Training 3: TV 9-10 HC: Duitsland

Examentraining de week ervoor
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 110 min

Items in this lesson

Examentraining de week ervoor

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plan vandaag
  • Herhaling TV 9-10
  • Maken vragen TV 9-10
  • Herhaling HC: Duitsland
  • Maken eindexamenvragen 2023-2 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voorafgaand
Opkomende spanningen 19e eeuw door: nationalisme, industrialisatie en modern imperialisme

Nieuwe uitvindingen zoals: camera, telefoon, stoomtrein/machine --> snelle en bredere communicatie en bereikbaarheid

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Tijd van wereldoorlogen
Moderne propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisaties
  • Propaganda = reclamemaken voor politieke ideeën of doeleinden, vaak door de ‘ander’ zwart te maken of negatief te beoordelen
  • Indoctrinatie = het systematisch en herhalend bewust gekleurd informatie geven, met als doel om een bepaald idee / standpunt over te brengen.
  • Manipulatie = het verdraaien of bewust gedeeltelijk weergeven van feiten,waardoor een bepaalde mening / standpunt wordt opgedrongen.

Hoe? Via de overheid i.e. ministerie, film, krant en radio (= moderne communicatie-middelen), vlaggen/muziek/posters, persoonsverheerlijking


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Totalitaire ideologieën
  • Fascisme: ideologie Italië (Mussolini),
    afgekeken door Hitler, verschil is niet 
    racistisch 
  • Communisme
  • Nationaal socialisme

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Crisis wereldkapitalisme
Directe aanleiding: beurkrach Wallstreet 1929
Indirecte oorzaken: 1. Economisch optimisme, 2. Overproductie in de Amerikaanse economie, 3. Aandelen gekocht met geleend geld
Verloop crisis: Chaos en paniek op Wallstreet ---> Bedrijven, banken en personen gaan failliet  ---> werkloosheid (wereldwijd)

Hoover tot 1932: niets doen want herstelt vanzelf
Roosevelt vanaf 1932: overheid grijpt in door New Deal

Gevolgen: wereldwijde werkeloosheid, aanhang extreme ideologieën groeit, overheid grijpt in (NL: Plan van Aanpak) en idee van verzorgingsstaat 

Slide 6 - Slide

https://www.geschiedenisexamens.nl/uploads/8/3/9/6/83963218/ka_39.pdf
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden 
  1. Vooroordelen en stereotyperingen
  2. Minderheidsgroepen worden
    buitengesloten
  3.  (structureel) geweld gebruikt
     tegen bepaalde minderheden
  4. overheid besluit een bepaalde
    groep te vernietigen (=genocide) 

Slide 8 - Slide

https://www.geschiedenisexamens.nl/uploads/8/3/9/6/83963218/ka_41.pdf

Duitse bezetting van Nederland
Nederland wilt neutraliteit: toch aangevallen
  • 14 mei bombardement Rotterdam --> Capitulatie
Machtsovername door Seyss-Inquart
  • 5 sept. 1944: Dolle Dinsdag sept. 
  • sept 1944: Operatie Market Garden – Slag om Arnhem mislukt 
  • 4 mei 1945: capitulatie van Duitsland 
  • 5 mei 1945: machtsoverdracht 

Reactie Nederlanders: 1 Accommodatie (= aanpassing): de meesten 2. Verzet (vooral communistisch) 3. Collaboratie (10% NSB en Waffen-SS; meewerken)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Duitse bezetting - gevolgen
Economisch: 
- veel bedrijven werkten voor de Duitsers (vaak met veel winst!) 
- vrije markt blijft bestaan, maar geleidelijk steeds meer op
 rantsoen via distributiestelsel 
- vanaf (honger-)winter 1944 ernstige nood 
 Politiek: 
- Nederland onder Duits bestuur 
- democratie opgeschort. 
 Sociaal: 
- invoering avondklok 
- verbod op fiets / auto 
- gebouwen (veel scholen) gevorderd 
- (liefdes-)relaties met Duitsers taboe 
 Cultureel:
- nazifiactie van de cultuursector (Kulturkammer) 
- censuur 
- propaganda via krant, radio en film 

 Antisemitische maatregelen: 
- invoering Jodenster / Jodenwijken 
- afpakken fundamentele burgerrechten v. Joden 
- toenemend aantal razzia’s 
- Westerbork / slechts enkele onderduikers 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering
Massavernietigingswapens: 
  • Bombardementen op steden (veel burgerslachtoffers) met conventionele lading 
  • Atoombom (Hirosjima, Nagasaki) 

Betrokkenheid burgerbevolking:  een totale oorlog (= iedereen is betrokken) 
- als slachtoffer tijdens bombardementen 
- als slachtoffer van arrestaties / razzia’s 
 - als slachtoffer vanwege de beperkende maatregelen 
- als slachtoffer bij dwangarbeid 
- als slachtoffer van voedselblokkades / distributiesysteem 
- als soldaat (verplicht) 
- via (illegale) radio en kranten, waarmee de oorlog gevolgd werd 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

verzet tegen het West-Europese imperialisme
Begin van het verzet: na WO-II Oorzaken: 
  1. Mensen uit de koloniën hadden meegevochten in de oorlog en zij verwachten iets terug;
  2. Hoogopgeleiden uit de koloniën leerden op Westerse universiteiten en hogescholen dat nationalisme en volkssoevereiniteit goed is; 
  3. Communistische revoluties zetten mensen aan het denken. 
Belangrijke personen:
  1. Ghandi: Brits-Indië: studeerde rechten in Engeland, geweldloos verzet
  2. Soekarno: Nederlands-Indië: studeerde architectuur aan de Technische Hogeschool in Bandoeng, veel in de gevangenis 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

TV 10: televisie en computer
verdeling van de wereld in twee ideologische blokken







Wapenwedloop: voor wederzijdse afschrikking: atoom-, biologisch-, chemisch- en waterstofbommen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Koude oorlog
Koude Oorlog in fasen: 
1945 – 1955: toenemende dreiging door SU-inname Oost-Europa en Amerikaans militair overwicht (atoombom) 
1955 – 1963 periode van wederzijdse afschrikking, ondanks pogingen tot vreedzame co-existentie
1963 – 1989  streven naar crisisbeheersing / détente = ontspanning 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

 Dekolonisatie, einde westerse hegemonie
Einde WO2:
- nieuwe supermachten: Sovjet-Unie en Verenigde Staten 
- Europa sterk verzwakt 
- Japan weg uit Aziatische gebieden 
- Veel koloniën willen onafhankelijkheid 

Landen: 
  • India (Brits-Indië)
  • Indonesië (Nederlands-Indië)
  • Vietnam (deel van Indo-China)  
Gebieden
  • Afrika: dekolonisatie later dan in Azië, soms gewelddadig, soms niet
  • Midden-Oosten: mandaatgebieden na val Ottomaanse Rijk

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Eenwording van Europa
.
.
.
.
.

.
.
.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Toenemende westerse welvaart, vanaf jaren '60  ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen 
Toename welvaart door:
  • tot 1950:Wederopbouw
  • 1950-1973: economische groei door geleide loonpolitiek onder Rooms-Rood
  • 1973: Economische crisis door oliecrisis
  • vanaf 1985: Herstel economie door de digitale revolutie en paarse kabinetten 

Sociaaleconomische gevolgen:
  • consumptiemaatschappij
  • socialezekerheidsstelsel (verzorgingsstaat, later de AOW, WW etc)
  • Grotere groep rijken
  • gastarbeiders

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Toenemende westerse welvaart, vanaf jaren '60  ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen 
Sociaalculturele gevolgen:
  • individualisering 
  • vrouwenemancipatie 
  • ontkerkelijking en ontzuiling 
  • seksuele revolutie: seks losgekoppeld van voortplanting (mede mogelijk door de Pil  seks buiten het huwelijk wordt normaal / homoseksualiteit niet langer strafbaar)
  • ontstaan van een jongerencultuur en protestgeneratie 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling pluriforme en multiculturele samenlevingen
Waarom migratie:
  • Politiek: migranten uit ex-kolonies en asielzoekers
  • Economisch: gastarbeiders,  hooggeschoolde expats, Oost-Europa voor werk, illegalen en studenten
  • Sociaal: gezinsvorming en gezinshereniging

Toename spanningen:
  • discriminatie en toename vooroordelen, vooral na ‘9-11’ 
  • botsing normen & waarden 
  • opkomst populistische partijen

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

HC Duitsland
WO1: kenmerken en verloop
Einde WO1: oprichting Weimarrepubliek, Verdrag van Versailles (welke straffen, welke reactie bevolking)
Economie tijdens Weimarrepubliek: rol Dawesplan, economische crisis 1923, rol economische crisis 1929 bij opkomst Hitler
Hitler: aanloop: machtigingswet na Rijksdagbrand --> totalitaire staat
  • opvoeding, informatie, economie, cultuur, publieke ruimte: nazificatie
Voor: Volksgemeinschaft en lebensraum
Rol apeasementpolitiek bij groei macht Hitler
WO2: verloop, gevolgen na WO2 --> verdeling, Heimatvertriebenen 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oost en West Duitsland en oost en west Berlijn
  • Verschillen SU en VS
  • Blokkade van Berlijn 1948: reactie BRD en DDR
welke politieke leiders / ontwikkelingen / gebeurtenis
Hoogtepunt spanningen: 
  • bouw Muur
  • Cuba
Ostpolitiek, detente en de toenadering / hereniging 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions