ga je mee?

Ga je mee?

1 / 24

Slide 1: Slide

NT2Hoger onderwijs

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Ga je mee?

Slide 1 - Slide

Ik ga + actie

Slide 2 - Slide

Ik ga morgen

Slide 3 - Slide

Ik ga morgen

Slide 4 - Slide

Ik ga morgen

Slide 5 - Slide

Ik ga morgen

Slide 6 - Slide

ik ga morgen

Slide 7 - Slide

Nu maak je een vraag

1. actie 2. persoon 3. rest

Slide 8 - Slide

Ga je morgen....?

Slide 9 - Slide

Ga je morgen ...

Slide 10 - Slide

Vraag eerst meer informatie:

Hoe laat? Om 9 uur, om 10 uur, in de namiddag

Waar? In Overijse, in Brussel, in Hoeilaart

Slide 11 - Slide

Je kan op 2 manieren antwoorden: positief en negatief

Slide 12 - Slide

Negatief:

Ik kan niet/ Ik heb geen tijd

Ik moet werken.

Ik heb geen zin/goesting.

Ik heb bezoek.

Ik ga naar ...

Slide 13 - Slide

Positief

Ja, graag.

Ja, plezant.

Ja, leuk.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

ga je mee?

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

More lessons like this

NEGATIE

ga je mee?

Machten

Machten

Vertel over jouw vrije tijd

Thomas Wemba

S30 - Woordbetekenis: synoniemen, antoniemen, homoniemen

Herhaling deel1