8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8 Ontwikkelingslanden
Paragraaf 8.3 Hoe boekt een land vooruitgang?

Slide 1 - Slide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Slide

Wat draagt bij aan de economische achterstand van ontwikkelingslanden?
A
Hoge mate van urbanisatie
B
Beperkte technische ontwikkeling
C
Lage bevolkingsdichtheid
D
Diversiteit in economische structuur

Slide 3 - Quiz

Wat is een mogelijke nadelige uitkomst van een monocultuur?
A
Diversificatie van inkomsten
B
Hoge toegevoegde waarde van producten
C
Lage exportinkomsten
D
Hoge afhankelijkheid van import

Slide 4 - Quiz

Wat kan een reden zijn voor de armoede in een land?
A
Lage bevolkingsgroei
B
Goede infrastructuur voor vervoer
C
Overvloed aan onderwijs en kennis
D
Gebrek aan onderwijs en kennis

Slide 5 - Quiz

Wat is de ruilvoet?
A
Een indicator voor de inflatie in een land.
B
Een maatstaf voor de werkloosheidscijfers.
C
De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.
D
Een manier om de economische groei te meten.

Slide 6 - Quiz

Begrippen paragraaf 8.2
  • Monocultuur
  • Ruilvoet

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 8.3
  • Je kunt uitleggen dat noodhulp soms noodzakelijk is.
  • Je kunt uitleggen dat structurele hulp belangrijk is voor economische groei in een ontwikkelingsland.
  • Je weet hoe ontwikkelingslanden geld kunnen leren.
  • Je kunt uitleggen hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid kunnen krijgen over hun exportinkomsten.

Slide 8 - Slide

Noodhulp
  • Bij een natuurramp wordt een ontwikkelingsland extra hard getroffen.
  • Ze hebben vaak al een tekort aan voedsel, drinkwater en medicijnen.
  • Hierdoor komen soms miljoenen mensen in een levensbedreigende situatie terecht.
  • Noodhulp is voor hen dan onmisbaar.
  • Noodhulporganisaties regelen dan hulp ter plaatse.
  • Dit is een flinke uitdaging gezien de infrastructuur en de verschillende conflicten die spelen.

Slide 9 - Slide

Wat kan noodhulporganisaties regelen bij een natuurramp in ontwikkelingslanden?
A
Verwijdering van de getroffen bevolking naar andere landen
B
Hulp ter plaatse.
C
Oprichting van nieuwe infrastructuur in de getroffen gebieden
D
Financiële compensatie voor de getroffenen

Slide 10 - Quiz

Ontwikkelingssamenwerking
  • Bij ontwikkelingssamenwerking proberen rijke landen samen met ontwikkelingslanden de welvaart daar blijvend te vergroten.
  • Structurele hulp is erop gericht dat ontwikkelingslanden meer economisch zelfstandig worden.
  • Zitten hier voorwaarden aan, dan spreken we van gebonden hulp.
  • Zitten er geen voorwaarden aan dan hebben we het over ongebonden hulp.

Slide 11 - Slide

Wat is het doel van structurele hulp in ontwikkelingssamenwerking?
A
Ontwikkelingslanden meer economisch zelfstandig maken.
B
Het verstrekken van tijdelijke financiële steun.
C
Het stimuleren van culturele uitwisseling tussen landen.
D
Het bevorderen van politieke stabiliteit in ontwikkelingslanden.

Slide 12 - Quiz

Internationaal Monetair Fonds
  • Bij economische vooruitgang is geld nodig om te investeren.
  • Een rijk land kan daarvoor rechtstreeks hulp geven aan een ontwikkelingsland.
  • Het kan ook steun geven via internationale organisaties zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
  • Hier kunnen ze tegen gunstige voorwaarden, zoals een lage rente of een langere periode van terugbetalen.

Slide 13 - Slide

Wat is het doel van het Internationaal Monetair Fonds (IMF)?
A
Het verstrekken van financiële steun aan landen in economische moeilijkheden.
B
Het bevorderen van internationale handel
C
Het promoten van duurzame ontwikkeling
D
Het reguleren van de wereldwijde valutamarkt

Slide 14 - Quiz

Microkrediet
  • Als inwoners van arme landen een bedrijfje willen starten hebben zij ook geld nodig.
  • Zij kunnen niet lenen bij grote banken.
  • Wel kunnen ze bij hulporganisaties een microkrediet afsluiten.
  • Dat is een kleine lening voor kleine ondernemers.

Slide 15 - Slide

Wie kan een microkrediet afsluiten?
A
Grote bedrijven
B
Kleine ondernemers
C
Werknemers in loondienst
D
Studenten

Slide 16 - Quiz

Grondstoffenovereenkomst
  • Om grote prijsschommelingen tegen te gaan spreken ontwikkelingslanden graag een grondstoffenovereenkomst af.
  • Dat is een afspraak om de prijs van een grondstof stabiel te houden.
  • Hierdoor kunnen de landen die deze grondstoffen leveren een buffervoorraad aanleggen. 
  • Zo kunnen ze het aanbod beter afstemmen op de vraag op de wereldmarkt.

Slide 17 - Slide

Waarom willen ontwikkelingslanden een grondstoffenovereenkomst?
A
Om de afzetmarkt van grondstoffen te diversifiëren.
B
Om grote prijsschommelingen tegen te gaan.
C
Om de vraag naar grondstoffen te vergroten.
D
Om de prijs van grondstoffen te laten stijgen.

Slide 18 - Quiz

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen dat noodhulp soms noodzakelijk is.
  • Je kunt uitleggen dat structurele hulp belangrijk is voor economische groei in een ontwikkelingsland.
  • Je weet hoe ontwikkelingslanden geld kunnen leren.
  • Je kunt uitleggen hoe ontwikkelingslanden meer zekerheid kunnen krijgen over hun exportinkomsten.

Slide 19 - Slide

Begrippen paragraaf 8.3
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Microkrediet

Slide 20 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.3: 1, 2, 3, 5, 6, 8, 9 en 13 
Makken Rekenopdrachten: 9 en 10
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken herhalingsopdrachten 8.3
Veel goed? -> Maken plusopdrachten 8.3 
 

timer
25:00

Slide 21 - Slide