De hersenen

Regeling
B4: De hersenen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Regeling
B4: De hersenen

Slide 1 - Slide

De leerdoelen
- Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de risico’s van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs beschrijven.

Slide 2 - Slide

Waarom zitten je hersenen eigenlijk in je hoofd?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

De hersenen
- Bestaan uit: Hersenstam, 
Kleine/Grote hersenen.


Slide 5 - Slide

De hersenstam
- Verlengde van het ruggenmerg. Impulsen hersenen ↔ ruggenmerg

- Geleiden impulsen van hoofd en hals naar grote/kleine hersenen en van hersenen naar spieren en klieren in je hoofd en hals.

- Regelen levensfuncties: ademhaling, hartslag, bloeddruk en 
temperatuur

Slide 6 - Slide

Uit welke onderdelen bestaan de hersenen?

Slide 7 - Open question

Buiten het geleiden van impulsen heeft je hersenstam nog een functie.
A
Stevigheid aan de hersenen geven
B
De levensfuncties regelen
C
Coördineren van spieren

Slide 8 - Quiz

Je hersenstam regelt je levensfuncties. Wat is geen voorbeeld van deze levensfuncties.
A
Ademhaling
B
Evenwicht
C
Hartslag
D
Temperatuur

Slide 9 - Quiz

De impulsen die door je hersenstam naar hersenen gaan komen alleen van je ruggenmerg af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Grote en kleine hersenen
- Bestaan uit 2 helften.

- Hersenschors kleine/groter hersenen → grijze stof                                                       (cellichamen schakelcellen van de hersenen)

- Binnenste deel witte stof 
   (uitlopers schakelcellen)
             

Slide 11 - Slide

Hersencentra
- Door grote hersenen herken en reageer je op prikkels.

- hersencentra: gevoels- en bewegingscentra.

- Gevoelscentra: ontvangen de informatie van 
zintuigen.

Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.


Slide 12 - Slide

De kleine hersenen
- Spelen een rol bij coördinatie.

Slide 13 - Slide

Welke van onderstaande antwoorden is geen functie van de kleine hersenen?
A
Evenwicht houden
B
Coördinatie van bewegingen
C
Bewuste gewaarwording van prikkels

Slide 14 - Quiz

Als de smaakzintuigen in de tong worden geprikkeld, worden er impulsen geleid naar het centrale zenuwstelsel. In een bepaald deel van het centrale zenuwstelsel worden deze impulsen verwerkt, zodat de gewaarwording 'zoet' optreedt.
In welk deel van het centrale zenuwstelsel gebeurt dit?
A
Hersenstam
B
Ruggenmerg
C
Grote hersenen
D
Kleine hersenen

Slide 15 - Quiz

Wanneer worden wij ons bewust van prikkels?
A
Als de impulsen zijn gemaakt door de zintuigen
B
Als de impulsen in je ruggenmerg aankomen
C
Als de impulsen in je kleine hersenen aankomen
D
Als de impulsen in je grote hersenen aankomen

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil aan de ligging van de grijze en witte stof in het ruggenmerg en de hersenen?

Slide 17 - Open question

In welke hersencentra zit het deel waar je kan zien?
A
Gevoelscentra
B
Bewegingscentra

Slide 18 - Quiz

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
- Ga op zoek naar stoffen die je zenuwstelsel beïnvloeden. Denk aan Alcohol, Roken, Drugs, medicijnen.
- Zoek voor 1 middel die je zenuwstelsel beïnvloed.
- Schrijf voor jezelf op 
  • Wat is het middel?
  • Hoe beïnvloed het middel je zenuwstelsel?
  • Is het middel schadelijk?
  • Is het middel verslavend?
-  Je krijgt hier 10min de tijd voor daarna gaan we kort kijken wat jullie hebben gevonden.

Slide 19 - Slide

Wat is het middel?
Hoe beïnvloed het middel je zenuwstelsel?
Is het middel schadelijk?
Is het middel verslavend?
Zet hier wat je hebt gevonden in de chat.

Slide 20 - Open question

Beïnvloeding van het zenuwstelsel
  • Morfine: zorgt dat de impulsen van de pijnzintuigen de hersenen niet bereiken

  • Slaap en kalmeringsmiddelen remmen doorgeven impulsen. → maken je suf

  • Alcohol heeft een verdovende werking                                                                           en is schadelijk voor de gezondheid



 

Slide 21 - Slide

Drugs
Stimulerende drugs (xtc, cocaine en speed): geven je gevoel van energie




verdovende drugs (hasj en wiet): geven ontspannend gevoel




xtc, hasj en wiet vervormen ook de waarnemingen van je zintuigen.

Slide 22 - Slide

De leerdoelen
- Je kunt de delen van de hersenen noemen met hun functies en kenmerken.
- Je kunt de risico’s van overmatig gebruik van medicijnen, alcohol en drugs beschrijven.

Slide 23 - Slide

aan de slag
Wat: B4: Hersenen Maken opdracht 21 t/m 27 
Hoe: individueel
Tot: Eind van de les
Hulp: Boek en docent

Slide 24 - Slide