Het meewerkend voorwerp - les 32

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5,6

Het meewerkend voorwerp

Aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

Lessonup.app

1. ga naar de site:

Lessonup.app

2. vul daar de code in

 die linksonder staat

3. Vul je voornaam met een 

HOOFDLETTER in

4. Gelukt? Doe je Chromebook dicht

Hoe vind je lijdend voorwerp in een zin?

1. Door de zin vragend te maken
2. wie of wat + persoonsvorm
3. Alle werkwoorden in de zin
4. Wie of wat + onderwerp + gezegde

Karin heeft eindelijk eens speelgoed gekocht voor haar dochter.

Aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

Wie of wat + onderwerp + gezegde

1.

De meester vroeg Milan of hij wilde beginnen met de presentatie.

Aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

2.

Wat mist er in dit rijtje?

.....................+ onderwerp + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
3. "De hond heeft mij de tak teruggebracht."

1. De hond heeft
2. mij
3. de tak
4. teruggebracht

Geef die meneer eens netjes een hand !

Aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

4.

De twee uitdelers geven alle kinderen een woordenboek.

Aan wie of voor wie + .................... + gezegde + eventueel lijdend voorwerp

5.

  Levi heeft geen cadeautje gekocht voor Mees.

Aan wie of voor wie + ..................... + ................ + eventueel lijdend voorwerp

6.

Anton heeft zijn dochter Eva een nieuwe fiets gegeven.

................ .... ............. + ..................... + ................ + ....................................................

7.

 Max geeft zijn opa een puzzel als cadeau.

8.

 De vakantie kan mij niet lang genoeg duren.

9.

 Ze schenkt een glas cola voor hen in.

10.