3M reactieschema's

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Tijdens deze lessonup les.

Oefen je met het opstellen van reactieschema's.

Herhaal je wat een verbranding is.

Voor elke verbranding heb je 3 voorwaarden, benoem ze:

Tijdens het koken gebruik je vuur om het water in een pan te verwarmen. Wat gebeurt er met je water?

Welke stof verbrand je tijdens het koken?

Wat is er met het water gebeurt?

1. Dit is verbrand.
2. Dit is gereageert.
3. Dit is verdampt.
4. Dit is gecondenseert.

Je ziet in de vorige vragen dat verbranden en verdampen heel veel op elkaar kunnen lijken. Het kan je helpen als je kijkt naar wat er dan verbrand wordt.

Bij het verbranden van het aardgas. Ontstaan koolstofdioxide en water. Schrijf het reactieschema hieronder op.

koolstofmonoxide

Verbranding.

Heel soms komt bij een verbranding koolstofmonoxide vrij. Dit kan heel gevaarlijk zijn. Wanneer je dit inademt kan je bloed geen zuurstof meer vervoeren. Hiervoor gebruikt men koolstofmonoxide (CO) melders om oude huizen te beveiligen.

Metalen verbranden.

Metalen kunnen ook verbrandt worden. Hierbij ontstaan oxiden. Wanneer je kalium verbrandt, ontstaat kaliumoxide. Deze oxiden zijn vaak vast. Dit is het reactieschema:

kalium (s) + zuurstof (g) --> kaliumoxide (s)

Bekijk het reactieschema voor de verbranding van kalium. Zal het kalium of het kaliumoxide zwaarder zijn?

Waarom?

Schrijf het reactieschema op voor de verbranding van het metaal mangaan. Hierbij ontstaat mangaanoxide.