LES 4 Evalueren (eerst de opdracht maken)

Trainen en gezondheid
Kerntaak 1
Periode 4 
Les 4
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Kerntaak 1MBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trainen en gezondheid
Kerntaak 1
Periode 4 
Les 4

Slide 1 - Slide

Hoe zou jij zelf het begrip evalueren omschrijven?

Slide 2 - Slide

Evalueren en reflecteren
Evalueren = je gaat na of  je doelen zijn bereikt.

Reflecteren = Terugkijken op je eigen handelen (heb ik de juiste keuzes gemaakt? Wat had er beter/ anders gekund? Feedback)

Slide 3 - Slide

Functie van evalueren
Informatie geven over de vorderingen en jouw oordeel daarover.
Zaken die goed zijn gelopen, houd je vast en de gemaakte fouten probeer je te verbeteren.
Zijn mijn doelen nog up to date, of moet er iets worden aangepast?
Wat was mijn rol? Heb ik de juiste keuze gemaakt? Wat had er anders of beter gekund?
In hoeverre voldoen de vaardigheden  aan de gestelde normen
(registreren van de resultaten)
Door (schriftelijke) evaluatie kun je naar de betrokkenen je handelen verantwoorden. Eventuele vervolgacties en verbeterpunten vaststellen.

Slide 4 - Slide

Momenten om te evalueren
Evalueren doe je doorlopend.
Toch kun je stellen dat bepaalde momenten rondom een les of training zich goed lenen om wat nadrukkelijker te evalueren. Enkele van deze momenten zijn:

  • evalueren aan het begin van de les (nog even terugkomen op de vorige les en dat aanpassen)
  • evalueren aan het einde van een les (roep de groep bij elkaar en evalueer kort en krachtig, geef je mening en vraag de mening van de deelnemers)
  • evalueren na afloop van een les (zet de hoofdpunten van de evaluatie op een rijtje en neem dit mee naar de volgende lessen)
  • evalueren na een langere periode, na een serie lessen (evalueer ook na een langere periode en gebruik hier eventueel geschikte evaluatie-instrumenten voor).

Slide 5 - Slide

Op welke manieren kun je evalueren?

Slide 6 - Slide

Prestatieproeven (product)
aan de hand van een standaardopstelling (een proef) het resultaat van een periode van oefenen en trainen.

Circuitmethode (product)
Deelnemers gaan een aantal stations langs en voeren de meestal eenvoudige oefeningen in een zo hoog mogelijk tempo uit. 
 Wedstrijd (product)
Een oefenwedstrijd, een selectiewedstrijd en een scherpgespeelde onderlinge wedstrijd kun je zien als evaluatiemethoden die aangeven hoe de spelers er echt voorstaan.

Groepsgesprekken (proces)
Aan het eind van de les geeft de  lesgever zelf zijn indrukken weer en ook de SB-deelnemers kunnen aangeven wat ze goed of slecht aan de les vonden. De mening van de deelnemers vormt onderdeel van de evaluatie.
Individuelen gesprekken (proces)
Zie hierboven, maar dan 1 op 1.
Evaluatieformulier (proces)
Met behulp van een vragenlijst stel je jezelf of de deelnemers vragen over het verloop van een les of een lessenreeks.

Slide 7 - Slide

Evaluatievormen:
Evaluatie
Van het resultaat van de les 
Van het verloop van de les
Product evaluatie
Proces evaluatie
  • Kwantitatieve product evaluatie (vb. schaatsen, zwemmen)
  • Kwalitatieve product evaluatie (vb. jurysporten, turnen)
  • Procesevaluatie = evaluatie van het verloop van de didactische onderdelen:
    - Beginsituatie
    - Lesopbouw
    - Organisatie
    - Bewegingsvormen
    - Didactische werkvormen

Slide 8 - Slide

PDCA cyclus
Het didactisch model laat zien dat lesgeven voortdurend een proces is van voorbereiden, plannen, uitvoeren en evalueren. De evaluatiegegevens vormen weer de input voor de volgende voorbereiding. Dit heet ook wel het doorlopen van de PDCA- of kwaliteitscyclus. PDCA staat voor:

  • plan (voorbereiden, plannen)
  • do (uitvoeren)
  • check (evalueren)
  • act (bijstellen).

Slide 9 - Slide

organisatorische differentiatie
Organisatorische differentiatie is een manier om onderwijs aan te passen aan de verschillende behoeften en niveaus van leerlingen door organisatorische aanpassingen te maken. 
(variaties in instructie, leerstof en leertijd). 

Het doel is om ervoor te zorgen dat elke leerling op zijn of haar eigen niveau kan leren en zich optimaal kan ontwikkelen.

Slide 10 - Slide

Didactische werkvormen

Slide 11 - Slide

En nu?
timer
25:00
Stap 1 invullen in je LWP4

Slide 12 - Slide

Hoe maak ik een goed kijkkader?

Slide 13 - Slide