Het schrijven van een verslag

Het schrijven van een verslag
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Het schrijven van een verslag

Slide 1 - Mind map

Doel
Aan het einde van deze les: 
- Weet je waar je op moet letten bij het schrijven van een verslag en kun je ook de inhoudsopgave in Word maken.
- Kun je zelfstandig aan de slag met het schrijven van je verslag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opbouw van een verslag
  • Voorblad
  • Titelpagina
  • Voorwoord
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Kern
  • Conclusie
  • Bronvermelding
  • Bijlagen

Slide 4 - Slide

Voorblad
Het voorblad ziet er aantrekkelijk uit.

- Titel van het verslag
- Aantrekkelijke afbeelding
- Naam en klas
- Datum
- Opdrachtgever

Slide 5 - Slide

Titelblad
- Titel (eventueel ondertitel)
- Naam
- Klas
- Naam docent
- Vak (bij stage vermeld je ook de gegevens van het bpv-bedrijf en bpv-periode.
- Datum van inleveren

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen een titelblad en voorblad?
Met het voorblad hoop je de lezers te prikkelen en enthousiasmeren om je verslag te lezen. Op het titelblad kun je naast de titel ook aanvullende informatie vermelden, zoals je naam en studentnummer, type document, opleiding, afdeling en onderwijsinstelling, naam van je begeleider(s) en inleverdatum

Slide 7 - Slide

Voorwoord
Het voorwoord schrijf je, nadat je het verslag hebt geschreven.
- Doel van het verslag: waarom schrijf je het verslag? Je schrijft je persoonlijke motivatie.
- Hoe heb je het aangepakt?
- Indien van toepassing, kun  je mensen bedanken die je hebben geholpen. (bijvoorbeeld je stagebegeleider)
Let op: je gaat nog niet op de inhoud in. Dat komt in de inleiding.

Slide 8 - Slide

Inhoudsopgave
Maak gebruik van een automatische inhoudsopgave.

Kies de indeling die jij wilt, maar let er op dat er paginanummers bij vermeld staan.

Denk eraan ook eventuele bijlagen te nummeren.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Inleiding
In de inleiding beschrijf je wat de lezer kan verwachten, wanneer hij je verslag leest.
- Inhoud van het verslag/ opdrachten
- De onderwerpen die aan de orde komen
- Opbouw van het verslag

Slide 11 - Slide

Kern van het verslag
Denk eraan dat de paginanummering klopt en dat je waarnodig subtitels maakt.

Slide 12 - Slide

Samenvatting/ Conclusie
Dit is het slot van je verslag of werkstuk.

Je geeft een samenvatting van de belangrijkste informatie.

Eventueel beantwoord je hier de onderzoeksvraag uit je inleiding.

Slide 13 - Slide

Bronvermelding
- Hier vermeld je alle bronnen die je hebt gebruikt. Bijvoorbeeld artikelen of boeken die je hebt gelezen. Internetsites horen hier ook bij.

Slide 14 - Slide

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
A
Titel, inleiding en kern
B
Titel en de kern
C
Inleiding, kern en slot
D
Titel, inleiding, kern en slot

Slide 15 - Quiz

In de inleiding van een verslag staat waar het verslag over gaat. Het onderwerp benoem je pas in de kern.
A
Dat klopt.
B
In de inleiding benoem je het onderwerp, dus ook waar het verslag over gaat.
C
In de inleiding noem je alleen het onderwerp. Waar het verslag over gaat, staat in de kern.

Slide 16 - Quiz

Waarmee begint een verslag?
A
aanhef
B
titel

Slide 17 - Quiz

Wat is het DOEL van een verslag?
A
amuseren
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quiz