3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

3.1 Hoe ga jij geld verdienen? 
Deel 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 Hoe ga jij geld verdienen? 
Deel 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert wat het verschil is tussen werknemer en werkgever
  • Je leert hoe je een staafdiagram kunt aflezen en tekenen
  • Je leert wat er in een arbeidsovereenkomst staat

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Werknemer en werkgever
Je kunt een inkomen verdienen door: 
Een eigen bedrijf: je bent dan ondernemer
  • Voordeel: eigen tijden bepalen
  • Nadeel: groter risico
Als werknemer: je bent dan in loondienst bij een bedrijf
  • Voordeel: zekerheid en vaste tijden
  • Nadeel: kunt niet zelf bepalen wat je doet

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
  • Als een bedrijf mensen zoekt om voor hen te komen werken, dan hebben zij een vacature
  • Vacature:
  • een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 6 - Slide

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
  • Als je een baan zoekt kun je solliciteren.

Slide 7 - Slide

Arbeidsovereenkomst
Werkgever en werknemer sluiten een arbeidsovereenkomst af
Hierin staan je rechten, plichten en arbeidsvoorwaarden, zoals:
  • hoeveel uur per week je werkt en wat je loon is
  • hoeveel vakantiedagen je hebt en cursussen
In de proeftijd (max. 2 maanden) kunnen werkgever en werknemer bekijken of het werk wel bevalt.

Slide 8 - Slide

opdracht 4 blz. 75

Slide 9 - Slide

Aan de slag:
Maken: Opdracht 1 t/m 7 (blz 74 t/m 76)
Wie: zelfstandig
Tijd: 15 minuten
Klaar? ga verder met opdracht 7 t/m 9 op blz. 97.
daarna bespreken we het.

Slide 10 - Slide

3.1 Hoe ga jij geld verdienen? 
Deel 1

Slide 11 - Slide

Programma
1) nakijken  3.1

2) uitleg theorie 3.1

3) afmaken 3.1

4) zelfstandig nakijken 3.1 + herhalingsopdrachten

Slide 12 - Slide

nakijken 3.1 blz. 74-76

Slide 13 - Slide

Sollicitatiegesprek
Werkgever
CV
Vacature

Slide 14 - Drag question

3.1 hoe ga jij geld verdienen
Een bedrijfstak is een groep gelijksoortige bedrijven.

cao = collectieve arbeidsovereenkomst.
In een cao staan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor iedereen in een bepaalde bedrijfstak.

arbeidsovereenkomst = contract wat je tekent met alle afspraken.


Slide 15 - Slide

Bruto- en nettoloon
Brutoloon - belasting - premie = nettoloon

Dus, op je brutoloon houdt de overheid belasting en premies in. Het nettoloon krijg je op je rekening. 

Slide 16 - Slide

Nettoloon berekenen
nettoloon = brutoloon – belasting - premies.

Je brutoloon is € 1.830. Daarop wordt € 160 aan loonbelasting ingehouden en € 89 aan sociale premies. Bereken je nettoloon.

Je nettoloon € 1.830 – € 160 - €89  = € 1.581




Slide 17 - Slide

Welk bedrag krijgt een werknemer op zijn bankrekening gestort?
A
geld
B
belasting
C
brutoloon
D
nettoloon

Slide 18 - Quiz

Je verdient een nettoloon van € 2.500. De inhoudingen zijn € 500. Hoeveel is het brutoloon?
A
€ 2.000
B
€ 3.000
C
€ 2.500
D
€ 500

Slide 19 - Quiz

Aan de slag:
Maken: Opdracht 8 t/m 14(blz 77 t/m 778)
Wie: zelfstandig
Tijd: 15 minuten
Klaar? 
1) Nakijken met de antwoorden in teams
2) Ga verder met opdracht 1 t/m 5 op blz. 100

Slide 20 - Slide