Spanning, stroomsterkte en weerstand

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Spanning, stroomsterkte en weerstand

Elektrische stroom loopt heel slecht door een geleider

1. waar
2. niet waar

Waarom zijn stroomdraden van koper gemaakt?

1. Koper is een slechte elektrische geleider
2. Koper is een goedkoop materiaal
3. Koper is een goede elektrische geleider
4. Koper wordt niet warm als er stroom doorheen gaat.

Wat is de aarding bij een elektrische apparaat?

Elektrische grootheden

Elektrische spanning

Spanning (U)

Op een apparaat staat een spanning.
Dit is de pompkracht wat er voor zorgt dat een apparaat werkt.

grootheid	symbool	eenheid	symbool
spanning	U	volt	V

Wisselspanning en gelijkspanning

Gelijkspanning: Een batterij heeft een 

+ en - symbool en levert gelijkspanning

Wisselspanning: Stopcontact wisselt 

       + en - razend snel

Apparaat voor wisselspanning werkt niet op gelijkspanning.

Fiets dynamo levert wisselspanning.

Wisselspanning

Gelijkspanning

Elektrische stroom

Stroomsterkte (I)

Tussen de spanningsbron en het apparaat loopt er een stroom.

grootheid	symbool	eenheid	symbool
stroomsterkte	I	ampère	A

Gelijkstroom 

Wisselstroom

Weerstand (R)

De moeilijkheid die elektronen ervaren als ze door een apparaat gaan.

grootheid	symbool	eenheid	symbool
weerstand	R	ohm	Ω

Wat is elektriciteit dan?

Stroomsterkte

Spanning

Weerstand

Wet van Ohm

Wet van Ohm

Spanning meten

       Spanning meten we met een Voltmeter (spanningsmeter)

       

           Symbool:

  

Stroom meten

- Stroomsterkte meten we met een ampèremeter (stroommeter)

      Symbool:

Wat is de eenheid van de weerstand?

1. Volt
2. Ohm
3. Ampère
4. Watt

Het symbool voor spanning is

1. U
2. V
3. R
4. A

Het symbool voor stroomsterkte is...

1. I
2. U
3. R
4. G

Spanning is een grootheid.
Wat is de eenheid voor spanning?

1. watt
2. Volt
3. Ampere
4. Stroom

Stroomsterkte is een grootheid.
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?

1. Watt (W)
2. Volt (V)
3. Power (p)
4. Ampère (A)

Wat is het symbool voor de weerstand

1. W
2. R
3. Ω
4. D

Wat is het symbool voor de eenheid weerstand

1. I
2. U
3. R
4. Ω

Wat is de formule voor de wet van Ohm?

1. E=P⋅t
2. E=U⋅I⋅t
3. v=​t​​s​​
4. R=​I​​U​​

Bereken de stroomsterkte in milli Ampère als de stroomsterkte 0,15 A is.

1. 1,5 mA
2. 15 mA
3. 150 mA
4. 1500 mA

Bereken de stroomsterkte door de stofzuiger.

1. 132000 A
2. 0,36 A
3. 2,73 A
4. 132 A

De lading is 5,0 C en de tijd is 200 ms. Bereken de stroomsterkte.

1. 25 A
2. 1 A
3. 0,025 A

Door een kookplaat met weerstand 26Ω vloeit een stroom van 5A. Wat is de aansluitspanning?

1. 5,2 V
2. 130 V
3. 0,2 V
4. 19 V

Kies de juiste formule voor het berekenen van de weerstand

1. P=U x I
2. E = P x t
3. R= U : I
4. R= I : U

Joule effect is ...

1. Waar elektrische energie wordt omgezet naar mechansiche
2. Waar elektrische energie wordt omgezet naar waterkracht
3. Waar elektrische energie wordt omgezet naar licht
4. Waar elektrische energie wordt omgezet naar warmte