Herhaling par. 4.3 met tekst

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Lezen
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Terugblik
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

Welkom!

Telefoon in de bak.

Neem plaats.

Jas uit.

Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 

Tas op de grond.

Niet eten of drinken in de klas.

Presentie!

Hoe was jullie vakantie en wat heb je allemaal gedaan in de vakantie?

Toets: hoofdstuk 4

Dinsdag 13 mei 2025

Vraag:

Welke paragraf(en) moet je leren voor de toets? 

Lesdoel(en)

Aan het einde van deze les kan je:

• in eigen woorden vertellen wat een schrijver bedoelt met het schrijven van een tekst door verschillende teksten met elkaar te vergelijken

Dinsdag 6 mei 2025

Wat: Par. 4.3 

Wanneer: 12:40-14:20

Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken

Klaar: Par. 4.3 opdrachten nakijken

HW: Par. 4.3 zelftest opdrachten en oefentoets maken

Lesdoel: Zie vorige slide!

Taaldoel: 

Voor het lezen:

Wat is het verschil tussen tekst 1 en 2?

Tijdens het lezen:

Lees tekst 1 en 2. Noteer per tekst in eigen woorden

wat de schrijver probeert te vertellen.

Na het lezen:

Bespreek en vergelijk je antwoord met een klasgenoot.

Wat is het doel van de schrijver bij de plaatjes?

Wat is een tekstdoel?

Een schrijver heeft altijd een bedoeling als hij een tekst schrijft: Een tekstdoel.

Soorten tekstdoelen

Er zijn verschillende tekstdoelen:

1. Informeren
   
2. Activeren/overhalen
   
3. Amuseren
4. Overtuigen

Informeren

- De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Er zijn verschillende informatieve tekstsoorten om de lezer te informeren:

Activeren (overhalen)

• De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen
  
• Hij gebruikt hiervoor activerende teksten

Amuseren

- De schrijver wil de lezer vermaken met zijn tekst.

Hij doet dit met amuserende teksten

Exit ticket

Huiswerk controleren en nakijken

Basis: Opdrachten par. 4.3 nakijken

Kader: Opdrachten par. 4.3