staan

Bas Rompa

Slide 7 - Slide

Welke kenmerken heb je in het gedicht herkend?
A
Het gedicht vertelt een verhaal.
B
Het gedicht gaat over gevoelens en gedachten.
C
In het gedicht zit rijm.
D
In het gedicht zit geen rijm.

Slide 8 - Quiz

Strofen
Teksten zijn verdeeld in alinea's, dat zijn stukken tekst die bij elkaar horen. Gedichten zijn vaak ook verdeeld in stukken. Deze stukken tekst noem je strofen. Tussen elke strofe zit een witregel.

Slide 9 - Slide

Lees het gedicht

Slide 10 - Slide

Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 11 - Quiz

Rijm
  • In sommige gedichten zit rijm. Je spreekt van rijm als de klanken in de delen van woorden (lettergrepen) hetzelfde zijn.  

  • Bijvoorbeeld: school en rodekool of gedichten en zwaailichten.

Slide 12 - Slide

Bijna geen rijm

Er zijn ook gedichten waar bijna geen rijm in zit.

Zie het voorbeeld van Judith Herzberg hiernaast.
De zee

De zee kun je horen
Met je handen voor je oren
In een kokkel,
In een mosterdpotje
Of aan zee.

Slide 13 - Slide

Rijmloos

Gedichten die helemaal geen rijmende woorden hebben, noemen we rijmloos.

Zie het voorbeeld van Hans Andreus hiernaast.
     Zo mooi anders
Je bent zo
mooi 
anders
dan ik,

natuurlijk
niet meer of
minder
maar

zo mooi
anders,

ik zou je
nooit

anders dan
anders willen.

Slide 14 - Slide

Rijm
 Er zijn verschillende soorten rijm:
  • Mannelijk of staand rijm: de laatste, beklemtoonde lettergreep rijmt. Bijvoorbeeld: gaan – staan, gedruis – sluis
  • Vrouwelijk of slepend rijm: een beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door een onbeklemtoonde lettergreep.
      Bijvoorbeeld: kopen – lopen, eter – beter
  • Glijdend rijm: Een beklemtoonde rijmende lettergreep wordt gevolgd door twee onbeklemtoonde lettergrepen.
      Bijvoorbeeld: kabbelen – babbelen, kinderen – hinderen

Slide 15 - Slide

Mama, waar heb jij het geluk gelaten?
Ted van Lieshout

Mama, waar heb jij het geluk
gelaten? Ik had het hier
neergelegd en nou is het weg!

Je zult het wel ergens hebben laten
slingeren of het is gestolen of
misschien per ongeluk weggegooid.

Wie zou mijn geluk willen stelen?
Wie niet?

Lees het gedicht


  1. Welke kenmerken van gedichten herken je?
  2. Uit hoeveel strofen bestaat dit gedicht?
  3. Zit er in dit gedicht eindrijm, of bijna geen rijm of is het rijmloos?

Slide 16 - Slide

Heb je de doelen bereikt?
  • Weet je wat gedichten zijn en kun je ze herkennen?
  • Weet wat strofen zijn en kun je ze herkennen?
  • Weet je wat rijm is en kun je dit herkennen/aanwijzen?
  • Kun je eenvoudige gedichten begrijpen?
  • Kun je uitleggen waarom je een gedicht wel of niet mooi vindt?
 

Slide 17 - Slide