Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
In deze les leer je hoe je op de juiste manier met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden kunt verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden
Slide 4 - Slide
Herhalingen maken een tekst saai.
Om te voorkomen dat je in een tekst steeds dezelfde zelfstandige naamwoorden schrijft, gebruik je verwijswoorden.
Een verwijswoord wijst meestal terug naar een woord of een groepje woorden dat eerder genoemd is.
Slide 5 - Slide
Welk verwijswoord je gebruikt, hangt af van het woordgeslacht van het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst: mannelijk (m), vrouwelijk (v) of onzijdig (o).
Je hebt al geleerd dat je kunt verwijzen met deze, die, dit en dat.
Je kunt ook verwijzen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Slide 6 - Slide
Zo verwijs je met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Zie het schema in je boek op blz. 236
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 9 - Link
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 10 - Slide
§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz.
opdracht- opdr.
Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!
Slide 11 - Slide
Aan de slag
Slide 12 - Slide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Maakwerk is ook leerwerk. Als je de theorie niet snapt, kun je ook de opdrachten niet( goed) maken.
Staat er: markeer, omcirkel of onderstreep in de opdracht, dan mag je het MET POTLOOD in je werkboek maken.
De rest maak je in je schrift
Slide 13 - Slide
Eerst lees je de theorie op blz.236
Maakwerk is ook leerwerk. Als je de theorie niet snapt, kun je ook de opdrachten niet( goed) maken.