H6 natuurlijke schommelingen uitleg

H6: Klimaatverandering op verschillende tijdschalen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6: Klimaatverandering op verschillende tijdschalen

Slide 1 - Slide

Aan het slot van de module weer en klimaat staat klimaatverandering centraal. Bij klimaatverandering in het verre verleden was de invloed van de mens nog beperkt en had klimaatverandering uiteraard natuurlijke oorzaak. 

Daarna wordt ingezoomd op andere natuurlijke klimaatfactoren, die meer op de korte termijn spelen. 

Naast natuurlijke oorzaken van klimaatverandering, speelt hier ook  de mens een belangrijke rol in de meer recente klimaatverandering. 
Klimaatverandering op verschillende tijdschalen

Slide 2 - Slide

Temperatuurveranderingen in het verleden

Slide 3 - Slide

Krijt: 135-65 miljoen jaar geleden: 
Veel warmer, hogere zeespiegel
    --> Broeikasaarde

Door platentektoniek veel vulkanisme!


Verre verleden

Slide 4 - Slide

Het Pleistoceen: de diepvriesaarde
Het Krijt werd gevolgd door het Tertiair (65-2 miljoen jaar geleden). Gedurende het Tertiair was het nog steeds veel warmer op aarde dan tegenwoordig. Onder andere in Limburg zijn uit deze periode fossielen gevonden van diersoorten als leeuwen, hyena’s en moerasschildpadden die passen bij warme gebieden. Gedurende het Tertiair nam de temperatuur wel langzaam af. De continenten dreven verder uit elkaar. Een belangrijk moment was het losbreken van Australië van Antarctica, zo’n 45 miljoen jaar geleden. Antarctica kwam daardoor geïsoleerd te liggen op de zuidpool. 
Verre verleden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een circumpolaire koude zeestroom zorgt er sindsdien voor dat warmte vanaf de tropen Antarctica nauwelijks bereikt. Vanaf die tijd kon het ijs op Antarctica gaan groeien. De ijskappen op Antarctica zijn dus ongeveer 45 miljoen jaar oud.
Op het noordelijk halfrond duurde het nog tot het Kwartair (2 miljoen jaar geleden tot nu) dat de continenten, zoals nu, in de vorm van een krans om de Noordpool kwamen te liggen. Toen dit eenmaal het geval was bleek ijs zich makkelijk over de landmassa’s naar het zuiden te kunnen verplaatsen. In het eerste deel van het Kwartair, het Pleistoceen (2 miljoen jaar tot 10.000 jaar geleden) schoven ijsmassa’s zeker 18 keer naar het zuiden en weer terug. 

Slide 7 - Slide

Invloeden op klimaat: 3 Variabelen van Milankovic
Elipsvorm: De baan van de aarde om de zon is niet altijd cirkelvormig. Bij ovaal korte winter NH (3 januari staat de aarde het dichtst bij de zon). Eccentriciteit

Scheefheid: De aardas staat niet altijd evenveel scheef (23,5). Hoe schever, hoe meer energie de hoge- en lage breedtegraden ontvangen van de zon (en dus hoe kleiner de kans op een ijstijd). Obligiteit

Tolbeweging: Rond de aardas maakt de aarde een tolbeweging. Versterkt het effect. Precessie

Slide 8 - Slide

Data verkrijgen over "vroeger"
Luchtbellen in oud ijs (samenstelling atmosfeer)
Dikte jaarringen bomen
Historische bronnen (hongersnood, schilderijen e.d.)

Maar: indirecte bronnen! (proxydata)

Slide 9 - Slide

Bekijk de video over de veranderende moesson op de volgende dia en maak daarna de vragen. 
Veranderende moesson

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is het probleem bij het oppompen
van grondwater in plaats van water uit de
Ganges?

Slide 12 - Open question

Leg uit hoe de zomermoesson ontstaat.
en wat is er de laatste jaren aan de hand
met de zomermoesson?

Slide 13 - Open question

Leg uit hoe de ‘bruine wolk’ de moesson
beïnvloed. Gebruik in je antwoord de
volgende woorden: windpatronen, warme
wolken, Himalaya, oceaantemperatuur,
koude luch

Slide 14 - Open question