Voeding en klauwgezondheid

Koesignalen
Stal
1 / 37
next
Slide 1: Slide
KoesignalenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Koesignalen
Stal

Slide 1 - Slide

Aan welke normen moet een goede stal voldoen?

Slide 2 - Mind map

Vijf vrijheden
De Europese regelgeving op het gebied van dierenwelzijn is gebaseerd op de vijf vrijheden van het dier.
De vijf vrijheden zijn:
  1. Vrij van dorst, honger en ondervoeding;
  2. Vrij van lichamelijk ongerief;
  3. Vrij van pijn, verwondingen en ziektes;
  4. Vrij om normaal gedrag te vertonen;
  5. Vrij van angst en chronische stress.

Slide 3 - Slide

Ruimte en Rangorde

  • Geen hindernissen
  • Koe moet ruimte hebben om te passeren, zonder andere koeien te raken.
  • Vlucht- en schuilmogelijkheden

Slide 4 - Slide

Zorg voor voldoende voer
  • Belangrijkste oorzaak van onderlinge strijd tussen koeien is een tekort aan voer voor het voerhek.
  • Koeien hoog in de rangorde krijgen het verse smakelijke voer.
  • Ranglage dieren mogen pas als tweede eten.

Slide 5 - Slide

Risicoplaatsen in de stal
Wat zie je?

Slide 6 - Slide

Risicoplaatsen in de stal
Wat zie je?

Slide 7 - Slide

Risicomomenten in de stal
  • Weersomslagen;
  • Warm weer, hoge luchtvochtigheid;
  • Koppels mengen;
  • Onrust;
  • Tochtige koe;
  • Droogzetten;
  • Voerveranderingen.

Slide 8 - Slide

Licht in de stal
Koeien zijn gevoelig voor de juiste hoeveelheid licht .
Koeien hebben een seizoensritme:
Winter = voor droge koeien en hoogdrachtige vaarzen (8 uur licht 16 uur donker.
Zomer = voor lacterende koeien (14-16 uur licht, 6 uur donker).
Deze omstandigheden stimuleren de productie.

Waarom zie je wel eens stallen waarin oranje/rood licht brand ´s avonds?

Slide 9 - Slide

Temperatuur in de stal
Bij een comfortabele temperatuur presteert een koe het beste.

Optimale temperatuur koe ligt tussen -5 en 18 graden.
Beneden -5 graden kost het een koe energie om de lichaamstemperatuur op peil te houden.
Boven de 20 graden gaat de koe energie verbruiken om af te koelen.

Vanaf 20 graden daalt de voeropname.

Slide 10 - Slide

Ventilatie 
in de stal

Slide 11 - Slide

Klauwproblemen
Veroorzaken veel pijn;
Heeft direct negatieve invloed op de melkproductie;
Koeien blijven langer in de ligboxen liggen en lopen minder vaak naar het voerhek of de krachtvoerbox.
Minder voerafname, fysiceuse cirkel.
 


Slide 12 - Slide

Stinkpoot
Mortellaro

Slide 13 - Slide

Tussenklauw ontsteking /Tyloom
Zoolzweer

Slide 14 - Slide

Wittelijndefect

Slide 15 - Slide

Behoefte aan liggen
Een koe ligt per dag ongeveer 10 tot 14 uur;

Waarom is liggen belangrijk?
  • Koe herkauwd en rust;
  • Klauwen krijgen rust en drogen op;
  • Er stroomt 30% meer bloed door de uiers bij liggende koeien, dus meer melk.

Slide 16 - Slide

Preventieve maatregelen 
  • Rooster schoon en droog houden;
  • Beschadigingen voorkomen
  • Voetbaden of sprayen;
  • Goede voeding, met veel structuur.
  • Spoorelementen

Slide 17 - Slide

Voeding en klauwgezondheid
Voeding speelt zeker een voorname rol om klauwproblemen te voorkomen, maar het is op de
meeste bedrijven niet de belangrijkste factor die klauwproblemen veroorzaakt. 

Slide 18 - Slide

Voedingsinvloeden:
invloedsfactor op de
klauwgezondheid: het eiwitgehalte, het drogestofgehalte, de structuurvoorziening, biotine en
sporenelementen. 

Slide 19 - Slide

Eiwitgehalte te hoog
Te hoge concentraties van eiwit (bv. 19% ruw eiwit) in de pens  kan aanleiding geven tot afbraakproducten die uiteindelijk hoefbevangenheid veroorzaken

Slide 20 - Slide

Te weinig eiwit
Laag eiwitgehalte, gebrek aan methionine 
Methionine is een zwavelhoudend aminozuur dat belangrijk is voor de vorming van keratine, een
taai, onoplosbaar eiwit in de buitenlaag van de huid.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Drogestofgehalte hoog
> 60% ds,  minder bevangenheid;
minder melk, minder lang vreten, dikke mest (dus drogere roosters)

Slide 23 - Slide

Structuur
Voldoende structuur in het rantsoen voorkomt een grote en lange pH-daling in de pens. Bij een pH-daling ontstaat pensverzuring--> meer endotoxines (gifstoffen in het lichaam) en vasoactieve (vernauwende bloedvaten) substanties zoals histamine.

Slide 24 - Slide

Structuur
 Toxines (=giftige stoffen) beschadigen de bloedvaten in de klauwen en belemmert de opname van voedingsstoffen. 
Via verschimmeld voer kan de koe ook toxines binnen krijgen.

Slide 25 - Slide

Structuur
We gaan straks dieper in op het foneem pensverzuring. 

Slide 26 - Slide

Zink, mangaan en biotine
De spoorelementen zink, mangaan en de vitamine biotine spelen een sleutelrol bij de vorming van een goede kwaliteit klauwhoorn en een goede huidweerstand.


 aan het herstel van beschadigd hoorn, zoals bij wittelijnproblemen en zoolzweren.



Slide 27 - Slide

Zink
Zink speelt een belangrijke rol bij de keratinevorming en heeft een stimulerende rol bij verschillende enzymsystemen. Deze enzymsystemen spelen een cruciale rol bij de vorming van kwalitatief hoogwaardige huid- en hoorncellen. 

Slide 28 - Slide

Zink
Bij een goede zinkvoorziening zijn de huid- en hoorncellen beter bestand tegen beschadigingen, waardoor de kans op klauwaandoeningen afneemt.

Slide 29 - Slide

Mangaan
Mangaan speelt een indirecte rol bij het keratinisatie-proces van hoorncellen en een essentiële rol bij de vorming van een goede kwaliteit bot en kraakbeen. 

Slide 30 - Slide

Mangaan
Zink, koper en mangaan zijn daarnaast van belang voor het wegvangen van vrije radicalen die in overmaat de kwaliteit van het cement tussen de huid en hoorncellen kunnen beschadigen.

Slide 31 - Slide

Biotine (vitamine B)
Biotine is belangrijk voor de hoornvorming en de vorming van cement tussen de huid- en hoorncellen. Bij een goede voorziening zitten deze cellen steviger aan elkaar vast, 

Slide 32 - Slide

Biotine
waardoor de kans op infectie en beschadiging kleiner is, met minder klauwproblemen als gevolg. Daarnaast draagt biotine bij aan het  herstel van beschadigd hoorn, zoals bij wittelijn problemen en zoolzweren.

Slide 33 - Slide

Biotine
Biotine is een wateroplosbaar B-vitamine die door de bacteriën in de pens en de dikke darm wordt aangemaakt.
Effect van biotine toevoeging aan het rantsoen wordt pas na 250  dgn toevoegen waarneembaar. (20mg/dag)

Slide 34 - Slide

Samenvatting spoorelementen
 zink (Zn) geeft hardere hoorn;
koper (Cu) geeft een betere structuur van de hoorn;
mangaan (Mn) zorgt voor collageenvorming en botgroei;

Slide 35 - Slide

Samenvatting spoorelementen
zwavel (S) geeft sterkere verbindingen in de keratine maar te veel S gaat in concurrentie met Cu;
jodium (I) werkt antibacterieel.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide