Thema 4: Basisstof 6.1

Thema 6
Waarneming,
Regeling en
Gedrag
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6
Waarneming,
Regeling en
Gedrag

Slide 1 - Slide

                      Lesdoelen

Na deze les:
  1. weet ik welke zintuigen er zijn
  2. weet ik wat een zintuigstelsel is
  3. weet ik wat impulsen zijn

Slide 2 - Slide

Welke zintuigen ken je?

Slide 3 - Mind map

Reageren op prikkels
Prikkel = chocolade bonbons

Zintuig = ogen.

Impuls = signaal naar hersenen
Impuls = signaal naar spieren

Reageren = bonbon pakken

Slide 4 - Slide

Reageren op je omgeving
  1. Je ontvangt prikkels op met je zintuigen.
  2. Je zintuigen sturen signaaltjes naar het zenuwstelsel.
  3. Via het zenuwstelsel komen signaaltjes bij je hersenen.
  4. Je hersenen sturen spieren aan.

Slide 5 - Slide

Het zintuigenstelsel.
Alle zintuigen samen noemen we het zintuigenstelsel.

Slide 6 - Slide

De huid
Met je huid kun je voelen: druk, warmte, kou en pijn.
Je huid heeft meerdere zintuigen:
1. drukzintuigen
2. tastknopje
3. warmte-zintuigen
4. koude-zintuigen
5. pijnpunten

Slide 7 - Slide

Je zenuwstelsel bestaat uit:

  • De zenuwen
  • Het centrale zenuwstelsel: hersenen & ruggenmerg

Slide 8 - Slide

Prikkels worden in zintuigen omgezet in impulsen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Wie vangen de prikkels op?
A
zenuwen
B
zintuigen
C
ruggenmerg
D
hersenen

Slide 10 - Quiz

De hersenen horen bij....
A
Centrale zenuwstelsel
B
Zenuwen
C
De zintuigen

Slide 11 - Quiz

4

Slide 12 - Video

10:42
Welk zintuig gebruikt de luipaard hier het allermeest?
A
Huid
B
Neus
C
Mond
D
Oren

Slide 13 - Quiz

11:06
Door welke prikkel schrok de steenbok?
A
beeld
B
geur
C
smaak
D
tast

Slide 14 - Quiz

11:20
Welk zintuig gebruikt de luidpaard hier het meest?
A
ogen
B
oren
C
neus
D
mond

Slide 15 - Quiz

11:30
Door welke prikkel keek de luidpaard omhoog?
A
hij zag een vogel
B
hij hoorde een vogel
C
hij voelde een vogel
D
hij rook een vogel

Slide 16 - Quiz