What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 1 - Bijwoordelijke bepaling
W
ELKOM
Bij Nederlands
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
W
ELKOM
Bij Nederlands
Slide 1 - Slide
10 min.
lezen
Slide 2 - Slide
VANDAAG
Gedichten voordragen
Herhalen vorige les
Huiswerk nakijken
Nieuwe opdrachten
Slide 3 - Slide
Gedichten voordragen
Door drie leerlingen
Slide 4 - Slide
Wat ga je leren vandaag?
Hoe je de bijwoordelijke bepaling in een zin vindt
Op welke vragen de bwb antwoord geeft
Slide 5 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
(BWB)
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’.
Alles wat je overhoudt in een zin, noem je een bijwoordelijke bepaling.
Slide 6 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
1.
Plaats (WAAR?)
Voorbeeld: De spullen staan
op zolder
2.
Tijd (WANNEER?)
Voorbeeld:
Over twee weken
gaan we vertrekken
3.
Reden (HOE?)
Voorbeeld: De wedstrijd gaat niet door
vanwege het slechte weer
Slide 7 - Slide
Hoe vind je de bwb?
1. Noteer
onderwerp
en
werkwoordelijk gezegde
2. Noteer
lijdend voorwerp
en
meewerkend voorwerp
(als die er zijn)
3. Zoek of er zinsdelen zijn die antwoord geven op vragen als:
Wanneer? Waar? Hoe?
Dat zijn bijwoordelijke bepalingen.
Slide 8 - Slide
Nakijken:
Meewerkend voorwerp
(blz. 220):
Opdr 1, 2, 5
Maken:
Bijwoordelijke bepaling
(blz. 224):
Opdr. 1, 2, 4 (blz. 225)
Slide 9 - Slide
Wat heb je geleerd vandaag?
Hoe je de bijwoordelijke bepaling in een zin vindt
Op welke vragen de bwb antwoord geeft
Volgende les: spelling (hoofdletters en leestekens)
Slide 10 - Slide
Vorige les:
Meewerkend voorwerp (mv)
=
Iemand die meewerkt aan het onderwerp. Het meewerkend voorwerp ontvangt iets.
Hoe vind je die?
Aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Slide 11 - Slide
De bijwoordelijke bepaling...
A
Geeft o.a. antwoord op vragen met: Waar Wanneer?
B
Geeft geen duidelijke handeling weer.
C
Is alles wat overblijft in de zin, een prullenbak.
D
Ondergaat de handeling van het onderwerp.
Slide 12 - Quiz
Rico : Een zin kan meer dan een bijwoordelijke bepaling
hebben.
Raya : Het woord 'niet' is in een zin altijd een bijwoordelijke
bepaling.
A
Rico en Raya hebben beide gelijk.
B
Rico en Raya hebben beide ongelijk.
C
Rico heeft gelijk; Raya niet.
D
Raya heeft gelijk; Rico niet.
Slide 13 - Quiz
Wat is (zijn) de bijwoordelijke bepaling(en)?
Vandaag hebben we het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
-
10 slides
Quiz!
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3TL periode 2 les 15
July 2025
-
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, t, havo
Leerjaar 1
h3 redekundig ontleden basistoets vooraf
July 2021
-
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
persoonlijk voornaamwoorden + o/lv/mv naamvallen M3
July 2025
-
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, vwo
Leerjaar 3
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas