Woorden van de week en tijd WW Spelling PV

Welkom!

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands

2. Op je tafel liggen:
 Schrift en je Pennen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

1. Ga zitten volgens de plattegrond en blijf zitten tijdens de les.
Nederlands

2. Op je tafel liggen:
 Schrift en je Pennen.
3. Als de docent praat ben je stil.
Luister naar elkaar.
4. We houden het lokaal netjes.

Slide 1 - Slide

Planning vandaag 19 mei 2025

  1. 📝 Woorden van de Week (7 min)
  2. 📖 Leesmoment (10 min)
  3. 🎯 Lesdoelen uitleggen (5 min)
  4. ✍️ Uitleg Spelling: tijd van werkwoorden (5 min)
  5. 🛠️ Werkblad maken (15 min)
  6. ✅ Nakijken en evaluatie van werkblad (10 min)
  7. 🔍 Vooruitblik op de volgende les (5 min)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Woorden uitleggen
WOORD 1
BRUIKBAAR = geschikt om te gebruiken

Maak zoveel mogelijk zinnen met het woord  bruikbaar.
Bijvoorbeeld: Deze producten moeten wel bruikbaar zijn voor mensen met een gebroken arm.






timer
2:00

Slide 5 - Slide

Woorden uitleggen
WOORD 2
CENTRAAL = in het midden.

Maak zoveel mogelijk zinnen met het woord CENTRAAL.
Bijvoorbeeld: Het hotel ligt heel centraal. (Het ligt midden in de stad.)











timer
2:00

Slide 6 - Slide

timer
10:00
10 minuten in stilte zelfstandig lezen.

1

Slide 7 - Slide

Aantekeningen maken
Let goed op tijdens de uitleg, luister mee en maak aantekeningen. 
Blijf stil en steek je vinger op bij vragen.

Slide 8 - Slide

Spelling 

Slide 9 - Slide

Wat is een zwak werkwoord?
Wat is een sterk werkwoord?

Slide 10 - Mind map

Lesdoelen
1. 📚 1. Ik weet in wat voor tijd een zin staat;
2. 🔍Ik kan de persoonsvorm herkennen en goed spellen in alle tijden, tt, vt en vvt.

Slide 11 - Slide

Tijd in zinnen
Wat is het verschil tussen:
1. Hij wordt gevonden.
2. Hij werd gevonden.

1. Dat gebeurt altijd.
2. Dat is gebeurd.

Slide 12 - Slide

Filmpje
Kijk en luister in stilte naar het filmpje.

Aantekeningen maken is slim.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Persoonsvorm in de verleden tijd
EV
mv
ik -vorm + te / de
ik -vorm + ten / den

Slide 15 - Slide

lachen - lach              
                                 de H staat in 't ex-kofschip

lach+ te - hij lachte/ wij lachten
                            
Staat de laatste letter van de stam in
't ex-kofschip dan moet je -te of -ten gebruiken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Lees 📖
Lees de teksten en de opdrachten goed.
Maak✏️
Maak het opdrachtenblad voor en achterkant 
Hoe💬
In je eigen schrift, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd⏳
10-15 minuten, daarna als er tijd voor is gaan we nakijken 
Klaar?✅
1.  Laat je werk zien aan de docent;
2. Maak de puzzels in je lesboek.

Leerdoelen🎯
1. Ik weet in wat voor tijd een zin staat;
2. Ik kan de persoonsvorm vinden en correct schrijven in alle tijden, tt, vt en vvt.
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 19 - Slide