Radar gebruik

Radar gebruik 
Quiz rondje
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Radar gebruik 
Quiz rondje

Slide 1 - Slide

Wat is de betekenis van de afkorting 'vrm'?
A
Variable Range Marker
B
Volumetric Radar Measurement
C
Vessel Radar Monitoring
D
Visual Range Measurement

Slide 2 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'pulse lengte' in radar?
A
De snelheid van een radarpuls
B
De afstand tussen radarstations
C
De frequentie van radarsignalen
D
De duur van een puls

Slide 3 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'ebl' in de radarpresentatie?
A
Enhanced Brightness Level
B
Electronic Bearing Line
C
Estimated Bearing Location
D
Elevation Beam Limitation

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de eerste gegevens die een ARPA geeft?
A
Snelheid van het doel
B
Afstand en koers van het doel
C
Grootte van het doel
D
Diepte van het doel

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen short pulse en long pulse radar?
A
Short pulse heeft lagere frequentie
B
Long pulse heeft snellere refresh rate
C
Short pulse geeft beter beeld op korte afstand
D
Long pulse geeft beter beeld op korte afstand

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'North up' op een radar display?
A
Noorden staat bovenaan, schip beweegt niet
B
Radar toont noordelijke objecten
C
Noorden staat altijd in het midden
D
Koers van het schip staat bovenaan

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van een gyro kompas koppeling op een radar?
A
Stelt automatisch koers in
B
Koppelt radarbeeld aan werkelijke koers van het schip
C
Compenseert voor magnetische afwijkingen
D
Verbetert ARPA-functionaliteit

Slide 8 - Quiz

Hoe bepaalt een ARPA gevaar voor aanvaring?
A
Door voorspelling van de koers en snelheid van andere schepen
B
Door communicatie met andere schepen
C
Door analyse van waterdiepte
D
Door directe detectie van aanvaringsgevaar

Slide 9 - Quiz

Hoeveel omwentelingen maakt de scanner bij ons aan boord?
A
55
B
45
C
50
D
60

Slide 10 - Quiz

In welke presentatie start ons radarsysteem op?
A
North-up, true trails en vectors
B
Course-up en relatieve trails en vectors
C
Head-up Unstab, Relatieve trails en vectors
D
Head-up Unstab, true trails en vectors

Slide 11 - Quiz

Wat houdt Peiling onderscheidingsvermogen in?
A
Kleinste hoek waarbij 2 echo's op dezelfde afstand nog afzonderlijk worden waargenomen.
B
De grootse afstand waarbij het radar nog een echo waarneemt.
C
De kleinste afstand waarbij het radar nog een echo waarneemt.
D
Grootste hoek waarbij 2 echo's op dezelfde afstand nog afzonderlijk worden waargenomen.

Slide 12 - Quiz


A
B
C

Slide 13 - Quiz