Beschrijf mensen in het Engels op A2 niveau

Beschrijf mensen in het Engels op A2 niveau
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beschrijf mensen in het Engels op A2 niveau

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je mensen beschrijven in het Engels op A2 niveau.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen aan het begin van de les.
Wat weet je al over het beschrijven van mensen in het Engels?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Adjectieven
Leer verschillende adjectieven die gebruikt kunnen worden om mensen te beschrijven, zoals tall, short, thin en fat.

Slide 4 - Slide

Geef voorbeelden van adjectieven en laat studenten oefenen met het beschrijven van mensen met deze adjectieven.
Haarkleur en lengte
Leer hoe je iemands haarkleur en lengte kunt beschrijven, bijvoorbeeld 'She has long blonde hair.'

Slide 5 - Slide

Laat studenten oefenen met het beschrijven van mensen op basis van hun haarkleur en lengte.
Oogkleur en gezichtsvorm
Leer hoe je iemands oogkleur en gezichtsvorm kunt beschrijven, bijvoorbeeld 'He has blue eyes and a round face.'

Slide 6 - Slide

Laat studenten oefenen met het beschrijven van mensen op basis van hun oogkleur en gezichtsvorm.
Kleding en accessoires
Leer hoe je iemands kleding en accessoires kunt beschrijven, bijvoorbeeld 'She's wearing a red dress and black heels.'

Slide 7 - Slide

Laat studenten oefenen met het beschrijven van mensen op basis van hun kleding en accessoires.
Oefenen
Laat de studenten oefenen met het beschrijven van mensen in tweetallen of groepen.

Slide 8 - Slide

Geef studenten de kans om te oefenen met het beschrijven van mensen en geef feedback waar nodig.
Quiz
Test de kennis van de studenten met een quiz over het beschrijven van mensen in het Engels.

Slide 9 - Slide

Maak een quiz met vragen over het beschrijven van mensen en gebruik deze om de kennis van de studenten te testen.
Samenvatting
Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef studenten de kans om vragen te stellen.

Slide 10 - Slide

Rond de les af door de belangrijkste punten samen te vatten en studenten de kans te geven om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.