OMSV schuldhulpverlening- les 3

Omgaan met sociale vraagstukken

Les 3

Schuldhulpverlening
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Omgaan met sociale vraagstukken

Les 3

Schuldhulpverlening

Slide 1 - Slide

Hoe zit je erbij vandaag?
show us a pic

Slide 2 - Open question

Planning

Slide 3 - Slide

Een voorbeeld van een aanpassingsschuld is....
A
Scheiding
B
Psychische problemen
C
Stelen uit de winkel omdat je blut bent
D
Kopen omdat je erbij wilt horen

Slide 4 - Quiz

Dit plaatje past bij...
A
Aanpassingsschuld
B
Overbestedingsschuld
C
Overlevingsschulden
D
Compensatieschulden

Slide 5 - Quiz

Hoeveel redenen weet jij waarom mensen schulden krijgen
A
Huh? Geen één
B
Eén, misschien twee
C
Twee of drie
D
Vier of meer

Slide 6 - Quiz

De uiterste inleverdatum van het interview is:
A
24 oktober 2025
B
31 oktober 2025
C
7 november 2025
D
14 november 2025

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
  • Je vergelijkt het minnelijk traject met het wettelijk traject
  • Je beschrijft 2 redenen, wanneer er tot een wettelijk traject wordt overgegaan
  • Je kan de WSNP samenvatten met steekwoorden 
  • Je somt minimaal 4 voorwaarden van de WSNP op 
  • Je legt een voorlopige voorziening uit d.m.v. een voorbeeld
  • Je onderzoekt wat een schuldhulpverlener voor taken heeft


Slide 8 - Slide

Minnelijk versus wettelijk
Welke verschillen weet je?

Slide 9 - Slide



  • Ingezet via de gemeente
  • Bij schulden de eerste stap
  • Vrijwillig
  • De gemeente probeert de schulden te regelen met alle schuldeisers




  • Vaak ingezet na een minnelijk traject of als er teveel schuldeisers zijn
  • Door rechter opgelegd
  • De schuldhulpverlener probeert de schulden te regelen met de schuldeisers
Minnelijk
Minnelijk
Wettelijk

Slide 10 - Slide

Minnelijk traject
Als er schulden zijn ontstaan waarbij iemand geen uitweg meer ziet, komt de gemeente in beeld. In 1e instantie komt iemand bij een minnelijk traject uit. Hierbij probeert de gemeente de schulden te regelen met alle schuldeisers. De gemeente kan hiervoor ook een schuldhulpverlener inschakelen. 
Een minnelijk traject betekent dat de schuldeisers vrijwillig meewerken aan een schuldregeling. Als de schuldeisers niet willen meewerken, kan een beroep gedaan worden op het wettelijke traject.

Wettelijk traject
Als schuldeisers niet willen meewerken, kan een beroep gedaan worden op het wettelijke traject. Dit traject treedt in werking als er geen goed akkoord kan worden bereikt tussen de schuldeisers en de schuldenaar. Ook als er teveel schuldeisers zijn kan over worden gegaan tot een wettelijk traject. 
Deze aanvraag verloopt via de rechter, deze moet bepalen of een wettelijk traject moet worden ingezet = WSNP 


Slide 11 - Slide

WSNP
WSNP staat voor de 'wet schuldsanering natuurlijke personen’. 
De WSNP is een wettelijke regeling voor mensen met 'problematische schulden'. Dit zijn schulden die voor hen zo hoog zijn, dat ze deze zonder hulp niet binnen 3 tot 5 jaar volledig kunnen aflossen. 
De WSNP duurt meestal 3 jaar. Hierna worden de (rest)schulden vaak kwijtgescholden. 
Heb je onvoldoende meegewerkt, dan kan de periode verlengd worden tot 5 jaar

Om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsanering, moet er aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. 
Men krijgt een bewindvoerder toegewezen


Slide 12 - Slide

Filmpje
Beantwoord tijdens het kijken
de volgende vragen:

  • Welke type schuld heeft Susan?
  • Welke voorwaarden heeft
    de WSNP ?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Voorwaarden WSNP
  • Minnelijk traject geprobeerd
    - Je moet eerst geprobeerd hebben om je schulden op te lossen via schuldhulpverlening (bijvoorbeeld via de gemeente of een kredietbank).
    - Als dit niet lukt, moet je een verklaring hebben dat het minnelijk traject is mislukt of niet mogelijk was.
  • Te goeder trouw
    - Je schulden mogen niet expres zijn gemaakt.
    - De rechter kijkt naar de afgelopen 3 jaar: zijn de schulden ontstaan door bijvoorbeeld fraude, onverantwoorde leningen, of een verslaving?
    - Als je kunt aantonen dat je situatie nu onder controle is (bijvoorbeeld verslaving), kun je soms toch worden toegelaten.

Slide 15 - Slide


  • Geen schulden door misdrijven
    - Je mag geen schulden hebben die voortkomen uit een strafrechtelijke veroordeling in de afgelopen 5 jaar
  • In Nederland wonen of werken
    - Je moet een natuurlijk persoon zijn (geen bedrijf) en in Nederland wonen of werken.
  • Inspanningsverplichting
    - Je moet bereid zijn om je best te doen om zoveel mogelijk inkomen te verdienen en je aan de regels van de Wsnp te houden.
  • Geen lopende Wsnp
    - Je mag niet al in een Wsnp-traject zitten op het moment van aanvraag.



Slide 16 - Slide

Voorlopige voorziening
Na een verzoek aan de rechtbank om toegelaten te worden tot de WSNP, krijgt iemand een uitnodiging voor de toelatingszitting (vaak 4 tot 6 weken na een verzoek) 
Tot die tijd kunnen er nog allerlei problemen ontstaan door de schulden. 
In spoedeisende zaken kan de rechter gevraagd worden om een voorlopige voorziening. Bv. wanneer er een woninguitzetting dreigt. Er kan dan een voorlopige voorziening aangevraagd worden om de dreigende uithuiszetting (voorlopig) te voorkomen. 
Andere voorbeelden: 
        - De afsluiting van water, gas, stadsverwarming of elektra
        - Loonbeslag waardoor het loon lager is dan de beslagvrije voet
        - Rijbewijs is in gevaar bij niet betalen van verkeersboetes (bij mensen die auto voor 
          hun baan nodig hebben)

Slide 17 - Slide

Wat doet de schuldhulpverlener?
- Contact opnemen met de schuldeisers om betaalafspraken te maken.
- Maken van een plan om de schulden op te lossen
- Maakt schriftelijke afspraken met schuldenaar
- Betaalt in het begin de vaste kosten
- Geeft weekgeld voor dagelijkse uitgaven


Slide 18 - Slide

Dilemma
  • Hoe ver mag ik gaan in het overtuigen van een cliënt om hulp te accepteren, als diegene zelf (nog) geen hulp wil?
  • Hoe ga ik om met een cliënt die zelf keuzes heeft gemaakt die tot schulden hebben geleid, maar nu hulp vraagt? Moet ik begrip tonen of confronteren?
  • Mag ik informatie delen met andere instanties om de hulp beter te organiseren, als de cliënt dat eigenlijk niet wil?
  • Wat doe ik als een cliënt blijft dure spullen kopen, terwijl hij of zij in de schulden zit? Hoe blijf ik professioneel en ondersteunend?
  • Wat doe ik wanneer een cliënt geld vraagt aan mij, omdat het gezin al 2 dagen niet meer gegeten heeft?
  • Wat als ik zie dat de cliënt niet alle informatie eerlijk deelt over zijn schulden?
    Moet ik blijven helpen of eerst volledige openheid eisen?
  • Hoe ga ik om met familieleden die zich bemoeien met het traject, maar niet altijd het belang van de cliënt vooropstellen?

Slide 19 - Slide

Vuist op vijf & vragen???
  • Je vergelijkt het minnelijk traject met het wettelijk traject
  • Je beschrijft 2 redenen, wanneer er tot een wettelijk traject wordt overgegaan
  • Je kan de WSNP samenvatten met steekwoorden 
  • Je somt minimaal 4 voorwaarden van de WSNP op 
  • Je legt een voorlopige voorziening uit d.m.v. een voorbeeld
  • Onderzoek je wat een schuldhulpverlener voor taken heeft


Slide 20 - Slide