2HV hoofdstuk 6 grammatica herhaling

2HV hoofdstuk 6
Oefenen voor GPW
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2HV hoofdstuk 6
Oefenen voor GPW

Slide 1 - Slide

At the end of this lesson...
... I have practiced with using LessonUp
... I have practiced for the GPW. 

Slide 2 - Slide

Hoe werkt LessonUp?
Je doet mee op je laptop. 
Antwoorden die je invult zijn (vaak) op het scherm te lezen, denk dus na voordat je iets invult. 

Slide 3 - Slide

Wat moet je leren voor de GPW?

Slide 4 - Mind map

Hoe goed denk je dat je de grammatica al kent?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

3

Slide 6 - Video

00:25
Wanneer gebruik je volgens deze video de present simple?
A
Algemene waarheid (feit)
B
Een gewoonte (iets wat je vaak doet)
C
Bij een instructie
D
Toekomst plannen die vast staan

Slide 7 - Quiz

01:09
Zet deze zin in de present continuous
I / to be / learn / English

Slide 8 - Open question

01:09
Zet deze zin in de present continuous:
Look! / She/ to be/ running/ really fast

Slide 9 - Open question

Welke zin is (grammaticaal) juist?
A
I never cycle to school.
B
I never am cycling to school

Slide 10 - Quiz

Welke zin is (grammaticaal) juist?
A
Ferdinand is my best friend.
B
Ferdinand is being my best friend.

Slide 11 - Quiz

Welke zin is (grammaticaal) juist?
A
My brother and I fight a lot.
B
My brother and I are fighting a lot.

Slide 12 - Quiz

Dat was de tegenwoordige tijd



Nu terug naar het verleden 

Slide 13 - Slide

Is in het verleden begonnen en afgesloten, maar nog steeds relevant voor het heden. 

Te herkennen aan: Onderwerp+ have/has + past participle 
Is in het verleden begonnen en afgesloten.
Deze tijd wordt gebruikt als er een actie wordt onderbroken. 

Te herkennen aan:  Onderwerp verb + ed of onderwerp irregular verb.
Is in het verleden begonnen en afgesloten. Deze tijd wordt gebruikt voor een langer durende actie (die ook onderbroken kan worden).

Te herkennen aan: Onderwerp was/were verb+ing. 
Past simple
Past continuous
Present perfect

Slide 14 - Drag question

Ga aan de slag op je computer. 
1. maak een word document en sla dit op als 'jouwnaam_EngelsOpdracht'
2. Maak hierin een samenvatting van de aantekeningen over grammatica. Zet in je samenvatting of het tegenwoordige of verleden tijd is, de regel en de uitzonderingen. 
3. Lever je samenvatting donderdag in via Its.
(op de volgende dia zie je een voorbeeld)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoe goed denk je dat je de grammatica al kent?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Video