8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

Herhaling hoofdstuk 8.3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 8.3

Slide 1 - Slide

De samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden noem je ontwikkelingshulp. 
Door ................................... kan de economische zelfstandigheid van landen verbeteren.


Bij rampen of conflicten geven landen vaak

Bij  ...................................... bied het hulp biedende land voorwaarden aan het ontwikkelingsland.
Structurele hulp
Noodhulp
Gebonden hulp
Ongebonden hulp

Slide 2 - Drag question

Cambodja is getroffen door een zware aardbeving en krijgt hulp uit Nederland. Het geld dat het land van ons heeft gekregen, moet in Nederland worden besteed voor nieuwe goederen/diensten.
A
Noodhulp
B
gebonden hulp
C
ongebonden hulp
D
structurele hulp

Slide 3 - Quiz

Een microkrediet wordt verstrekt aan:
A
ontwikkelingslanden
B
hulporganisaties
C
kleine ondernemers in ontwikkelingslanden
D
banken

Slide 4 - Quiz

1. Microkrediet zijn kleine leningen aan lokale ondernemers.
2. Deze worden verstrekt door hulporganisaties
A
allebei juist
B
alleen 1 juist
C
alleen 2 juist
D
beide onjuist

Slide 5 - Quiz

Het geven van microkredieten is noodhulp.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Waarom is een microkrediet een vorm van structurele hulp voor gezinnen in een ontwikkelingsland?
A
Zo kunnen gezinnen een bedrijf beginnen
B
Zo kunnen gezinnen maanden langer eten kopen
C
Zo kunnen gezinnen andere schulden afbetalen
D
Zo kunnen gezinnen hun kinderen naar school sturen

Slide 7 - Quiz

De wereldbank is een onderdeel van?
A
de NAVO
B
de Verenigde Naties
C
de Europese Unie
D
de USA

Slide 8 - Quiz

H8 Ontwikkelingslanden

§ 8.1 Verschillen in de welvaart.
§ 8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
§ 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
§ 8.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan uitleggen welke instellingen er zoal zijn die ontwikkelingslanden helpen
  • Ik kan uitleggen hoe Nederlandse bedrijven voordeel kunnen hebben van ontwikkelingshulp
  • Ik kan uitleggen wat voor gevolgen de productie door bedrijven kan hebben voor arme landen
  • Ik kan uitleggen wat de invloed van jouw koopgedrag is op de situatie in ontwikkelingslanden

Slide 10 - Slide

Verenigde Naties
Afspraak: ieder land besteedt minimaal 0,7% van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.

Stel: - Nationaal inkomen = € 640 miljard.
         - Uitgaven ontwikkelingssamenwerking = € 5,7 miljard.
         Voldoet dit land aan de afspraak binnen de VN?

Je kunt dit op twee verschillende manieren uitrekenen!!!

Slide 11 - Slide

Stel: - Nationaal inkomen = € 640 miljard.
         - Uitgaven ontwikkelingssamenwerking = € 5,7 miljard.
         Voldoet dit land aan de doelstelling van de VN?

0,7% van € 640 miljard = 640 miljard : 100 x 0,7 = € 4,48 miljard
   Dus: ja, er wordt meer uitgegeven dan 0,7% van het NI.


II    
    

Slide 12 - Slide

Stel: - Nationaal inkomen = € 640 miljard.
         - Uitgaven ontwikkelingssamenwerking = € 5,7 miljard.
         Voldoet dit land aan de doelstelling van de VN?

0,7% van € 640 miljard = 640 miljard : 100 x 0,7 = € 4,48 miljard
   Dus: ja, er wordt meer uitgegeven dan 0,7% van het NI.


II    5,7 miljard
    ----------------- x 100 = 0,9%      dus: ja, er wordt meer ....................
     640 miljard
    

Slide 13 - Slide

MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (zie ook § 3.2)
=
bedrijven houden rekening met bijv. de arbeidsomstandigheden (bijv. geen kinderarbeid) en het milieu (bijv. bij boomkap)

Slide 14 - Slide

Fairtrade
Keurmerk dat aangeeft dat boeren voor hun producten een 'eerlijke prijs' ontvangen, d.w.z. de fairtradeprijs ligt iets boven de gewone prijsontwikkeling en garandeert een vaste minimumprijs.


Producten

Slide 15 - Slide

Aan het werk
Maken: § 8.4
opg. 1, 2, 4, 5,
7 t/m 10 (blz. 246)
Zelf nakijken via It's Learning

Slide 16 - Slide