This lesson contains 67 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H8 Geluid
Lesplanning:
Opstart
Uitleg geluid
Opgaven §8.1
Slide 1 - Slide
Schrijf op wat jij denkt wat geluid is ?
Slide 2 - Open question
wat ga je doen
leg twee vingers op je keel en praat 1 min met je buurman/buurvrouw
timer
1:00
Slide 3 - Slide
Wat voelde je ?
Slide 4 - Open question
Schrijf op wat jij denkt wat geluid is ?
Slide 5 - Open question
Lesdoelen
Je leert hoe je geluid maakt;
je leert hoe je geluid versterkt;
Slide 6 - Slide
0
Slide 7 - Video
Geluid is een hoorbare trilling.
Geluid wordt veroorzaakt door trillende voorwerpen, een geluidsbron.
Slide 8 - Slide
Bron, medium, ontvanger
Slide 9 - Slide
Geluidssterkte - amplitude
Slide 10 - Slide
Klankkast
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Open question
Demo
Bel onder stolp
Slide 14 - Slide
probeer deze vraag zo goed mogelijk te beantwoorden
Slide 15 - Open question
vind je deze manier van les geven leuker dan een regulieren natuurkunde les 1 is totaal niet en 4 is super ja
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quiz
vind je deze manier van les geven leerzamer dan een regulieren natuurkunde les 1 is totaal niet en 4 is super ja
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
denk je dat op deze manier van les geven de lesstof beter blijft hangen 1 is totaal niet en 4 is super ja
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
huiswerk
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Open question
H8 Geluid
Paragraaf 2
Opstart
Uitleg geluid
Opgaven §8.2
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
0
Slide 23 - Video
lesdoelen 8.2
- Frequentie en toonhoogte in elkaar kunnen omrekenen
- Weten hoe je hoge en lage tonen maakt
-Weten wat frequentiebereik is
Slide 24 - Slide
Trillingstijd en frequentie
Trillingstijd is de duur van 1 trilling. Stel we hebben een trilling die in 1 seconde 2 keer trilt. Hieronder en op de volgende sheet staat deze tekening. (we gaan er even van uit dat het 1 vloeiende lijn is)
de trillingstijd is hier dus 0,5 seconde. na 0,5 s herhaalt de trilling zichzelf.
Slide 25 - Slide
Trillingstijd en frequentie
De frequentie (f ) was de hoeveelheid trillingen per seconde. Omdat hier de tijd tot 1 seconde gaat kan je zien dat er 2 trillingen per seconde zijn. In de grafiek zijn maar twee trillingen zichtbaar.
Slide 26 - Slide
Trillingstijd en frequentie
We weten dus nu twee dingen over deze grafiek:
Deze twee grootheden hebben een verband met elkaar. T is hoeveel seconden 1 trilling is. En f geeft aan hoeveel trillingen er per seconde zijn.
Een frequentie van 2 Hz betekent dat een trilling ½ deel van een seconde duurt, oftwel:
_________________________________________________
Dit verband is ook met een formule aan te geven;
Slide 27 - Slide
Trillingstijd en frequentie (aantekening)
Belangrijke opmerkingen
- Vergeet niet de formule goed op te schrijven - Geen grootheden of eenheden vergeten - Soms moet je miliseconde omrekenen naar seconde - gebruik alleen seconde en Hertz in de formule
Slide 28 - Slide
Wat is de trillingstijd van een toon die met 453 Hz trilt?
Slide 29 - Open question
Toonhoogte
Toonhoogte is hoe hoog een toon klinkt.
________________________________________
Een hogere toon betekend dat per seconde de geluidsbron vaker trilt dan wanneer de bron een lagere toon gaf.
De toonhoogte wordt ook wel frequentie genoemd.
Slide 30 - Slide
Toonhoogte aanpassen
- snaar korter maken
- snaar dunner maken
- snaar strakker zetten
- korte luchtkolom
Slide 31 - Slide
Wat moet je aan een blokfluit aanpassen om de toon hoger te maken?
Slide 32 - Mind map
Frequentiebereik
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
8.3
Hard en zacht
Slide 35 - Slide
Lesdoelen
- Weten hoe een geluidsgolf veranderd als het volume veranderd
-Weten in welke eenheid het volume wordt gemeten en hoe deze grootheid werkt
- Weten hoe en waar je geluidsoverlast kunt voorkomen
Slide 36 - Slide
- Weten hoe een geluidsgolf veranderd als het volume veranderd
Slide 37 - Slide
Deze speaker is 80 dB.
-Weten in welke eenheid het volume wordt gemeten en hoe deze grootheid werkt
Slide 38 - Slide
Deze speakers samen zijn is 83 dB.
-Weten in welke eenheid het volume wordt gemeten en hoe deze grootheid werkt
Slide 39 - Slide
Een speaker staat op stand 50 en levert 51 dB. Hoeveel dB levert de speaker op stand 300?
Slide 40 - Open question
Peter heeft oordoppen die 32x dempen. Er is muziek met 80dB. Hoeveel dB hoort Peter?
Slide 41 - Open question
Even herhalen...
Weten hoe en waar je geluidsoverlast kunt voorkomen
- Weten hoe een geluidsgolf veranderd als het volume veranderd
-Weten in welke eenheid het volume wordt gemeten en hoe deze grootheid werkt
- Weten hoe en waar je geluidsoverlast kunt voorkomen
Slide 44 - Slide
Op drie plaatsen...
Weten hoe en waar je geluidsoverlast kunt voorkomen
Slide 45 - Slide
8.4
Trilling in beeld
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Video
0
Slide 48 - Video
Lesplan
- herhaal vragen
- Uitleg 8.4
- Toets bespreken/opdrachten maken
- chek-vragen
Slide 49 - Slide
Wat de amplitude?
Slide 50 - Open question
Wat is de trillingstijd?
Slide 51 - Open question
Wat is de afkorting van de grootheid trillingstijd?
Slide 52 - Open question
Reken om: a. 20 000 Hz = .....kHz b. 20 000 ms = ...... s
Slide 53 - Open question
Geef antwoord zoals op de toets!
Wat is de frequentie als de trillingstijd 250 s is?
Slide 54 - Open question
Meneer Koppert wil een warmtepomp installeren bij zijn huis. Hij twijfelt over één warmtepomp van 54 dB of twee warmtepompen van ieder 52 dB. De prijs maakt niet uit. Waar kan hij het beste voor kiezen en waarom?
Slide 55 - Open question
Een radio geeft 60 dB aan geluid. Ik zet nu 10 radio's bij elkaar. Wat is het volume van deze radio's bij elkaar? Geef aan waar tussen het volume zit.
Slide 56 - Open question
Lesdoelen 8.4
- Weten hoe je geluiden kunt weergeven in een diagram.
- Een oscillogram kunnen aflezen.
- Begrippen kennen
Slide 57 - Slide
Geluid zichtbaar maken
Geluid kun je zichtbaar maken met een oscilloscoop, dit is een apparaat die de trilling kan weergeven in een grafiek.
Deze grafiek noemen we een oscillogram. Het boek geeft een voorbeeld van een oscillogram.
Een voorbeeld van een oscilloscoop, ze zijn er in verschillende variaties
Slide 58 - Slide
Een oscillogram
Slide 59 - Slide
Een oscillogram
- 1 trilling duurt hier 0,02 seconde (horizontale as). Vanaf 0,02 seconde herhaalt het patroon van de trilling zich weer, daarom is de trillingstijd 0,02 seconde. De trilling begint dan weer opnieuw. De trillingstijd is de tijdsduur van 1 trilling
-Hoe kleiner de trillingstijd hoe hoger de frequentie en dus hoe hoger de toon.
- De Amplitude is hier 3 mm (milimeter), hoe groter de amplitude hoe HARDER het geluid.
Slide 60 - Slide
Trillingstijd aflezen
(figuur 11 op pagina 203)
De rode cirkels geven het einde van de trilling aan. Als je goed kijkt zie je dat het patroon daar hetzelfde is. Maar hoe bepaal je de trillingstijd?
Kijk naar groene lijnen. Tussen de 2 groene lijnen is er 1 trilling. De trilling begint op 2 seconde en eindigt op 10 seconde.
-De trillingstijd is de tijd waarin een trilling 1 keer voorkomt. -De frequentie is het aantal trillingen per seconde.
-De amplitude (de maximale uitwijking van de trilling) geeft aan hoe hard het geluid is.
Slide 62 - Slide
Trillingstijd en frequentie (aantekening)
Belangrijke opmerkingen
- Vergeet niet de formule goed op te schrijven - Geen grootheden of eenheden vergeten - Soms moet je miliseconde omrekenen naar seconde - gebruik alleen seconde en Hertz in de formule
Slide 63 - Slide
Klankkleur
Slide 64 - Slide
Grondtoon
De toon met de laagste frequentie die een snaar of luchtkolom maakt
Slide 65 - Slide
Opdrachten maken tm 8.4
Groep A: 52 tm 54, 56 en 58 tm 62
Groep B: 52 tm 62
Slide 66 - Slide
Lesdoelen 8.4
- Weten hoe je geluiden kunt weergeven in een diagram.