2.6 De organen voor vertering

Thema 2 Voeding en vertering
Welkom!
Leg je boek vast klaar op blz. 111!


1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerroute 2Leerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en vertering
Welkom!
Leg je boek vast klaar op blz. 111!


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarvoor kauwen we ons voedsel?

Slide 3 - Open question

Mechanische vertering is.......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 4 - Quiz

Chemische vertering is ......

A
vertering door kauwen
B
vertering door enzymen

Slide 5 - Quiz

Waarvoor dient de darmperistaltiek en waardoor wordt deze bevorderd?


Slide 6 - Open question

 De organen voor vertering

Slide 7 - Slide

timer
5:00

Slide 8 - Slide

Leerdoel
  •   Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.
  •  Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

De organen van het verteringsstelsel liggen voornamelijk in de romp. Belangrijke organen voor de vertering zijn de slokdarm, maag, lever, dunne darm en dikke darm.



Slide 9 - Slide

Mondholte, keelholte en slokdarm
  • Mondholte: speekselklieren - speeksel – enzymen (zetmeel) – glijbaar maken
  • Keelholte: slikken – verslikken
  • Slokdarm: peristaltische bewegingen

Slide 10 - Slide

MAAG
Maag:
  • Maagspieren (eerst goed kauwen, hongergevoel, kneden)
  • Maagsapklieren produceren maagsap (water, zoutzuur, enzym)                                                                      
  • *maagzuur doodt bacteriën                                     
  •  *maagsap met enzymen verteert eiwitten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Twaalfvingerige darm, galblaas en alvleesklier
Twaalfvingerige darm:
  • Uitmonding afvoerbuis lever en alvleesklier
Lever:
  • Produceert gal (opslag in galblaas)
  • Gal emulgeert vetten
Alvleesklier:
  • Produceert alvleessap (enzymen voor verteren van eiwitten, vetten, koolhydraten)

Slide 13 - Slide

Gal zorgt voor Emulgeren vet



  1. van grotere vetdruppels kleine vetdruppels maken
  2. er ontstaat een emulsielaagje
  3. enzymen kunnen er dan beter bij
  4. makkelijkere vertering van vetten

Slide 14 - Slide

DUNNE DARM
  • Darmsap produceren met verschillende enzymen
  • Verder verteren (koolhydraten, eiwitten)
  • Opgeloste voedingsstoffen opnemen in het bloed
  • Darmplooien en darmvlokken

Slide 15 - Slide

DIKKE DARM, BLINDEDARM, ENDELDARM
Blinde darm met wormvormig aanhangsel (appendix):
  • Bij ontsteking hiervan (appendicitis)
Dikke darm:
  • Geen plooien
  • Geen vertering meer door sappen
  • Wel vertering door bacteriën (cellulose)
  • Water onttrekken (diarree)
Endeldarm:
  • Opslag voedselresten
Anus: kringspier

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

maken
  • blz. 108 t/m 113
  •  Maak opdr. 5 t/m 8  
timer
25:00

Slide 20 - Slide