formeel en informeel taalgebruik

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 1 - Slide

Verwachtingen
Tijdens de les:
- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je let op jezelf.

- Je hebt je spullen bij je.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?


- Samen lezen: De zee kwam door de brievenbus

- Formeel en informeel taalgebruik




Slide 3 - Slide

De zee kwam door de brievenbus

Slide 4 - Slide

Naar zolder (blz 23)
Wat heeft de familie meegenomen naar de vliering?

Wat zou jij meenemen naar boven?

Slide 5 - Slide

Wat ik zag

Slide 6 - Slide

Schrijf op...
Wat zag Liesje voorbij drijven?

Slide 7 - Slide

Hoe we moed hielden
Verzin zoveel mogelijk dingen die warm zijn in 2 minuten




Welke grapjes maakt Lies met haar zusje. Begrijp je dat ze grapjes maken?
timer
2:00

Slide 8 - Slide

Appje naar een vriend:
Geachte vriend, schikt het jou om vanmiddag na 16:00 een spelletje met mij te spelen op de spelcomputer? Ik hoor het graag. Met vriendelijke groet,

Slide 9 - Slide

Brief van school aan je ouders
Yo bro!
Beter je vergeet niet de ouderavond. see you @19:00
Laterrrrr

Slide 10 - Slide

Formeel en informeel taalgebruik


formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
Taal voor serieuze situaties.
Taal die je gebruikt bij mensen die je goed kent.
voorbeeld: officiële brieven van de gemeente, school
Klasgenoten, familie, vrienden

Slide 11 - Slide

Huiswerk:
Bladzijde 94 opdracht 2

Bladzijde 95 opdracht 3, 4, 5

Slide 12 - Slide